Organisatie: er is sprake van samenwerking door mensen, aan een
gemeenschappelijk doel, met de bedoeling de organisatie voort te laten
bestaan.
Synergie: het resultaat van het totale samenwerkingsproces is groter dan
de optelling van individuele prestaties.
Soorten organisaties:
Functioneel: effectief met elkaar afstemmen van activiteiten (zoals een
feest)
Institutioneel: een instituut met een naam en locatie (zoals een school)
Instrumenteel: de wijze waarop men de zaak georganiseerd heeft in een
organisatie
Organisatie: een menselijke samenwerking die
doelgericht en blijvend is. (Belastingdienst)
Bedrijf: een organisatie die goederen en/of diensten
maakt om deze op een afzetmarkt te verkopen
(overheid)
Onderneming: een organisatie die goederen en/of
diensten maakt om deze met winst te verkopen (winkel)
Rechtsvormen
Natuurlijke personen:
Eenmanszaak: De eigenaar is met zijn gehele privévermogen
aansprakelijk voor schulden in de ‘zaak’
Maatschap: eigenaren zijn maten in een veelal vrij beroep en voor een
gelijk deel aansprakelijk voor schulden
Vennootschap onder firma (firma/vof): twee of meer firmanten onder
één naam die allen wat in kunnen brengen zoals geld, diensten of
vergunning die allen gelijk aansprakelijk zijn met privévermogen.
Commanditaire vennootschap (cv): verschil met firma dat
commanditaire vennoten ook alleen geld kunnen inbrengen i.p.v. diensten
(stille vennoten). Hij is alleen aansprakelijk voor zijn inleg.
Rechtspersonen:
Naamloze vennootschap (nv): De aandelen zijn aan toonder (aandeel
waarop de naam van eigenaar niet staat). Alle beursgenoteerde bedrijven
zijn een nv
Besloten vennootschap (bv): is vergelijkbaar aan nv maar aandelen
staan wel op naam. Aandeelhouder is niet aansprakelijk met zijn
privévermogen
Coöperatieve vereniging (cv): vereniging met leden datzelfde doel
nastreven door bijv. gezamenlijk in te kopen zoals Rabobank of
boerenbondwinkels.
,Omgeving van een organisatie bestaat uit:
Interne belanghebbenden (werknemers, aandeelhouders)
Externe belanghebbenden (klanten, concurrenten)
Indirecte omgeving (algemene omgevingsvariabelen DESTEMP)
DESTEMP-analyse:
Demografisch
Deze factor richt zich op de bevolkingssamenstelling; meer inzicht in deze
factor kan voor een organisatie van cruciaal belang zijn.
Economisch
Dit zijn alle factoren die met economische groei, inflatie, koopkracht en
dergelijke te maken hebben.
Sociaal cultureel
Dit zijn kenmerken op het gebied van cultuur en leefgewoonten. Het
nieuwe werken.
Technologisch
Dit zijn alle ontwikkelingen en innovaties waar een organisatie op in moet
spelen, om mee te gaan met de tijd. Automatisering.
Ecologisch
Het gaat om alle factoren op het gebied van de fysieke omgeving en het
milieu.
Markt- en bedrijfstak variabelen
Denk aan de omvang van een bedrijfstak. De hevigheid van de
concurrentie.
Politiek juridisch
Het gaat om alle politieke maatregelen op bestuurlijk, provinciaal en
gemeentelijk niveau.
Een organisatie moet zijn omgeving kennen om keuzes te maken en de
omgeving te kunnen beïnvloeden. Door een marktonderzoek te doen
kan er meerwaarde gecreëerd worden en bestaansrecht blijven.
Maatschappelijke verantwoord ondernemen (MVO) bestaat uit de 3P’s.
People (sociaal), Profit (economisch), Planet (ecologisch)
Cradle2cradle (C2C): manier van ontwerpen zodat het elders met
andere functie te gebruiken is.
, Horizontale arbeidsverdeling: op hetzelfde hiërarchische niveau taken
verdelen
Verticale arbeidsverdeling: verschillende hiërarchische niveau taken
verdelen
Managementvaardigheden:
Conceptuele vaardigheden (zelf oplossingen bedenken)
Communicatieve vaardigheden (Juiste wijze van informatie of gedachten
over te brengen)
Interpersoonlijke vaardigheden (juiste manier van leiden)
Technische vaardigheden (om specifiek iets toe te kunnen passen)
Rollen van managers door Mintzberg:
Interpersoonlijke rollen: boegbeeld, leider en verbinding
Informationele rollen: waarnemer, verspreider en woordvoerder
Besluitvormende rollen: ondernemer, oplosser van verstoringen,
verdeler van middelen en onderhandelaar.
Management van een organisatie richt zich op 4P’s: planning, organisatie,
leiding en beheersing
Hoofdtaken van een manager zijn:
- Plannen, doelen bepalen
- Organiseren, structuur aanbrengen en coördineren
- Leidinggeven, begeleiden en motiveren
- Beheersen, verifiëren gestelde doelen en bijsturen
Vastgoed moet goed aansluiten bij behoeften. Hier kom je achter door
marktonderzoek. Je onderzoekt dan de behoeften zoals trends en
ontwikkelingen van externe partijen.
Als je meerwaarde biedt heb je bestaansrecht. Dit kan door aansluiting
van trends en ontwikkelingen, door innovatief te zijn en je te
onderscheiden van concurrentie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romykortenoever1308. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.