Verpleegtechnische handelingen / Niveau 3 / deel Theorieboek
Vitale functies zijn die functies die een mens niet kan missen om te leven, namelijk: de ademhaling, de temperatuur, de polsslag en de bloeddruk. Deze functies moet je regelmatig op methodische wijze bewaken als verzorgende. Als je een betrouwbare meting wilt doen, moet je de techniek goed beheerse...
Verpleegtechnische handelingen; hoofdstuk 8 vitale functies.
Vitale functies zijn die functies die een mens niet kan missen om te leven, namelijk: de
ademhaling, de temperatuur, de polsslag en de bloeddruk.
De ademhaling
Je observeert de ademhaling zodat je afwijkingen kunt vaststellen. Dit wordt ook wel het
observeren van de kwaliteiten van de ademhaling genoemd. Je kunt de ademhaling
bewaken door het waarnemen van de 4 kwaliteiten van de ademhaling:
o de frequentie van de ademhaling (aantal in en uitademingen)
o de diepte van de ademhaling
o de regelmaat van de ademhaling
o de ademhalingspatronen
De normale ademhalingsfrequentie
o Volwassenen halen tussen de 16 en 24 x per minuut adem
o Zuigelingen halen tussen 40 en 44 x per minuut adem
o Peuters halen tussen 24 en 30 x per minuut adem
Normaal heeft een ademhaling een regelmatig verloop, waarbij de uitademing iets later duurt
dan de inademing.
Terminologie voor ademhalingspatronen
o Apneu: afwezigheid van ademhaling
o Dyspneu: benauwdheid
o Hyperventilatie: over ademhaling
o Ademhaling volgens Kussmaul: zeer diepe, ononderbroken en regelmatige ademhaling
o Cheyne-Stokes ademhaling: de diepte van de ademhaling neemt eerst toe, neemt even
af en stopt even
o Zuchtende ademhaling: regelmatige ademhaling met af en toe een zucht
Enkele aspecten van de ademhaling kun je vrij eenvoudig controleren. Onder normale
omstandigheden kun je bij de ademhaling een zacht geruis horen. Wanneer de luchtwegen
vernauwd zijn, hoor je een gepiep of gefluit = stridor. Zit de vernauwing hoog in de
luchtwegen, dan ontstaat het geluid tijdens de inademing = inspiratoire stridor. Zit de
vernauwing lager, dan is het geluid bij de uitademing het sterkst en spreken we van
expiratoire stridor.
Normaal is uitgeademde lucht reukloos.
De kleur van de huid wordt voornamelijk bepaald door twee factoren: de doorbloeding van de
huid en de hoeveelheid pigment in de huid. De kleur van het bloed wordt bepaald door de
hoeveelheid zuurstof in het bloed. Veel zuurstof maakt het bloed mooi rood, weinig zuurstof
maakt het bloed donkerrood tot blauwachtig. Deze blauwe verkleuring van de huid en
slijmvliezen heet cyanose.
Ademhalingswaarden
Een van de manieren om de ademhalingswaarden te bepalen is het opnemen van de
ademhaling. Je telt de ademhaling altijd in combinatie met het tellen van de pols. Bij het
tellen van de ademhaling houd je de pols vast op de borst van de zorgvrager, zodat je ook
beweging van de in en uitademing voelt. Als de zorgvrager gespannen is, tel je eerst de pols.
Is de zorgvrager voldoende ontspannen, dan tel je de frequentie van de inademing. Je
observeert de ademhaling een halve minuut en doet dit x twee. Hulpmiddelen zijn:
o polsteller
o secondewijzer op een horloge
o secondewijzer van de klok
, Behalve die de arts voorschrijft voor de behandeling van een benauwde zorgvrager, kun jij
ook enkele maatregelen treffen om de ademhaling te bevorderen.
o plaats de zorgvrager op een omgekeerde stoel waardoor hij zijn armen op de rugleuning
van de stoel kan plaatsen
o bij een liggende zorgvrager kun je zijn lichaamshouding veranderen door hem rechtop
voorovergebogen te plaatsen, met zijn armen op het uitgeklapte bed-tafeltje
De circulatie
De circulatie of bloedsomloop zorgt ervoor dat de weefsels van zuurstof en voedingsstoffen
worden voorzien en dat afvalstoffen en koolzuur worden afgevoerd. Je bewaakt de circulatie
door de waarden van de polsslag te bepalen en de bloeddruk op te nemen.
Kwaliteiten van de polsslag
Je kunt de polsslag observeren door het waarnemen van de 4 kwaliteiten van de pols:
o de frequentie van de pols
o de regelmaat van de pols
o de gelijkmatigheid van de pols
o de kracht van de pols
Het hart pompt een bepaald aantal malen per minuut (de frequentie) een hoeveelheid bloed
in de aorta:
o bij iemand die rustig zit of ligt varieert het van 60 tot 80 slagen per minuut
o bij ouderen kan de frequentie ongeveer 60 slagen per minuut zijn
o bij een pasgeborene is de frequentie ongeveer 140 slagen per minuut
Een frequentie van meer dan 100 slagen per minuut heet tachycardie. Bij een frequentie
van minder van 50 slagen per minuut spreken we van bradycardie. Als de slagen regelmatig
komen, noemen we de pols regulair. Bij onregelmatige slagen spreken we van een
irregulaire pols. Bij een irregulaire hartslag zal het hart niet elke keer evenveel bloed
uitpompen en voelen de verschillende hartslagen bij de pols dus verschillend aan: een
inequle pols. Is de vulling van de pols elke keer gelijk, dan spreken we van een equale
pols. Klopt het hart met weinig kracht, dan is de pols week.
Plaatsen om de polsslag te bepalen
Je kunt de hartslag bij de pols bepalen, maar er zijn ook andere plaatsen waar je dat kunt
doen. De hulpmiddelen die je daarbij gebruikt, zijn dezelfde als bij het opnemen van de
ademhaling. Het voelen van de pols (palperen) gaat het best op plaatsen waar vlak onder
de huid meestal een grote slagader loopt.
Het tellen van de pols begint bij ‘nul’. De ‘nul’ telt dus bij het berekenen niet mee. De meest
gebruikte plaats om de hartslag te meten is de pols. Dit doe je met de tweede, derde en
vierde vinger, niet met je duim want dan kun je je eigen polsslag voelen.
Bloeddruk
Om de circulatie te bewaken kun je ook de bloeddruk meten. Een ander woord voor
bloeddruk is tensie. Vaak is bij de gemeten bloeddrukwaarden RR vermeldt, wat voor Riva
Rocci staat. Dit zegt iets over de manier waarop de bloeddruk is gemeten. Er zijn
verschillende hulpmiddelen waarmee je de bloeddruk kunt meten:
o kwikbloeddrukmeters
o digitale bloeddrukmeters
o manometer bloeddrukmeters
o continue registratie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maudje92. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.