In deze samenvatting worden alle leerdoelen van de toets interne analyse behandelt. Deze samenvatting is geschreven aan de hand van de toetsmatrijs. De samenvatting is van hoofdstuk 1 t/m 8.
Wat is een organisatie?
Organisaties zijn belangrijk, in de eerste plaats omdat wij als individuen in beginsel nu eenmaal niet
kunnen bereiken wat wel realiseerbaar is in grotere verbanden.
Organisaties kunnen sterk van elkaar verschillen, maar hebben desondanks drie dingen met elkaar
gemeen:
1. Ze beschikken over doelstellingen
2. Mensen
3. Middelen
Organisatie betekend ook wel doelgerichte samenwerkingsverbanden.
Onder organisatie vallen een paar dingen:
- Bedrijven ( met daarbinnen ondernemingen en non-profitorganisaties)
- Overige organisaties ( deze organisaties zijn niet afhankelijk van klanten om te kunnen
bestaan zij richten zich primair op hun leden)
Ondernemingen
Wanner een bedrijf er op is gericht producten en/of diensten op een markt te verkopen.
Non-profit organisaties
Bedrijven die niet als eerste doel hebben om winst te maken ( hoewel zij dat wel mogen). Zij zijn er in
eerste instantie op gericht te voorzien in een behoefte in de markt en streven ernaar hun diensten
aan te bieden tegen zo laag mogelijke kosten.
Voorbeelden:
Profit bedrijf Non-profitbedrijf Overige organisaties
Douwe Egberts ziekenhuis De kerk
,Een rechtspersoon is een organisatie die zelfstandig aan het rechtsverkeer deelneemt en als zodanig
eigen rechten en plichten heeft. Een rechtspersoon kan niet privé worden aangesproken als de
onderneming (bijna) failliet gaat. Een niet-rechtspersoon wel.
Er ontstaan steeds meer samenwerkingsverbanden tussen organisaties ( nationaal en internationaal).
Samenwerking kan plaatsvinden op allerlei terreinen en om verschillende redenen.
Binnen het algemene maatschappelijke verkeer speelt het economisch verkeer een belangrijke rol,
omdat veel transacties in geld worden uitgedrukt.
Fusie= na samenvoeging ontstaat nieuwe organisatie
Overname= overgenomen organisatie verdwijnt
Joint venture= de samenwerkende organisaties blijven zelfstandig. De samenwerkende organisaties
brengen een deel van hun vermogen in een nieuw bedrijf, dat voor gezamenlijke rekening en risico
een project tot ontwikkeling brengt.
Strategische samenwerking= organisaties werken samen met behoud van zelfstandigheid en
identiteit samenwerken op een deelgebied dat van wezenlijk belang is voor de continuïteit van de
afzonderlijke organisaties.
1.2
Eerste Industriële Revolutie, wetenschappelijke stromingen, onderscheid maken wetenschappelijke
stromingen en organisatiedeskundigen.
Scientific Management
- Organisatie zonder mensen
- Benadert organisaties rationeel
- Streeft naar efficieny door vergaande taakverdeling/ specialisatie
- Managers plannen, organiseren, coördineren en controleren
- Weber -> concept van de bureaucratische organisatie.
Strakke hiërarchie van bevoegdheden en verantwoordelijkheden
Onpersoonlijke werkrelaties ( functie is belangrijker dan de persoon)
Werkuitvoering o.b.v. regels en procedures
Is een theorie dat berustte op een kwantitatieve benadering. Frederiek Taylor was de belangrijkste
voor deze stroming. Het streven naar efficiency stond voorop. De lopende band werd in deze
periode geïntroduceerd. Taylor ging ervan uit dat iedere medewerker een rationeel wezen was dat
door middel van geldprikkels tot hogere productiviteit zou kunnen worden gebracht. Hierbij hoort de
invoering van prestatiebeloning. Max Weber is bekend om zijn ideeën over de rationele organisatie,
een samenwerkingsverband waarin de functievervulling onafhankelijk zou (moeten) zijn van de
personen die de functies op een gegeven moment vervullen. Er zou een bureaucratisch
samenwerkingsverband moeten bestaan met duidelijke door systemen en procedures afgebakende
werkzaamheden, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Werknemers zouden niet moeten
worden geselecteerd op basis van vriendjespolitiek, maar op basis van objectieve criteria ( kennis en
vaardigheden).
General management theory
Het werk zou moeten worden uitgevoerd in een kader van (door Fayol genoemde) eenheid-van-
bevelprincipe ( general management theory). Volgens dat uitgangspunt heeft iedere werknemer 1
2
,baas. Kortom, de rationele organisatie van Weber is een samenwerkingsverband waarin werknemers
gemakkelijk controleerbaar en vervangbaar zijn.
Humanrelationsbenadering
Arbeidsprestaties komen ook tot stand op basis van sociale aspecten. De sociale aspecten spelen de
zelfde rol als rationale overwegingen.
Revisionisme (herziening)
- mensen en organisatie
- integratie van Scientific Management en Human relations
- taakverruiming, taakverrijking, taakroulatie ( voorbeelden van integratie)
- Herzberg -> werkstructurering: taakverruiming, verrijking en roulatie
- Maslow-> hiërarchie van behoeften
- McGregor-> theorie X en Y
Scientific management= bedrijfsprocessen aansturen op de werkvloer op een wetenschappelijke
wijze vorm geven.
Organisatie zonder mensen. Streeft naar efficiency.
Onderzochten Mayo en Roethlisberger.
Het doel= om te achterhalen of er een oorzakelijk verband bestond tussen de arbeidsproductiviteit
en de kwaliteit en kwantiteit van het licht op de productieafdeling.
Human Relations Management= arbeidsprestaties komen niet alleen tot stand op basis van rationele
overwegingen, maar dat sociale aspecten even belangrijk zijn.
Mensen zonder organisatie. De mens is meer dan een verlengstuk van de machine.
Systeemtheorie en contingentiebenadering = organisaties zijn sterk afhankelijk van ontwikkelingen
in de omgeving zoals democratisering, automatisering en globalisering.
Organisatiestructuur en managementstijl passen zich aan de omgeving aan.
Michel Porter
Vijfkrachtenmodel: een nuttig hulpmiddel bij het analyseren van de markt en de concurrentie.
Onderscheidt naast de directe concurrenten ook de potentiële toetreders, de aanbieders van
substituut artikelen, de handel ( detaillisten en grossiers) en de leveranciers, tegen de achtergrond
van toetredings- en uitbredingsbelemmeringen.
Wet van Martec
Technologie groeit harder dan organisaties kunnen veranderen.
Dirigerende en constituerende beslissingen
Beleidsvorming betreft de hoofdzaak in constituerende beslissingen. Constitueren is het scheppen
van een kader waarbinnen de daadwerkelijke uitvoering kan plaatsvinden. Het gaat daarbij enerzijds
om doelstellingen en strategieën vaststellen. En anderzijds om voorwaarden en omstandigheden
scheppen om de doelstellingen waar te kunnen maken.
Dirigerende beslissingen zijn gericht op het in gang zetten van processen en activiteiten van
medewerkers.
Het verschil= constituerend is meer vooruitzien, plannen, organiseren en coördineren. Dirigerend is
meer het in gang brengen en controleren van de uitvoering.
3
, Missie en visie
De missie en visie vormen samen de beleidsuitgangspunten.
- Werkterrein= geeft aan welke klanten worden bediend en met welke producten wordt
voorzien in de behoeften van die klanten.
- Ambities= wordt mee aangegeven wat de organisatie wil bereiken in de toekomst.
- Culturele uitgangspunten= normen en waarden.
- Betekenis voor de stakeholders= betreft de vraag wat de onderneming voor hen wil
betekenen.
Missie
Wat doen we voor wie en waarom?
- Model van Abell geeft het werkterrein v/d organisatie aan
- Normen en waarden zijn identiteitsbepalend
Duurzaamheid
Integriteit
Nakomen van beloftes aan stakeholders
Visie
Welke richting gaan we uit?
- Gezamenlijk gedragen toekomstbeeld
- Uiteindelijke bestemming van de organisatie
- Haalbare dromen en wensen
- Persoonlijk gedragen ambities en kijk op de zaak
De manier waarop de gestelde doelen daadwerkelijk bereikt worden.
7S-model
1. Strategie ( zie hoofdstuk 2)
De route die een organisatie volgt om haar doelen te bereiken. Geeft inzicht in de huidige situatie
om goed te kunnen anticiperen op de gewenste situatie.
Bestaat uit de arbeidsverdeling, organisatie en de coördinatie. Visie/ strategie. Primaire proces
beschrijven.
Een platte organisatie is vaak meer open.
3. Systemen ( zie hoofdstuk 4)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmavahl18. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.12. You're not tied to anything after your purchase.