Twee manieren van kijken naar de voorbeelden:
❖ Klassieke, juridische bril. Hoe zit het juridisch in elkaar? Wat betekent dit nou op basis
van het geldende recht -> Juridische invalshoek
❖ Contextuele invalshoek -> breder perspectief, misschien op basis van filosofie. Je stelt
andere soorten vragen
Centraal in deze cursus: contextuele invalshoek; rechtspleging in breder perspectief
Rechtsvragen vs vragen over recht
❖ Rechtsvragen: vragen die beantwoord kunnen worden aan de hand van het geldende recht
❖ Vragen over het recht: beantwoord door een ander perspectief, zoals filosofisch of empirisch
❖ Descriptief: beschrijven hoe het recht in elkaar zit
➢ Empirisch: uitspraak waarin de systematische wijze de feitelijke werkelijkheid wordt
beschreven. Voorbeeld: Welke soorten criminele activiteiten de boventoon voert in
de praktijk?
➢ Conceptueel: uitpluizen van een begrip, analyseren van een begrip. Voorbeeld: Wat
is recht?
❖ Normatief: voorschrijven of redeneren hoe het recht in elkaar moet zitten
➢ Rechtsinterpretatief: vaststellen van betekenis van het recht, concreet geval.
➢ Normatief: systematische redenering over hoe het recht in elkaar zou moeten
zitten, wat is een rechtvaardigt belastend stelsel? Hoe zit dat in elkaar?
Hoe zit het in de praktijk?
❖ Vrankens terminologie: het is casusgericht
➢ studie: regeert de juridische invalshoek, dat is waar je studie om draait
➢ rechtspraktijk: juridische invalshoek
➢ wetgeving: juridische invalshoek
❖ Casusgerichtheid als oogkleppen; bepaalde kwesties kan je onvoldoende erkennen en
oog voor hebben.
➢ Voorbeeld: Johanna en Mevrouw Krüter -> Verhullend argumenteren
, lOMoARcPSD|11911780
Week 2: Hart, Frank & Llewellyn
Rechterlijke oordeelsvorming: Denkings-/Beslissingsproces van de rechter waarin de rechter in een
concreet geval tot een oordeel komt -> Wat doen rechters wanneer zij een beslissing in een
concreet geval nemen en wat behoren zij te doen?
In het kort
Rechtspositivisme:
❖ Regels erkend door bevoegde rechtsautoriteiten
❖ Scheiding recht en moraal
❖ Hart
Rechtsrealisme:
❖ Regels die maatschappelijke verhoudingen weerspiegelen
❖ Recht als sociale praktijk
Natuurrecht:
❖ Positieve recht / hoger recht
❖ Noodzakelijk verband recht en moraal
Rechtspositivisme:
❖ Hart: recht als systeem van regels
❖ Regels voor burgers -> primaire regels
❖ Regels voor rechts autoriteiten -> secundaire regels
❖ Problemen in een ‘eenvoudige’ samenleving (primaire regels)
➢ Statische regels: verandering speelt zich af over een hele lange periode
(bijvoorbeeld verkeersregels), dus ze veranderen niet snel
➢ Inefficiëntie: er is geen instantie die ons kan vertellen of iemand zich heeft
gedragen of niet
➢ Onzekerheid: want men kan niet goed bepalen hoe de regels worden
geïnterpreteerd of wanneer ze gelden. Er is geen instantie die men dat kan vertellen
❖ Secundaire regels als oplossing (‘complexe’ samenleving): verklaren waarom rechters
beslissingen nemen over primaire regels. Rechters zijn gebonden aan secundaire
regels
➢ Veranderingsregels
➢ Handhavingsregels
➢ Herkenningsregels
❖ “Op elk gegeven moment zijn rechters, zelfs die van een hoogste rechterlijke instantie,
deel van een stelsel waarvan de regels in de kern voldoende bepaald zijn om maatstaven
voor juiste rechterlijke beslissingen op te leveren.”
❖ Grensgevallen: niet helemaal duidelijk hoe een regel moet worden begrepen of wel geldt
in een bepaald geval.
❖ Lacunes in het recht -> gaatje in het recht; het is niet helemaal duidelijk of aan
alle voorwaarden is voldaan
➢ Open textuur: taal is soms onduidelijk, is niet in elk geval glashelder
➢ Onwetendheid t.a.v. feiten: wij kunnen met ons brein nooit helemaal alle
gevallen bedenken wanneer er een bepaalde rechtsregel van toepassing zal zijn.
➢ Onbepaaldheid van doelen: we kunnen niet elk geval bedenken met welk doel
een rechtsregel is opgesteld
, lOMoARcPSD|11911780
➢ Discretie: dat een rechter een knoop moet doorhakken en zich niet kan baseren op
het recht, want het recht is onduidelijk
Rechtsrealisme:
❖ Recht is een dynamische praktijk i.p.v. een systeem van regels
❖ Regels zijn behulpzame constructies
❖ De rechter heeft een grote vrijheid in de toepassing van regels
❖ Oliver Wendell Holmes Jr. -> The Path of the Law (1897); een artikel dat erg als rechts
realistisch gezien kan worden, wat zo’n manier van kijken precies betekent en ook voor
de rechter
➢ “The prohecies of what the courts will do in fact, and nothing more pretentious, are
what I mean by the law.” -> wat is recht? Recht is beslissend. Als je wil weten wat
recht is, dan moet je kijken naar wat rechters beslissen in de praktijk. Wat zeggen
beslissers over het recht wat recht is?
➢ “Judges themselves have failed adequately to recognize their duty of weighing
considerations of social advantages” -> wat is een wenselijke uitkomst in deze
zaak? Rechters onderkennen niet genoeg dat het wegen van de uitkomst zit, in
plaats van wegen van de regels.
➢ “For the rational study of the law the black-letter man may be the man of the
present, but the man of the future is the man of statistics and the master of
economics” -> Als je die positie inneemt, dan heb je de studie rechten eigenlijk
helemaal niet nodig.
➢ Recht wordt gebruikt om de beslissing te rechtvaardigen.
➢ Hij begint met de conclusie; wat is de wenselijke uitkomst? Volgens Holmes klopt
dat niet, omdat de volgorde verkeerd is. Lochner v. New York
❖ Grote vrijheid in de toepassing van regels; want regels spreken een kleinere rol dan de
dingen die belangrijker zijn
❖ Geen onbegrensde vrijheid; een rechter zal altijd zijn beslissing moeten rechtvaardigen op
het recht dat er al is; juridisch rechtvaardigen
❖ Logische ladders
❖ Zwakke vs moedige rechters
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lindejordaan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.91. You're not tied to anything after your purchase.