100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcolleges Materieel strafrecht $5.66
Add to cart

Class notes

Hoorcolleges Materieel strafrecht

 8 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Alle hoorcolleges van het vak Materieel Strafrecht

Preview 4 out of 64  pages

  • November 14, 2022
  • 64
  • 2020/2021
  • Class notes
  • ?
  • All classes
avatar-seller
Hoorcolleges Materieel strafrecht
Week 1 Inleiding Materieel strafrecht
Materieel strafrecht
a) Strafbaarstellingen
- Bevatten delictsomschrijving (beschrijving strafbaar gedrag, het bevat bestanddelen
die bewezen moeten worden) + sanctienorm
- Opgedeeld in misdrijven (boek 2 Wet Sr) en overtredingen (boek 3 Wet Sr)  gelet
op ernst van het feit dat strafbaar is gesteld.
o Misdrijven: belangrijk wat er omging in het hoofd van de verdachte; willens en
wetens of per ongeluk.
- Nadere onderscheidingen mogelijk, bijv. opdeling in misdrijf naar culpoos en doleus.
Opdeling van krenkings- en gevaarzettingsdelicten.
o Krenking: strafbaarstellingen van gedragingen waarbij het kwaad al is geschied.
o Gevaarzetting: gedragingen die zijn strafbaar gesteld, terwijl het kwaad nog
niet is geschied, maar er is een gevaar dat een kwaad ontstaat.
b) Algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheid (zie Algemeen deel Wsr)
c) Sanctierecht (aldus Kelk/De Jong)

Rechtsdelicten: delicten waar essentiële norm wordt beschermd, bijv. integriteit van
lichaam. Gedragingen die integriteit schenden, zijn rechtsdelicten. Krenking van een zeer
essentieel rechtsgoed. Het gaat om normen die heel erg samenhangen met de
gewetensfunctie van de mens.
Wetsdelicten: delicten die er zijn ter bescherming van normen van minder essentieel
karakter, orde bewaren in de samenleving. Normen wel handhaven, maar ze krenken een
veel minder essentieel rechtsgoed.
Dit onderscheid hangt ook samen met onderscheid van misdrijf en overtreding.

Omissiedelict: nalaten van iets dat men behoorde te doen, zoals het nalaten aan iemand die
in direct levensgevaar verkeert hulp te verlenen zonder dat het een gevaar voor jezelf is.
- Oneigenlijk omissiedelict: delict begaan door nalaten, maar in wet omschreven als
commissiedelict.
Commissiedelict: iets wel doen is strafbaar gesteld, bijv. stelen of vermoorden.

Formeel delict: verrichten van een bepaalde handeling, die in de wet staat, is strafbaar
gesteld, bijv. diefstal.
Materieel delict: gevolg staat centraal en niet de handeling zelf, bijv. doodslag.

Geprivilegieerd delict: strafbaar feit waarop, gelet op specifieke hoedanigheid van dader,
een lagere straf is gesteld dan gronddelict.
Gekwalificeerd delict: strafbaar feit met strafverzwarende omstandigheden.

Plaatsbepaling materieel strafrecht
In relatie tot formeel strafrecht

, - Materieel strafrecht komt in formeel strafrecht tot uiting. Op basis van
bevoegdheden, door bijv. iemand aan te houden, wordt uiting gegeven aan
materieel strafrecht.
- Opportuniteitsbeginsel: corrigerende werking, drukt vertrouwen in autoriteiten uit,
want kan geval tot geval beslissen om het nodig is om iemand te vervolgen.
o Officier kan beslissen dat een strafbaar feit niet wordt vervolgd op grond van
het algemeen belang.
o Formeelrechtelijke beginsel als correctie op materieel strafrecht.

In relatie tot andere rechtsgebieden
- Bijv. causaliteit in meer rechtsgebieden, maar hoeft niet hetzelfde te worden
uitgelegd in verschillende rechtsgebieden. Dat is ook logisch, want rechtsgebieden
hebben verschillende doelen.
Bestuursstrafrecht  ook in bestuursrecht is een straf mogelijk, bijv. bestuurlijke boete of
verkeersboetes.

Bronnen van materieel strafrecht
1. Internationale verdragen  staten binden zichzelf aan de verplichting.
a. Verdragen die Nederland als partij bij verdragen verplicht om bepaald gedrag
strafbaar te stellen  strafbaarstelling als zodanig.
o Bijv. verdragen over witwassen, cybercrime, mensenhandel
o Strafbare gedragingen die op een of andere manier een grensoverschrijdende
dementie hebben.
b. Verdragen die Nederland bij strafvorderlijk optreden bepaalde fundamentele
rechten te waarborgen  bekendste voorbeeld is EVRM, bij EU: EU-
grondrechtenhandvest.
2. EU-regelgeving  primair en secundair EU-recht
a. Primair  bijv. verdragen, EU-grondrechtenhandvest
b. Secundair  verordeningen, richtlijnen, besluiten
3. De wet: commuun en bijzonder strafrecht
- Commuun: wetboek van strafrecht
- Bijzonder: bijv. opiumwet, wet wapens en munitie  in andere wet dan wetboek
van strafrecht.
4. Nationale en internationale rechtspraak
a. Internationale rechtspraak  verplichting strafbaarstelling en fundamentele
rechten waarborgen.
o EHRM heeft de meeste invloed. Uitlegging door EHRM heeft invloed op
Nederlandse rechter.
o HvJEU heeft ook steeds meer invloed en laat zich steeds meer uit over
uitoefening van fundamentele rechten. Is ook van belang voor uitlegging van
bestanddelen. Bijvoorbeeld bij EU-regelgeving in een richtlijn en die een staat
ertoe verplicht bijv. criminele uitbuiting strafbaar te stellen. Als HvJEU
uitbuiting dan op een bepaalde manier uitlegt, moet Nederland dat ook zo
meenemen in eigen rechtspraak.

Betekenis van bronnen
- Wet heeft het primaat

, o Legaliteitsbeginsel (art. 1 Sr); iets is alleen strafbaar als het in de wet is
geregeld, anders kan je iemand niet strafbaar stellen.
 Legaliteitsbeginsel staat ook in EVRM en EU-grondrechtenhandvest.
o Codificatiegebod in art. 107 GW  strafrecht moet in wet zijn geregeld.
- Primaat van het wetboek van strafrecht  commuun strafrecht.
o Er zijn wel bijzondere wetten, maar primaat bij het commune strafrecht. In het
commune strafrecht staan namelijk de leerstukken geregeld, maar ook uit art.
107 GW. Daaruit vloeit voort dat strafrecht vooral in algemene wetten moet
zijn geregeld.
- Maar: praktijk is weerbarstig  ligt niet altijd zo scherp als hier staat.
o Bij primaat van de wet wordt door EHRM toch wel veel toegestaan voor
rechter om vage normen zelf in te vullen. Rechter kan dan dus ook invulling
geven aan normen en dat vermindert het primaat van de wet.
o Er is veel bijzonder strafrecht, dus niet alleen wetboek van strafrecht.
Er is ook strafrecht in lagere regelgeving, bijv. van de gemeente (APV).

Nederlands strafrecht 1886-heden
- Tot 1886  Frans Code Pénal (1810) van kracht.
o 1813 meteen juryrechtspraak afgeschaft.
- 1886  inwerkingtreding nieuw nationaal wetboek van strafrecht.
o Gekenmerkt door: eenvoud, rechterlijke interpretatie- en
straftoemetingsvrijheid, terughoudendheid (liberaal).
 Eenvoud: algemene leerstukken zijn vaak kort omschreven, daardoor
heeft de rechter een grote interpretatievrijheid. Dit is ook om
flexibiliteit te geven, want het recht is dynamisch.
 Straftoemetingsvrijheid van rechter, maar wel binnen bandbreedtes.
Rechter kan in een bepaald geval zelf de hoogte van de straf beslissen.

Behouden gebleven sinds 1886
- Algemene leerstukken niet/nauwelijks gedefinieerd  nadere uitwerking
overgelaten aan de rechtspraak.
- Tweedeling: misdrijven en overtredingen  sommige dingen in bestuursrecht
geregeld.
- Grote straftoemetingsvrijheid voor de rechter.

Ontwikkelingen sinds 1886
- Opkomst Moderne Richting  thans: verenigingstheorie (klassieke en moderne
richting): proportionele vergelding als grondslag van straf zien, maar in straf moeten
wel doelen worden verwezenlijkt.
o Meer aandacht voor persoon van verdachte  doelen van strafrecht en
doelen van straffen. Die doelen moeten gericht zijn op verdachte.
- Toegenomen invloed andere disciplines, bijv. criminologie en forensische
psychiatrie.
- Nieuwe vormen van criminaliteit, bijv. opkomst internet waardoor cybercrime
ontstaat.
- Internationalisering en Europeanisering  bij bronnen waren het ook niet alleen
nationale bronnen.

, - Heden: nadruk op veiligheid  gevolgen op straffen, bijv. taakstrafverbod.
Waarom mag overheid straffen, wat is de rechtvaardiging? Met Moderne Richting werd
meer gelet op doelen en effectiviteit van straffen.

Enige belangrijke veranderingen
Hoe Nederlands is ons Nederlandse strafrecht?  Met name bij strafbaarstellingen invloed
van internationale leerstukken.
- Positieve verplichtingen op grond van EVRM  EVRM beperkt strafbaarstelling,
maar kan ook reden vormen om gedrag strafbaar te stellen.
o Art. 4 EVRM  positieve verplichting om mensenhandel strafbaar te stellen.
- Invloed bovennationaal recht, met name EU-recht.
o Veel secundaire regelgeving om gedragingen strafbaar te stellen. Die
regelgeving kan dan verplicht stellen om de strafbaarstelling op te nemen in
het nationale recht.
- Plicht tot conforme interpretatie  uitlegging van bepaling in lijn met de
onderliggende EU-rechtelijke bepaling.
- Rechtspraak HvJEU  voor interpretatie van bepaalde norm. Als er eenmaal een
interpretatie is gegeven, moeten alle lidstaten die uitlegging opvolgen.

Strafbaarstelling van de voorfase
- Strafbare voorbereiding  ook voorbereidingshandelingen kunnen strafbaar zijn.
- Gevaarzettingsdelicten steeds meer op de voorgrond

Veranderde opvatting daderschap
- Naast fysiek ook functioneel daderschap  op grond van bijzondere
verantwoordelijkheid en daardoor in stand laten van gedragingen kan iemand ook
verantwoordelijk zijn.
- Strafbaarheid van de rechtspersoon

Forse groei bijzondere strafwetgeving
- Mede onder invloed van EU-regelgeving en internationaal recht
- Gelede normstelling

Criteria voor strafbaarstelling
- Schadebeginsel
o Schade of gevaar voor schade?
- Schending van rechtsbelangen

De mens in het strafrecht
- Strafbaar gedrag is menselijk gedrag
- Wie de misdadiger als mens eerbiedigt en werkelijk verantwoordelijk houdt, biedt
de misdadiger de gelegenheid het verloren vertrouwen opnieuw te verdienen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vanhemertjulia. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.66. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.66  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added