Dit is een samenvatting van hoofdstuk 1 t/m 3 van het boek 'Oriëntatie op geschiedenis, basisboek voor de vakdocent'. Je kunt de samenvatting gebruiken voor het vak Oriëntatie op geschiedenis A. Dit vak maakt deel uit van het propedeuse programma van de opleiding tot geschiedenis docent. De overi...
Oriëntatie op geschiedenis (OOG) Hoofdstuk 1 t/m 3.
3 stadia:
- Periode waarin jacht ernst is (geen magisch ritueel) jagerverzamelaars
- Landbouw & veeteelt ontstaat, eerste boeren.
- Stedelijke culturen ontstaan; (landbouw nog steeds belangrijkste)
Mesopotamië en Egypte.
1. 2.5 miljoen jaar geleden, eerste mensachtigen.
- Eerste homo sapiens 200.000 jaar geleden
200.000 Oost Afrika
120.000 Midden-Oosten
60.000 Azië, Indonesische landen, Australië.
45.000 Europa (mogelijk is ook Amerika)
Vanaf 30.000 jaar geleden alleen maar homo sapiens.
- Historici homo sapiens, ontwikkeling menselijke cultuur.
- Prehistorie (geen geschreven bronnen)
- Prehistorie – steentijd bronstijd ijzertijd
- Oude steentijd paleolithicum) = jager verzamelaars.
(midden, mesolithicum, = boeren)
Nieuwe steentijd (neolithicum) = landbouwers.
- Schrift ontstond 3000 v Chr. (Irak-Egypte) . In Nederland net na Chr.
Jagen verzamelen.
Jacht was erg lastig vooral bij groot wild. Toch mogelijk door
instrumentarium, planning, communicatie en coördinatie = samenwerking.
Pas na de laatste ijstijd (vanaf 13.000 v Chr) werd ook Noord-West Europa
een plaats voor permanente bewoning.
Nomadisch leven.
- Einde midden steentijd (menselijke nederzettingen niet meer tijdelijk)
kamp: verzamelen voor rituelen, huwelijksmarkt en uitruilmaterialen.
- Duidelijke rolverdeling man vrouw, goede jagers meer aanzien, etc.
Kunst en symbolisch denken.
- Draagbare voorwerpen en grotschilderingen. Laatste deel van de oude
steentijd (30.000 jaar oud) (vb. Chavet Grot in de Franse Ardêche 31.000
jaar oud, contact andere wereld)
- Oudste ‘symbolisch denken’ bewijs 100.000 jaar oud ; schelpjes, sieraden
in ruw materiaal gekraste patronen.
- Homo Sapiens gingen op een gegeven moment hun doden begraven.
Alleen de belangrijke doden, met voorwerpen, kleding. Geloofd werd in het
hiernamaals + rode kleurstof (grafritueel?) misschien levenskracht toe-
eigenen (er was sprake van kannibalisme)
2. Komst van Landbouw
9000 jaar v Chr. streek Jericho en Dode Zee = Natufiërs. Woonden in een
bijzonder gebied, wilden daar blijven. De grond was vruchtbaar doordat er
meer regen viel door een klimaatverandering. Gedwongen tot meer
plantaardige voeding. Landbouw ontstond. Ook veeteelt (melk, wol, andere
producten). Veeteelt bracht ook ‘zuivelproducten’. Boer => zwaar bestaan,
, bij mislukking oogst geen eten. Effect landbouw snel groeiende
bevolking.
-ontstonden nieuwe materialen.
Vast woonplaatsen.
Neolithische culturen onderscheidden zich door vaste woonplaatsen
sedentair (tegenhanger). Grote, stevige huizen, schuren, stallen. Gebouwd
van hout, moesten snel vernieuwd worden.
Bezit en sociale gelaagdheid.
Bezit => grote rol, doordat ze het niet meer mee hoefden te slepen. Akkers
werden als eigendom beschouwd. Er ontstond erfrecht. Sociale ongelijkheid
ontstond hierdoor. Macht en aanzien terug te zien in de graven
(hunebedden).
Gewapend geweld.
Door bezit –> geweld. Aantal mensen breidde uit -> meer conflict.
Belangrijk bezit was vee. Voor melk en vlees. Ook offerobject voor de
goden, betaalmiddel huwelijken en losgeld gijzelaars. Roven werd ook
gezien als soort ritueel, gaf aanzien bij succes.
3. Eerste stedelijke culturen.
Stedelijke samenlevingen mesopotamië.
Politieke organisatievormen, schrift.
Natuur & politiek.
Organisatievorm ontstond door b . kanaliseren van water. Leiding nodig ->
rijken en machtigen -> koning .
Specialisatie en gelaagdheid.
- Andere bezigheden ontstonden doordat niet iedereen nodig was bij de
landbouw -> smid, timmerman, metselaar, kunstenaar, administratie,
bestuur.
- Gelaagde samenleving, verschillende rangen.
- Nieuwe groep: kooplieden, handel = staatszaak.
- Distributie-economie. Wat door boeren geleverd werd -> uitgedeeld aan
nonproductieve bevolking.
- 3300 v Chr. Het schrift -> materiaal (klei) -> beeldschrift -> Egypte:
hiërogliefenschrift.
Godsdiensten.
- Mesopotamische opvatting: vorst vertegenwoordigd de goden op aarde.
- Polytheïstisch = meerdere goden, later monotheïsme = een god.
- Egypte: afterlife => oude Egyptische Rijk, Pyramides (2700 – 2200 v Chr)
Hoofdstuk 2; tijd van Grieken en Romeinen.
1. Griekse Polis.
De aristocratie.
- Begin 8e eeuw v Chr. Griekse wereld lappendeken van stadstaten =
poleis. Polis : territorium met aantal dorpen, stedelijk centrum, akropolis,
brucht .
Sparta & Athene waren stadstaten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sandrahakkesteegt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.