100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie: hoofdstukken "vertering" en "transport" $3.79   Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie: hoofdstukken "vertering" en "transport"

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Level

In dit document vind je samenvattingen van twee hoofdstukken. Dit zijn de hoofdstukken "vertering" en "transport". De informatie in deze samenvatting komt uit het boek 'Biologie voor Jou' van 6vwo

Preview 3 out of 20  pages

  • November 16, 2022
  • 20
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
1 Module 9




BIOLOGIE
vertering


Paragraaf 1
Voedingsmiddelen= alles wat je eet of drinkt, ze bevatten voedingsstoffen.
Er zijn zes groepen voedingsstoffen:
1) Eiwitten 4) water
2) Koolhydraten 5) mineralen
3) vetten 6) vitaminen
Bouwstoffen zijn voedingsstoffen die worden gebruikt voor de vorming van organische moleculen bij
de voortgezette assimilatie. Organische moleculen zijn nodig voor vormig van cellen weefsels.
Brandstoffen zijn voedingsstoffen die energie kunnen leveren voor de dissimilatie (verbranding).
- Je hebt al deze 6 voedingsstoffen nodig om gezond te blijven

Eiwitten (proteïnen)
Eiwitten zijn ketens van enkele tientallen tot meer dan duizend aminozuren. Er zijn dierlijke en
plantaardige eiwitten.
 Functie: vooral als bouwstof, ze maken deel uit van tussencelstof
- zijn nodig bij het transport van stoffen, de celcommunicatie, chemische reacties, immuniteit
en bloedstolling
In eiwitten van mensen komen 20 soorten aminozuren voor, 12 daarvan kunnen volwassenen zelf
maken als ze niet voldoende in voeding voorkomen. Bij de overige 8 aminozuren kan dat niet, dit zijn
essentiële aminozuren: moeten in het voedsel aanwezig zijn omdat ze niet of onvoldoende in het
lichaam kunnen worden gevormd.

Eiwitten kunnen ook worden gebruikt als brandstof:
 Eiwitten worden dan eerst omgezet in glucose en worden vervolgens verbrand.
(is er onvoldoende glucose  je verbrand eiwitten uit spieren  spiermassa neemt af)
Een overschot aan eiwitten en aminozuren in voeding:
 De eiwitten en aminozuren worden ook omgezet in glucose en vervolgens verbrand

Koolhydraten (sachariden)
Dierlijk voedsel bevat relatief weinig koolhydraten.
 Functie: dient vooral als brandstof (en bouwstof)
- door koolhydraten te eten kun je het grootste deel van je energiebehoefte voorzien
- Als 1g koolhydraten wordt verbrand  komt 17kJ energie vrij.
 Ook kunnen koolhydraten dienen als bouwstoffen
- bouwstof van DNA en ATP
- in celmembranen spelen koolhydraatketens een rol bij de herkenning van een cel door
andere cellen
Voedingsvezels zijn koolhydraten die niet kunnen worden verteerd door enzymen van de mens
o Ze bevorderen de darmwerking en stoelgang
o Ze zorgen voor een verzadigd gevoel (waardoor je niet te veel eet)


Vetten (lipiden)

,2 Module 9


Veel vetmoleculen zijn opgebouwd uit een glycerolmolecuul en drie vetzuurmoleculen= triglyceriden
deze vetzuren kunnen verzadigd of onverzadigd zijn
 Verzadigd vetzuur: hierbij zijn alle bindingsplaatsen van de C-atomen bezet door H-atomen
- vooral dierlijke vetten
 Onverzadigd vetzuur: hierbij vormen er dubbele bindingen waardoor niet alle
bindingsplaatsen van de C-atomen bezet zijn
- vooral plantaardige oliën en vis
Je lichaam kan glycerol en de meeste vetzuren vormen uit andere organische stoffen, daardoor hoeft
je voedsel maar weinig vetten te bevatten.
Essentiële vetzuren= deze vetzuren moeten in het eten voorkomen (zijn maar enkele).

 Functie: vooral als brandstof (en bouwstof)
- bij verbranding van 1g vet komt 38kJ vrij
- bij te veel aan vetten slaat het lichaam deze op als reserve-energiebron onder je huid en
rondom je organen.
 Vetten dienen ook als brandstof
- fofolipiden (=vetachtige stof) vormen een belangrijk bestanddeel van membranen
- ook zijn sommige vitaminen oplosbaar in vet, waardoor je ze alleen via vet binnenkrijgt
Cholesterol: dit is een vet dat je voor klein deel binnenkrijgt via je voeding, de meeste cholesterol
wordt aangemaakt door de lever en wordt gebruikt voor de productie van hormonen, gal en vitam. D


Water
Organismen bestaan voor het grootste gedeelte uit water, een volwassen  60% uit water
 Functie: bouwstof voor lichaamscellen, oplosmiddel voor allerlei stoffen, het bepaald de
osmotische waarde, water is een transportmiddel en het speelt een rol bij de regeling van
lichaamstemperatuur

Mineralen (zouten)
Mineralen zijn anorganische stoffen zoals calcium, fosfor, kalium en natrium
 Functie: vooral als bouwstof
- maar calcium zorgt ook voor bloedstolling
- en kalium en natrium zorgen ook voor het geleiden van impulsen
Spoorelementen= mineralen die in zeer kleine hoeveelheden in het voedsel aanwezig zijn
o Bijv. chroom, fluor, jodium en ijzer
o Spoorelementen zijn vaak bestanddelen van enzymen en hormonen


Vitaminen
Vitaminen zijn organische stoffen die nodig zijn om de processen in je lichaam goed te laten verlopen
Ze worden aangegeven met een letter.
 Functie: bouwstoffen (net zoals spoorelementen zijn het vaak bestanddelen van enzymen)
 Belangrijkste vitaminen: vitaminen A, B,C,D & K
- vitamine-B-complex= een verzamelnaam voor verschillende vitaminen B waarbij de
afzonderlijke vitaminen worden aangegeven met cijfers, zoals: B1 en B6
 Vitamine K kan door bacteriën in de dikke darm worden gemaakt
 Alle andere vitaminen kunnen niet in je lichaam worden gevormd  ze moet uit je voedsel
komen.
 Uit provitaminen kan je lichaam wel zelf vitaminen vormen. provitaminen komen uit voedsel
 Bij gebrek aan vitaminen ontstaan gebreksziekten, maar een teveel kan ook schadelijk zijn

, 3 Module 9



Paragraaf 2

De verteringsproducten: kleine moleculen die m.b.v. enzymen afgebroken zijn uit de voedselbrij van
grote organische moleculen
 deze worden vervolgens via de cellen van de darmwand opgenomen in het bloed

In de wand van het hele darmkanaal bevinden zich kringspieren en lengtespieren
 Darmperistaltiek= het afwisselend samentrekken van kringspieren en
lengtespieren in de wand van het darmkanaal waardoor de voedselbrij
wordt voortgeduwd, gekneed en gemengd met de verteringssappen
 Verteringssappen= deze worden door verteringsklieren aan de voedselbrij
afgegeven
 voedingsvezels en lichaamsbeweging stimuleren de darmperistaltiek  betere stoelgang

Het voedsel ondergaat in je darmkanaal allerlei bewerkingen:
 Mechanische vertering= kauwen, kneden en mengen van de voedselbrij door de
darmperistaltiek
 Chemische vertering= enzymen in verteringssappen breken voedingsstoffen af tot moleculen
die cellen in de darmwand kunnen opnemen

Verteringsorganen
Mondholte:
Kauwen van voedsel  opp voedsel vergroot  gemengd met speeksel  enzymen kunnen beter
op het voedsel inwerken.
 Speekselklieren: produceren speeksel
 Gebit: voedsel afbijten en verkleinen (kauwen)

Keelholte:
Slikreflex: de huig sluit de neusholte af en het strotklepje sluit de luchtpijp af en het strottenhoofd
beweegt iets omhoog

Slokdarm:
Deze verbindt de keelholte met de maag

Maag:
Functie: tijdelijke opslagplaats van voedsel (ong. 3-4uur)
 De maag heeft bij de ingang en uitgang een kringspier (maagportier of pylorus), die de
passage van voedsel reguleert.
 Kliertjes in de wand van de maag voegen maagsap toe aan het ingeslikte voedsel.
 Zoutzuur (HCl) in maagsap zorgt voor een zuur milieu waardoor bacteriën in voedsel worden
gedood
 Slijm in maagsap beschermt de maagwant tegen het zure maagsap

Twaalfvingerige darm:
 1e gedeelte van de dunne darm
 Hier monden de afvoerbuizen van de lever en de alvleesklier uit
 Het vermengt gal en alvleessap met de voedselbrij

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ymkjealtenburg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77858 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.79
  • (0)
  Add to cart