100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
Previously searched by you
College aantekeningen Verbintenissenrecht En Ondernemingsrecht (AREC1) Recht in je opleiding - Verbintenissenrecht & ondernemingsrecht, ISBN: 9789462902787$9.79
Add to cart
College aantekeningen Verbintenissenrecht En Ondernemingsrecht (AREC1) Recht in je opleiding - Verbintenissenrecht & ondernemingsrecht, ISBN: 9789462902787
Recht in je opleiding - Verbintenissenrecht & ondernemingsrecht
Dit zijn alle college aantekeningen van het vak recht, eerste jaar bedrijfskunde. Dit betreft verbintenissen- en ondernemingsrecht. Dit kan ook voor andere opleidingen gebruikt worden. De aantekeningen zijn aangevuld met het boek. De hoofdstukken 1 tot en met 12 en 16 tot en met 23 staan in dit doc...
Verbintenissen recht & ondernemingsrecht aantekeningen
Hoofdstuk 1:
Verbintenissen:
Privaatrecht: regelt de relatie tussen burgers onderling. (organisaties en burgers zijn voor het recht
‘hetzelfde’)
Publiekrecht: regelt relatie tussen overheden onderling en tussen overheid en burger (en organisaties).
(let op: de overheid moet dan wel als overheid handelen)
Rechtsbronnen:
1. Wetten (geschreven recht)
2. Verdragen (internationale overeenkomst tussen een of meer landen)
3. Jurisprudentie (rechtersrecht) ook wel uitspraken van rechters (rechtspraak)
4. Gewoonte (ongeschreven recht)
Self-executing als een verdragsbepaling de burgers rechtstreeks bindt. Dit kan de nationale
wetgeving/regels beperken of helemaal zelfs opzijzetten.
De wet is een geschreven rechtregel:
Voorbeelden:
- Burgerlijk wetboek
- Wet op de ondernemingsraden
- Wetboek van koophandel
Recht:
Materieel recht: regels die de rechten en plichten van partijen regelen.
Formeel recht: regels die gaan over de procedure. (handhaving van materieel recht) (procesrecht).
Hiermee wordt bedoeld dat het formeel recht, rechtregels die aangeven op welke wijze je het materiële
recht kunt handhaven.
Als je materiële recht is geschonden kan je procederen en wordt het formele recht toegepast.
Objectief recht: het geheel van geschreven en ongeschreven rechtregels.
Subjectief recht: Een individueel recht dat aan een objectief recht ontleend kan worden.
Als je voldoet aan de voorwaarden, krijg jij: Huursubsidie, of stufi, of…..
Dwingend recht: recht waarvan niet afgeweken mag worden. Een afwijkende afspraak is nietig (ongeldig).
Aanvullend recht: vult afspraken aan over onderwerpen die partijen niet hebben geregeld.
Regelend recht: wetgeving waarvan door middel van afspraak wel van afgeweken mag worden. (‘Je regelt
het dan zelf’)
,Wanneer speelt de overheid rol in het privaatrecht?
Een gemeente of overheid kan actief zijn. Dus als zij iets kopen valt het onder het privaatrecht.
Belastingaanslag is publiekrecht. Doen ze iets wat jij en ik ook kunnen? Dan valt het onder het privaatrecht.
Materieel recht: 4 weken recht op vakantie, dit recht regelt dat je hier recht op hebt. Op de inhoud van een
bepaalde wettelijke regeling. Formeel recht pas je toe als er een schending is op het materieel recht.
Nietig: jurdisch ongeldig
Stelling: Het systematisch opnemen van regels in wetten noem je codificeren.
Deze stelling is: juist
Stelling: op het handelen van publiekrechtelijke rechtspersonen (zoals bijvoorbeeld de gemeente) kan
zowel het publiekrecht of het privaatrecht van toepassing zijn.
Deze Stelling is: juist
Hoofdstuk 2:
Verbintenissen:
Een verbintenis is:
“Een juridische relatie tussen twee of meer personen”
Recht Plicht
Bronnen voor een verbintenis zijn:
1. Wet
2. Overeenkomst
3. Rechterlijke uitspraken
Relatief recht: een recht dat je alleen tegenover één bepaalde person kunt uitoefenen. Voorbeeld recht
op loon, recht op betaling, recht op levering.
Absoluut recht: een recht dat je tegenover iedereen kunt uitoefenen gelden. Voorbeeld
eigendomsrecht, octrooirecht.
,Let op:
Als de een recht heeft op iets, dan heeft
de ander de verplichting om te presteren staat altijd een plicht tegenover
- Door het sluiten van een overeenkomst ontstaat de verbintenis.
Verbintenis: een rechtsbetrekking tussen personen waarbij de één een relatief recht heeft op een
bepaalde prestatie en de ander verplicht is die prestatie te leveren en daarbij geldt dat het recht
afdwingbaar is. (nakomen van de verplichting is via de rechter af te dwingen)
Rechtsfeit: een bepaalde gebeurtenis of handeling die relevant is voor het recht. Voorbeeld geboorte,
overlijden, meerderjarig worden en een arbeidsovereenkomst beëindigen.
Rechtsgevolg: in al de situaties hierboven ontstaan er juridische gevolgen, dit is een rechtsgevolg. Na
afloop van je arbeidsovereenkomst hoef je geen arbeid meer te verrichten (gevolg). Bij het meerderjarig
worden mag je stemmen en overeenkomsten sluiten (gevolg).
Feitelijke handeling: als een menselijke handeling niet gericht is geweest op het intreden van een bepaald
rechtsgevolg terwijl het rechtsgevolg wel ontstaat, spreek je van een feitelijke handeling.
Rechtshandelingen kun je onderscheiden in:
Rechtshandeling: een handeling die is gericht op rechtsgevolg, met een rechtshandeling wil je dat een
bepaald juridisch gevolg in werking treedt.
1. Meerzijdige rechtshandelingen: deze komen tot stand door twee of meer personen. Het sluiten
van een overeenkomst is een voorbeeld van een meerzijdige rechtshandeling. Bij een schending is
het ook eenzijdig want een partij hoeft de prestatie te leveren Arbeidsovereenkomst tussen
organisaties.
2. Eenzijdige rechtshandelingen: ontstaan rechtsgevolg afhankelijk van een persoon. Deze komen tot
stand door één persoon zoals het maken van een testament, geven van ontslag etc.
Let op:
Een handeling die NIET is gericht op rechtsgevolg is een FEITELIJKE HANDELING
Nietige rechtshandeling (vanwege rechtswege): niet geldig en nooit geldig geweest.
Dwingend recht schend je als je je bv veranderd en je het zelf doet dan telt dat niet, het moet via een
notaris. Huurmoordenaars overeenkomst is ongeldig je doet iets wat in strijd is met het dwingend recht.
Iets wat nietig is staat wel in een contract, maar het telt niet want het bestaat juridisch niet
Vernietigbare rechtshandeling (bevoegdheid): je hebt keuze om de rechtshandeling te vernietigen of te
laten bestaan.
Het blijft geldig en blijft geldig tot iemand ingrijpt minderjarige sluit contract en ouders grijpen in en
stoppen het contract.
Let op: na vernietiging heeft het dezelfde werking als nietigheid.
Wil (intern)
Verklaring (extern)
Wil en verklaring idem ( op dezelfde manier)
Wil en verklaring:
Voor een geldige overeenkomst moeten wil en verklaring overeenstemmen.
Maar, wat als je iets anders wilde dan je in je aanbod hebt verklaard?
Denk aan: vertyping, verschrijving etc.
Aanbod:
Hoe lang geldt een aanbod?
- Verstrijken termijn
- Herroepen (door aanbieder) art. 6:219 e.v. BW
- Verwerpen (door ontvanger)
- Als niet direct wordt aanvaard (alleen bij mondeling aanbod)
Let op:
Ontvangsttheorie!!
Drie soorten aanbod:
1. Herroepelijk art. 6:219 lid 2 BW Je kan het herroepen als die niet aanvaardt is
2. Onherroepelijk art. 6:219 lid 1 en 3 BW zolang de voorraad strekt, op=op, tot eind deze week
etc. dan is het nog onherroepelijk
3. Vrijblijvend art.6:219 lid 2 BW je kan er als verkoper onderuit, als je er vrijblijvend bijzet
Let op: Een uitnodiging tot het doen van een aanbod is GEEN aanbod!
1. individueel bepaalde (unieke zaak);
2. persoon die op het voorstel reageert van belang
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AschaMohamud. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.79. You're not tied to anything after your purchase.