100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting literatuur Internationaal & Europees strafrecht $5.49   Add to cart

Summary

Samenvatting literatuur Internationaal & Europees strafrecht

 72 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van de literatuur (2021/2022 gemaakt). Week 6A mist een SV van h8. Dit i.v.m. gebrek aan tijd. Verder wel compleet. Zelf een 8 gehaald op dit vak.

Last document update: 1 year ago

Preview 4 out of 101  pages

  • No
  • Voorgeschreven stof, ecclusief h8
  • November 15, 2022
  • January 8, 2023
  • 101
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
INTERNATIONAAL EN
EUROPEES STRAFRECHT
LITERATUUR
2021-2022




Demi Altena


1

,Week 1A
• Van Elst & Van Sliedregt, hoofdstuk 1.
• N. Boister, An Introduction to Transnational Criminal Law, Oxford: Oxford University Press
2018, hoofdstuk 2 (What is Transnational Criminal Law?) (NB een eBook is beschikbaar via de
catalogus van de UB). (Deels samengevat)

H1: Inleiding
1.1. Een combinatie van juridische disciplines
Het Internationaal strafrecht (hierna: ‘ISR’) bevat veel disciplines. Voor een goed begrip moet men op
de hoogte zijn van het Nederlandse straf- en strafprocesrecht, maar ook het recht van de Europese Unie
en het volkerenrecht vervat in de vele verdragen. Ook is het handig om de ontwikkelingen van de
Straatburgse rechtspraak te volgen. Zelfs enige kennis van het civiele recht is belangrijk.

1.2. Definitie en kenmerken
In de (inter)nationale literatuur is geen consensus over de precieze begripsinhoud van ISR. Er wordt in
dit boek volstaan met een beschrijving van de samenstellende delen van het ISR. Et is het grensgebied
waar het volkenrecht en het nationale straf(proces)recht elkaar ontmoeten. Er zijn verschillende
invalshoeken. De eerste is die inzicht geeft op de nationale strafrechtspleging – het droit pénal
international. Dit gaat om problemen van nationaal recht die het gevolg zijn van grensoverschrijdende
verdachten, feiten of veroordeelden. De primaire invalshoek is hier een nationale. De tweede invalshoek
is meer internationaal – de droit international pénal. Het gaat om:
1. Strafrechtelijke normen van internationale herkomst. Denk aan genocide, oorlogsmisdrijven en
misdrijven tegen de mens;
2. Eigenlijke internationale rechtspraak door de ad hoc VN-tribunalen: ICTY en ICTR en het
Internationale Strafhof.
3. Dwingende invloed van nationaal recht en rechtspleging vanuit de Europees Unie door het
communautaire recht en de politiële en justitiële samenwerking

1.3. Droit pénal international
De eerste invalshoek ziet dus op nationaal strafrecht met internationale aspecten. Hieronder valt
bijvoorbeeld strafmachtrecht (rechtsmacht). Dit gaat over de bevoegdheid van de Nederlandse rechter
om te oordelen over buiten Nederlands grondgebied begane feiten. Daarnaast alt hieronder de
interstatelijke samenwerking in strafzaken. Deze interstatelijke samenwerking kent 4 vormen:
1. Overdracht van personen;
Dit vindt plaats op basis van een Europees aanhoudingsbevel.
2. Overdracht van strafvervolging;
Hierbij wordt niet slechts hulp verstrekt, maar de hele strafzaak wordt overgedragen.
3. Wederzijdse rechtshulp;
Dit is er in twee vormen: (1) politiële rechtshulp: operationeel en tactisch bij de opsporing van
verdachten, grensoverschrijdende observatie bijvoorbeeld (2) justitiële rechtshulp: gebruik van
dwangmiddelen in het kader van een buitenlandse strafzaak.
4. Overdracht van de tenuitvoerlegging.
Dit is toepasbaar als iemand de straf beter kan ondergaan in de Staat waarmee hij nauwe banden heeft
(door nationaliteit of woonplaats) dan in het land van veroordeling. Hiermee wordt bevorderd dat de
uitvoering van de straf tegemoetkomt aan resocialisatie.




2

,De samenwerking is vormgegeven vanuit het principe van wederzijdse erkenning van elkaars vonnissen
en andere rechterlijke beslissingen. Ook bestaat er samenwerking tussen nationale autoriteiten en
internationale organisaties. Dan is geen sprake van traditionele intergouvernementele strafrechtelijke
samenwerking – want het gaat niet om twee Staten die samenwerken. Het is een internationale
interactie gericht op grensoverschrijdende informatie-uitwisseling.
• Een voorbeeld hiervan is de uitwisseling van informatie in een concrete strafzaak tussen de
Europese Commissie en nationale instanties. Een ander voorbeeld is de uitwisseling van
strafrechtelijke informatie tussen een Staat aan de ene kant en een internationaal tribunaal aan
de andere kant.
1.4. Droit international pénal
Hierbij gaat het om materieel en/of formeel recht van internationale herkomst waarbij Staten de
autonomie hebben verloren om het recht zelf op te stellen of toe te passen. Dat is het geval als een
soevereine Staat is opgegaan in een groter verband. Denk hierbij aan de Europese Unie (EU). Door het
Verdrag van Lissabon is de ambitie van de EU op strafrechtelijk terrein vooral het bewerkstelligen en
in stand houden van een effectieve en efficiënte samenwerking tussen lidstaten. Harmonisatie is
daarbij geen doel op zich. Een ander voorbeeld hiervan is de internationale strafrechtspraak. De
straftribunalen spreken recht op basis van hun eigen uitleg van delicten. Ze hebben daar eigen
procesrechtelijke regelingen voor. De staten moeten de uitkomst van die rechtspraak respecteren. Het
gaat om supranationale strafrechtspleging waaraan soevereine Staten moeten meewerken.

1.5. Toenemende belangstelling
De belangstelling van het ISR is enorm toegenomen. De strafrechtspleging is geïnternationaliseerd. Dat
komt door verschillende factoren:
1. De criminaliteit is letterlijk en figuurlijk grensoverschrijdender geworden;
• Dit komt doordat de samenwerking in de ‘bovenwereld’ minder wordt gehinderd door
nationale grenzen. Het internationaal verkeer is togenomen en dat is niet enkel beperkt
gebleven tot legale transacties.
2. Enkele historische voorvallen hebben ervoor gezorgd dat men beseft dat bepaalde misdaden
zodanig gruwelijk zijn dat de verantwoordelijken nergens aan berechting moeten ontkomen. Dit
gaf aanleiding tot belangrijke progressie in de ontwikkeling van internationale
misdaadbestrijding.
• Dit heeft zich geuit in formulering van internationale misdrijven zoals
oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de mensheid. Ook zijn er internationale tribunalen
opgericht. Dat heeft geleid tot het opheffen van beperkingen van nationale rechtsmacht.
Een voorbeeld is de ICC. Zij is complementair aan nationale jurisdicties en komt pas in
actie als de Staat unwilling or unable is om strafvervolging in de hand te nemen.
3. Ontwikkelingen op het Europese straf(proces)recht hebben sinds een baanbrekend arrest van
het Europese Hof van Justitie een hoge vlucht genomen. De bevoegdheid van de Gemeenschap
is sindsdien een feit.

1.6. Een goede rechtsbedeling
Voor betrokkenen kan het nogal uitmaken waar het onderzoek plaatsvindt en welke straffen worden
opgelegd en tenuitvoergelegd. Welke vorm van interstatelijke samenwerking moet worden toegepast
om het optimale resultaat te verkrijgen? Wat is optimaal? Voor de beantwoording hiervan wordt vaak
gesteund op het concept van een goede rechtsbedeling. Dit ligt vast in verschillende wettelijke
regelingen (Art. 26 lid 3 OLW en art. 35 UW). Een goede rechtsbedeling vraagt dat bij strafbare feiten
met een internationaal element van geval tot geval wordt gekeken welke Staat het meest aangewezen is
tot vervolging en berechting van de verdachte – en welke Staat het meest tot executie van de sanctie. Er
bestaan echter grote verschillen in opvattingen over doelen van berechten en bestraffing, waardoor
duidelijk is dat het concept van een goede rechtsbedeling niet altijd een eenvoudige uitkomst heeft. In
de regel zijn het de soevereine staten zelf die bepalen wat de goede rechtsbedeling naar hun oordeel
vordert.




3

, An introduction to Transnational Criminal Law
H2: Introduction
In de jaren 70 ontwikkelde het UN’s Crime Prevention and Criminal Justice Branch een concept van
transnational crime als criminele activiteiten ‘extending into and violating the laws of several
countries’. Gerhard Mueller, de ontwikkelaar van het concept, zei dat de media en veel criminologen
denken bij elke soort criminaliteit die ook maar enig internationaal aspect heeft, internationale
criminaliteit is. Dat is niet het geval. In een werkdocument gegeven bij het vijfde UN Crime Congres in
’75 beargumenteerde The Branch dat een trend van nationaal naar transnationaal en uiteindelijk
internationaal duidelijk waarneembaar is in de onderdrukking van misdaad. Jessup definieerde
transnationaal recht als elk recht wat acties of events reguleert die de nationale grenzen overstijgen –
maar limiteert het tot acties tegen transnationale crime. Dit omschrijft dus het recht dat misdaad
onderdruk die nationale grenzen overstijgt. Het kan gedefinieerd worden als de indirecte onderdrukking
van internationaal recht door strafrecht of criminele activiteiten die echte of potentiele
grensoverschrijdende effecten hebben.

Staten zijn lang geïnteresseerd in het onderdrukken van criminaliteit die voortkomt in- of uitgaat van
andere staten. De moeilijkheid is bepalen wat precies nodig is om effectieve acties te ondernemen. In
1931 heeft de League of Nations een rapport geschreven over de mogelijke intensivering van de strijd
tegen criminaliteit door internationale samenwerking. Er ontstond verwarring over hoe dat doel bereikt
moest worden. Voor The League was het doel geleidelijke eenmaking van het strafrecht en de
samenwerking tussen staten op het gebied van preventie en bestrijding van criminaliteit. Ze raden
gestandaardiseerde wetten aan en bepaalde procedures voor het tegengaan van internationale significant
overtredingen. Engeland had pragmatische bedenkingen hierbij. Ze dachten dat standaardisering slechts
mogelijk was bij bepaalde specifieke onderdelen, omdat daar unanimiteit over bestond. Ze meenden wel
dat unificatie van strafwetgeving het doel was. De internationale gemeenschap heeft er nog moeite mee
om duidelijk te maken wat precies het doel is van transnationale criminaliteit; gestandaardiseerde wetten
of een meer utilitaire procedurele samenwerking van ongelijke systemen.

Transnationaal strafrecht onderscheiden van de transnationale strafrechtelijke procedure
Transnationaal strafrecht bestaat uit:
a. Horizontale internationale verplichtingen tussen staten tot criminalisering en samenwerken;
b. De verticale toepassing van strafrecht en procedures door de staten om aan hun internationale
verplichtingen te voldoen.

Deze verplichting gaat om het respecteren van bepaalde misdrijven, zoals kaping – maar niet zoals
diefstal. Als een dief over een grens gaat naar een andere staat en zijn uitlevering is gevraagd, dan zou
men kunnen betogen dat het een interstatelijk – transnationaal – probleem is. Dat diefstal overal wordt
gezien als een strafbaar feit, betekent niet dat het ook een internationale plicht is om een dief te arresteren
of uit te leveren. Als er een plicht was om dat te doen zou dat betekenen dat er een transnationaal belang
is bij een mate van coördinatie van strafbaarstelling of een procedure daarvan, maar dat is niet aan de
orde. Diefstal is overgelaten aan nationaal recht omdat er onvoldoende belang bij is op transnationaal
niveau. Alleen bepaalde specifieke vormen kennen een transnationaal belang. De transnationale
handhaving van een nationaal misdrijf dat geen gevolg is van een internationale verplichting, kan beter
worden gezien als transnationale strafvordering (dan als strafrecht) want er is geen wederzijdse plicht
tot strafbaarstelling.

De interstatelijke dimensie
Wederzijdse samenwerking van andere staten is nodig vanwege de beperkingen die de soevereiniteit
oplegt aan de geldigheid en doeltreffendheid van het strafrecht. Een staat die alleen handelt kan niet met
succes serieuze bedreigingen onderdrukken van non-statelijke actoren. Daarom werken staten samen,
vanwege wederzijdse belangen. Staten vertrouwen vaak op verdragen omtrent crime control of de
supression convention om het transnationale belang te multilateraliseren.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demialtena98. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.49. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.49  4x  sold
  • (0)
  Add to cart