,Leestaken
Week 9.1
Evidance-based diagnostiek van het menselijk beweegapparaat
9.1 Epidemiologie
Richtlijnen
- (NHG) heeft een standaard schouderklachten (wordt herzien)
- KNGF) heeft geen richtlijn maar wel een KNGF-Evidence statement subachromiale klachten.
Deze is gebaseerd op de NHG-standaard
- KNGF heeft meegewerkt met 2 multidisciplinaire richtlijnen voor klachten aan de arm/nek en
of schouder.
Er wordt een verdeling gemaakt tussen 3 subgroepen met aspecifieke schouderpijn:
1. patiënten met een pijnlijk abductietraject (problemen in de subacromiale ruimte)
2. patiënten met passieve bewegingsbeperking (problemen in het glenuhumerale gewricht)
3. patiënten zonder pijnlijke abductie en zonder passieve bewegingsbeperking (instabiliteit of
klachten vanuit het acromioclaviculaire gewricht of vanuit de nek)
9.1.1 incidentie/prevalentie
Schouderpijn kan worden onderverdeeld in schouderpijn al gevolg van een:
Fractuur (komen voor in de humerus, de clavicula en de scapula)
Tumor/infectie
Aspecifieke schouderpijn
Schouderluxatie risico is hoger bij mannen, jonge sporters en militairen.
De oorzaak van aspecifieke schouderpijn is onbekend, maar kan liggen in allerlei structuren rondom
en in het schoudergewricht:
subacromiale ruimte (impingement, rotatorcuffruptuur), het glenohumerale gewricht (frozen
shoulder, artrose), glenohumerale instabiliteit (luxatie, labrumletsel), de acromioclaviculaire of
sternoclaviculaire gewrichten (trauma, artrose).
9.1.2 risicofactoren
Enkele studies gaan ervan uit dat de meeste patiënten schouderpijn ontwikkelen op basis van
overbelasting (acuut of langdurig) van de weke delen van de schouder.
Rotatorcuffletsel: hogere leeftijd, roken en een BMI >30
Acromioclaviculaire artrose: zwaar werk
Glenohumerale artrose: hogere leeftijd en een eerdere luxatie
Labrumletsel: diabetes met een frozen shoulder en het mannelijk geslacht en rugby spelen
Werk gerelateerd: zwaar tillen, vreemde werkhouding en hoge psychische werkdruk
geassocieerd zijn met schouderpijn.
9.2.1 stukje over prognostische factoren
In een anamnese gaat de fysio op zoek naar prognostische factoren om een inschatting te maken van
de prognose van de patiënt, en in welke mate die te beïnvloeden is door een behandeling of advies.
Ongunstige prognose bij patiënten met schouderpijn in de eerstelijnszorg zijn:
Ernst van de pijn
Duur van de klacht en bijkomende nekpijn
Factoren gerelateerd aan een ongunstige prognose:
3
, Hogere leeftijd
Langere duur van de klachten en beperkingen in de dagelijkse activiteiten
9.2.2 lichamelijk onderzoek
Het 'algemeen lichamelijk onderzoek' bestaat uit:
Inspectie van de houding
Palpatie
Meten van de kracht en bewegingsomvang
De belangrijkste vormen zijn de actieve abductie, de passieve abductie en exorotatie en actief
bewegingsonderzoek van de nek.
Patienten met mogelijk problemen in de subacromiale ruimte hebben veelal een beperkte of pijnlijke
actieve beweging van de schouder, maar geen passieve bewegingsbeperking.
9.2.3 combinatie van anamnese en lichamelijk onderzoek
Stukje over glenohumerale instabiliteit alleen gelezen
Dynamiek van het menselijk bindweefsel
17.1 fibrosering
Fibrosering= vorming van een overmatig hoeveelheid littekenweefsel in organen of weefsels bij een
reparatief proces. Door colageenvorming kan het weefsel verkleven, dit leidt tot bewegingsbeperking
als er geen functionele behandeling wordt gegeven.
Bij ontstekingsprocessen zijn de fibroblasten geneigd om willekeurig bindweefsel aan te leggen als
het herstel ontspoort. Daarom is fibrosering vaak een gevolg van een ontstekingsproces. Een
hinderlijke vorm is onbehandeld lymfoedeem.
Keloidvorming= litteken dat zich sterk buiten de grenzen van het wondgebied uitbreid en de vorm
van een gezwel aan neemt (goedaardig), wordt alleen maar groter. Overvloedig type 1 wordt
aangelegd en TGF-B blijft fibroblasten en myofibroblasten stimuleren.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller n1grootenboer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.75. You're not tied to anything after your purchase.