Politiek: is het maken van regels en het nemen van besluiten die te maken hebben met het besturen van
een land, een provincie of een gemeente.
Politici: vertegenwoordigen de bevolking bij het nemen van politieke besluiten.
Politieke besluitvorming: is de manier waarop politici besluiten nemen.
Ambtenaren: zijn mensen die veel verstand hebben van kwesties waarover politici moeten beslissen.
Overheid: wordt gevormd door alle politici en ambtenaren samen.
Overheidsbeleid: is het geheel van regels en afspraken die politici maken.
Verzorgingsstaat: is een land waar de overheid de burgers helpt als het nodig is.
Algemeen belang: gaat over zaken die voor heel veel mensen belangrijk zijn omdat ze er voordeel van
hebben of er gebruik van maken.
Maatschappelijk probleem of vraagstuk:
- Gaat altijd om een sociaal probleem.
- Er bestaan verschillende meningen over de oorzaken en de mogelijke oplossingen.
- Het krijgt veel aandacht in de media.
- Kan vaak het beste worden opgelost door de overheid in samenwerking met burgers en organisaties.
Waarden: zijn de principes of uitgangspunten die je belangrijk vindt in het leven.
Normen: zijn regels die bepalen hoe jij en anderen zich moeten gedragen.
Belangen: zijn de voor- of nadelen die je ergens van hebt.
Belangentegenstelling: het belang van de een botst met het belang van de ander.
Macht: is de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
Machtsmiddelen: zijn de middelen waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden.
Politieke agenda: omvat de onderwerpen waarover politici voortdurend met elkaar praten.
Dilemma: een lastige keuze tussen twee dingen die allebei voordelen of juist nadelen hebben.
,De maatschappij en de politiek
Samenvatting hoofdstuk 1 blz. 15
Overal waar mensen samenleven, bestaan regels en afspraken. Welke regels er zijn, daarover beslist
uiteindelijk de politiek. Het geheel van regels en afspraken noemen we het overheidsbeleid. Dat wordt
gemaakt door mensen die van politiek hun beroep hebben gemaakt, de politici. Alle politici en ambtenaren
samen noemen we de overheid. We hebben als burgers invloed op het beleid omdat wij tijdens verkiezingen
onze stem uitbrengen. We kiezen dus zelf onze volksvertegenwoordigers.
De overheid maakt beleid voor zaken die van algemeen belang zijn, zoals de aanleg van wegen.
Omdat politici besluiten nemen waar iedereen de gevolgen van merkt, hebben politici politieke macht.
Wanneer er iets op de politieke agenda staat, betekent dat: dat politici voortdurend met elkaar over een
onderwerp spreken.
Maatschappelijke problemen, zoals criminaliteit en milieuvervuiling, staan altijd op de politieke agenda.
Mensen denken verschillend over de oorzaken en oplossingen van maatschappelijke problemen. Dat heeft
te maken met de volgende drie begrippen: waarden, normen en belangen.
Wanneer het belang van de een botst met de ander, noem je dit een belangentegenstelling.
Een voorbeeld is: de verschillende kijk op euthanasie of het homohuwelijk.
Als je wilt dat de overheid rekening houdt met jouw belangen, helpt het als je macht hebt.
Daarbij maak je gebruik van machtsmiddelen, zoals geld, vaardigheden of de macht van het getal.
, Rechtsstaat, democratie en dictatuur
Begrippen hoofdstuk 2 blz. 26
Rechtsstaat: is een land waar de rechten en plichten van de burgers en van de overheid zijn vastgelegd.
Grondwet: hierin staan de belangrijkste rechten en plichten van de burgers precies omschreven, net als de
bevoegdheden van de overheid.
Grondrechten: de belangrijkste rechten van burgers die in onze samenleving gelden.
Artikel 1 van de grondwet: allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk
behandeld.
Rechtsbescherming: burgers worden beschermd tegen een te grote overheidsmacht en tegen willekeur
door de overheid.
Democratie: een staatsvorm waarbij burgers invloed hebben op de besluiten van de politici.
Recht: geeft aan wat je mag doen of waar je recht op hebt.
Plicht: bepaalt wat je moet doen.
Parlement: de Eerste en Tweede Kamer.
Trias politica: de scheiding van de politieke macht in drie onderdelen (de wetgevende, uitvoerende en
rechterlijke macht).
Wetgevende macht: stelt wetten vast waaraan burgers en de overheid zich moeten houden.
Uitvoerende macht: zorgt ervoor dat eenmaal goedgekeurde wetten worden uitgevoerd.
Legaliteitsbeginsel: iedere handeling van de overheid moet gebaseerd zijn op een wet.
Rechterlijke macht: beoordeelt of wetten goed worden nageleefd en doet uitspraak in conflicten.
Dictatuur: een land waar de macht in handen van één persoon, een kleine groep mensen of één partij is.
Censuur: de machthebbers houden vooraf toezicht op de media.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Estellevaliente07. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.24. You're not tied to anything after your purchase.