Dit is een samenvatting van de lessen en presentaties van finance 3 die de docent op Hogeschool Leiden geeft voor studenten in jaar 2. Hiermee kan jij je goed voorbereiden op de toets en begrijp je de basis (theorie) beter, waardoor je het beter kan gaan toepassen.
Rechtsvorm of ondernemingsvorm van een bedrijf is de juridische vorm waarin deze is gegoten. Een
rechtsvorm is wat anders dan een handelsnaam of een merk, want iedere rechtsvorm kan meerdere
handelsnamen en/of merken voeren!
2 categorieën: persoonlijke en zelfstandige rechtsvormen
Factoren die meespelen bij keuze rechtsvorm:
- Aantal zakelijke partners
- Aard van de activiteiten
- Risico van de activiteiten
- Opbrengsten van de activiteiten
Persoonlijke rechtsvorm: vorm waarbij je als natuurlijk persoon alleen of samen met anderen
(administratief) een bedrijf uitoefent. De volledige juridische-, financiële- en fiscale aansprakelijkheid
blijft bij de natuurlijke persoon/personen liggen. Zo ben je oa. met je privé-vermogen aansprakelijk
voor de schulden van je bedrijf.
Eenmanszaak: Snel en eenvoudig op te richten en je hebt in het begin meestal meer
belastingvoordeel dan bijvoorbeeld bij een Besloten Vennootschap. Nadeel is dat je privé (dus ook
evt. partner en kinderen) aansprakelijk bent voor (oa. de schulden van) je bedrijf.
Vennootschap onder firma (vof): Hierbij begin je samen met andere ondernemers een bedrijf,
waarbij alle vennoten iets in de vof brengen, bijvoorbeeld geld, goederen of arbeid. Een
minimumkapitaal is niet nodig.
Maatschap: U beoefent uw beroep als zelfstandige ondernemer samen met uw partners (maten)
onder een gemeenschappelijke naam, bijvoorbeeld tandarts, architect, fysiotherapeut, agrariër of
advocaat.
Zelfstandige rechtsvorm: vorm waarbij je als alleen of samen met anderen in een aparte juridische
entiteit een bedrijf uitoefent. De volledige juridische-, financiële- en fiscale aansprakelijkheid ligt bij
aparte juridische rechtsvorm. Zo kan je dus bij als natuurlijk persoon je privé- en zakelijke belangen
scheiden. Daarnaast kan je hiermee eigenaarschap van een bedrijf en het verrichten van
werkzaamheden voor het bedrijf splitsen.
Besloten vennootschap (bv): Het kapitaal van een Besloten Vennootschap (BV) is verdeeld in
aandelen, die in bezit zijn van de aandeelhouders. De hoogste macht ligt bij deze aandeelhouders (de
Algemene vergadering van Aandeelhouders AvA). De bestuurders geven de dagelijkse leiding aan het
, bedrijf. Een BV kan ook een raad van commissarissen hebben, die toezicht houdt op het bestuur. Bij
kleine BV's is de bestuurder vaak ook de enige aandeelhouder en is dan directeur én
grootaandeelhouder (dga).
Naamloze vennootschap (nv): Een naamloze vennootschap (NV) is een vennootschap waarvan het
kapitaal is verdeeld in aandelen, net zoals bij een besloten vennootschap (BV).
Verschil BV en NV: Een NV kent naast aandelen op naam, ook aandelen die vrij verhandelbaar zijn op
de beurs (aandelen aan toonder), terwijl een bv alleen aandelen op naam kent die alleen via de
notaris overdraagbaar zijn. Daarnaast heeft een BV eigenlijk geen minimum aandelenkapitaal meer
(€ 0,01) en een NV wel (minimaal 45.000 euro).
Vereniging: Deze wordt gevormd door de leden, die inspraak hebben door middel van de Algemene
Ledenvergadering (ALV) De ALV kiest het bestuur van de vereniging. Een vereniging heeft doorgaans
geen winstdoelstelling en heeft een doel of wens die bereikt wordt doordat de eigenaar met anderen
samenwerkt, zoals samen sporten of muziek maken.
Stichting: Deze kent geen leden (wel vaak donateurs). Het bestuur wordt gevormd door de oprichters
of het bestuur kiest een nieuw bestuur, er is dus geen inspraak. Een stichting heeft doorgaans geen
winstdoelstelling en wil een bepaald maatschappelijk, sociaal of ideëel doel realiseren, zoals
natuurbehoud of hulp aan andere mensen en heeft hiervoor voldoende vermogen.
Goodwill: bij overname van een ander bedrijf wordt meer betaald dan de intrinsieke waarde: het
verschil tussen de bezittingen en schulden. Dit bedrag wordt op de balans gezet, als er daadwerkelijk
is betaald.
Waarom wordt er meer betaald?
- Hoge winstverwachting
- Deskundig personeel
- Goede naam van het bedrijf
- Het klantenbestand
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Gerrie99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.33. You're not tied to anything after your purchase.