HC HET BRITSE RIJK 1585-1900
DC 1: Amerikaanse koloniën 1585-1833
DC 2: India en het Britse Rijk 1765-1885
DC 3: Sociaal-economische ontwikkelingen in het thuisland 1750-1900
HC DUITSLAND IN EUROPA 1918-1991
DC 1: Opkomst van het Derde Rijk 1918-1945
DC 2: Duitsland na de oorlog 1945-1961
DC 3: De hereniging van Duitsland 1961-1991
HC NEDERLAND 1948-2008
DC 1: De Nederlandse maatschappij 1948-1978
DC 2: De Nederlandse maatschappij 1978-2008
, Kenmerkende Aspecten HC: Het Britse Rijk 1585-1900
KA 18 | Het begin van de Europese overzeese expansie
KA 21 | De protestantse Reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
KA 25 | Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
KA 27 | Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
KA 29 | Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee
verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
KA 30 | De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten,
grondrechten en staatsburgerschap
KA 31 | De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving
KA 32 | Discussies over de ‘sociale kwestie’
KA 33 | De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
KA 34 | De opkomst van emancipatiebewegingen
KA 35 | Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het
politieke proces
KA 36 | De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme,
confessionalisme en feminisme
2
, 1.1 | Amerikaanse koloniën (1585-1833)
e
Eind 16 eeuw: Britten 1. Uitvalsbasis in oorlog tegen katholiek Spanje
in Noord-Amerika (N-A*) 2. Economische belangen: goud en zilver
3. Religieus motief: Pilgrim Fathers ↓
1620: Pilgrim Fathers Groep protestanten werden vervolgd door de Anglicaanse kerk (↓), omdat de AK* te katholiek
was.
Anglicaanse kerk (AK*) Engelse staatskerk die ontstaan is tijdens de reformatie (16 e eeuw).
Kolonisatie leidt tot grote 1. Engelsen namen ziekten mee waartegen de inheemse bevolking geen weerstand had
sterfte 2. Er ontstonden conflicten over wie de eigenaar was van een stuk land. Dit leidde tot
oorlogen (die kolonisten d.m.v. goede wapens wonnen)
Vestigingskoloniën Noordelijke koloniën met economie gericht op landbouw, handel en nijverheid (nieuw leven).
Plantagekoloniën Zuidelijke koloniën met economie gericht op grootschalig verbouwen van gewassen, zoals suiker,
tabak en katoen. Meest winstgevende koloniën: Caraïbische eilanden.
Driehoekshandel Handelsdriehoek tussen Europa, Afrika en Amerika. Werd gebruikt om de mensen uit Afrika als
slaaf naar de koloniën te brengen (zie aantekeningen ka 29).
1660: Royal African De RAC was een Engelse handelscompagnie gericht op de handel met West-Afrika.
company
Britse koloniën in verzet Britse koloniën in N-A vielen onder het bestuur van de Britse overheid. Er kwam steeds meer
(loop 18e eeuw) verzet:
1. Kolonisten (Britten) voelden geen band meer met het moederland
2. Kolonisten moesten wel belasting betalen, maar waren niet vertegenwoordigd in het
parlement van Groot-Brittannië
Verlichte denkbeelden Kolonisten kwamen in aanraking met verlichte denkbeelden:
1. Trias Politica: Opvatting van Montesquieu dat de drie staatsmachten (wetgevend,
uitvoerend, rechterlijk) gescheiden moeten zijn en elkaar moeten controleren.
2. Volkssoevereiniteit: Het volk is het hoogste gezag van de staat. Regering, parlement en
rechters ontlenen hun macht aan het volk en zijn gebonden aan een grondwet.
3. Natuurlijke rechten: Rechten die voor iedereen gelden, ongeacht plaats of tijd, omdat ze
door de ‘natuur’ zijn gegeven. Rechten die nooit kunnen worden afgenomen, zoals recht
op leven en recht op vrijheid etc.
1775-1783: Ontstaan VS Amerikaanse Revolutie / Onafhankelijkheidsoorlog: kolonisten voerden een oorlog tegen het
moederland Engeland. De kolonisten streden met succes voor onafhankelijkheid.
Federale staat Staat die is georganiseerd als een statenbond: de staten hebben zich verenigd door een deel van
hun bevoegdheden over te dragen aan een centrale / nationale (federale) regering.
1776: opstand De kolonisten kwamen (geïnspireerd door de verlichte ideeën) in opstand: ze werden onafhankelijk
en een federale staat. Enkele Jaren later werd de Verenigde Staten pas echt erkend door G-B*.
1776: onafhankelijk- Op 4 juli 1776 werd de onafhankelijkheidsverklaring ondertekend door de opstandige Engelse
heidsverklaring koloniën in Noord-Amerika. Hiermee verklaarden zij zich onafhankelijk van hun moederland,
Engeland. In deze verklaring werd het principe ‘gelijke rechten voor ieder’ opgesteld.
1787: Grondwet VS In VS werd de grondwet opgesteld met daarin o.a.: federale staat, gelijkheid en trias politica (ka
N-A* = Noord-Amerika 30).
AK* = Anglicaanse kerk
RAC* = Royal African Company
G-B* = Groot-Brittannië
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Finnverhoeven. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.