100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting biologie Thema 1 en Thema 2 4 havo $5.11   Add to cart

Summary

Samenvatting biologie Thema 1 en Thema 2 4 havo

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Alle belangrijke punten van de 2 hoofdstukken staan hierin verwerkt. Gegarandeerd een hoog cijfer! 4 Havo Thema 1 en 2

Preview 2 out of 10  pages

  • November 15, 2022
  • 10
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Thema 1
Biologie is en natuurwetenschap en bestudeert organismen (levende wezens).
● Alle organismen vertonen levensverschijnselen zoals voortplanting, groeien,
ontwikkelen en stofwisseling.
● Stofwisseling: alle chemische reacties in een organisme.
● Enzymen (zijn eiwitten) versnellen (katalyseren) de chemische reacties van
stofwisselingsprocessen.
● Een organisme dat geen levensverschijnselen meer vertoont, is dood. Dingen in
de natuur die nooit hebben geleefd zijn levenloos.

Kennis van en inzicht in biologische processen en systemen is steeds relevanter bij
belangrijke vraagstukken van de toekomst op het gebied van bijvoorbeeld voeding,
gezondheid en duurzame ontwikkeling.

Een situatie waarin biologie een rol speelt is een context voor het vak biologie.

Elk organisme (individu) heeft een levensloop. De levensloop begint direct na het
ontstaan van het organisme en eindigt met de dood van het organisme.

Elke soort heeft en levenscyclus doordat alle individuen van een soort tijdens hun
levensloop dezelfde fasen of stadia van ontwikkeling doorlopen. Hoewel individuen van
een soort sterven, blijft de soort voortbestaan.
● Ontwikkelen: optreden van veranderingen in de bouw en het functioneren van het
organisme of van bepaalde delen ervan.

Soort: organismen die zich onderling kunnen voortplanten en daarbij vruchtbare
nakomelingen voortbrengen.

Organismen zijn georganiseerd in biologische eenheden (van klein naar groot en van
eenvoudig naar complex).

Molecuul: bouwstenen van stoffen en van cellen, bijvoorbeeld DNA.

● DNA bevat de erfelijke informatie voor een organisme.

Cel: organismen bestaan uit een of meer cellen.

Organ: deel van een organisme met een specifieke bouw en functie.

Organisme: eencellig of meercellig levend wezen (individu).

Populatie: groep individuen van dezelfde soort die in een bepaald gebied leven en die zich
onderling voortplanten.

Ecosystem: een min of meer begrensd gebied met bepaalde eigenschappen, zowel de
levende als de niet-levende natuur.

, Biosfeer (system aarde): het geheel aan ecosystemen op aarde.

Emergente eigenschappen: als er op een hoger organisatieniveau en nieuwe eigenschap
ontstaat die er op het lagere organisatieniveau niet is.
● Bijv. een cel bestaat uit veel moleculen. Één enkel molecuul van een cel leeft niet.
Maar interactie tussen alle moleculen levert wel en levende cel op.

Interactie: biologische eenheden reageren op elkaar en op de invloeden uit hun omgeving.

Orgaanstelsel: bestaat uit een aantal organen. Deze organen oefenen samen en bepaalde
functie uit.
● Bijv. verteringsstelsel en beenderstelsel.

Organen in de romp van een mens zijn: lever, maag, strottenhoofd, long, hart, middenrif,
dikke darm, dunne darm, wervel, rib, borstbeen, galblaas, lever, nier en aorta.

Het middenrif scheidt de romp in de borstholte en de buikholte.

Weefsel: een groep cellen met dezelfde vorm en functie.

De vorm van cellen hangt samen met de functie.

Organen zijn opgebouwd uit weefsels.

Soorten weefsels: dekweefsel (epitheel), zenuwweefsel en spierweefsel.

Bij veel weefsels liggen de cellen niet direct tegen elkaar aan, maar komt tussencelstof voor.
Het soort tussencelstof hangt samen met de functie van het weefsel.
● Bijv. versteviging bij celwanden en beenweefsel.

Bi organismen is er een verband tussen de vorm en de functie van de biologische eenheden
waaruit ze zijn opgebouwd.
● Langwerpige, holle botten bij de mens: zijn licht en stevig.
● Beenbalkjes in de kop van een dijbeen: maken het been licht en geven stevigheid.
● Gewelfde vorm van de botten in de voeten: gewicht dragen en schokken opvangen.
● Gestroomlijnde lichaamsvorm bij diersoorten: weinig weerstand.

Organel: elk deel van en cel met een eigen functie.

Celmembraan: scheidt het inwendige van de cel, het cytoplasma (celplasma), van het milieu
buiten de cel.

Cytoplasma bestaat uit water met organellen en opgeloste stoffen.

De kern is omgeven met het kernmembraan en bevat kernplasma.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller m23onbekend. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.11. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$5.11
  • (0)
  Add to cart