Spelling van werkwoorden
Afhankelijk van:
1. De vorm van het werkwoord
Dit gebeurt dagelijks – dit is vaker gebeurd
2. De tijd waarin de persoonsvorm staat
Wij verwachten dit van hen – wij verwachtten dit van hen
3. Het soort werkwoord
Sterk of zwak werkwoord, regelmatig of onregelmatig
Persoonsvorm
1. Zet de zin in een andere tijd (t.t.-v.t. of v.t.-t.t.), het werkwoord dat van tijd verandert is de
persoonsvorm.
Dit gebeurt dagelijks → dit gebeurde dagelijks
2. Verander de zin van getal (enkelvoud-meervoud), het werkwoord dat verandert is de
persoonsvorm.
Dit gebeurt dagelijks → zulke dingen gebeuren dagelijks
Stam
De stam is de kortste, vervoegde vorm van het werkwoord. Het is de vorm van het werkwoord die we
gebruiken bij de ik-persoon in de tegenwoordige tijd.
Vaak is de stam het hele werkwoord zonder -en, soms verandert er meer.
- Worden → ik word
- Bellen →ik bel
- Lopen →ik loop
- Geven →ik geef
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
De spelling van de persoonsvorm tegenwoordige tijd is afhankelijk van het onderwerp van die
persoonsvorm. Er zijn drie mogelijkheden. Je spelt:
1. De STAM: ik word, als je (te vervangen door jij) of jij (onderwerp) is en achter de pv staat:
Besteed je (jij) veel aandacht aan je huiswerk?
2. De STAM + t: hij wordt, jij wordt, het wordt, zij wordt
3. Het hele werkwoord: wij worden, jullie worden
Bij de meeste werkwoorden hoor je of het stam of stam + t is:
o Ik bak taart. (stam)
o Bak je taart? (stam)
o Bakt je zusje taart? (stam + t)
o Hij bakt taart. (stam + t)
Maar bij werkwoorden waarvan de stam op -d eindigt, hoor dat niet:
o Ik bereid taart. (stam)
o Bereid je taart? (stam)
o Bereidt je zusje taart? (stam + t)
o Hij bereidt taart. (stam + t)
,Tip:
Vervang de persoonsvorm tegenwoordige tijd door een vorm van lopen, maken of smurfen. Je hoort
dan duidelijk het verschil tussen de stam (loop/maak/smurf) of de stam + t (loopt/maakt/smurft):
- Waarom besteed je zo weinig aandacht aan je huiswerk?
o Je hoort: loop, maak, smurf dus alleen stam (zonder t)
Maar
- Besteedt je broer ook zo weinig aandacht aan zijn huiswerk?
o Je hoort: loopt, maakt, smurft dus stam + t
Willen, kunnen, zullen
- ‘Willen’ is een berucht onregelmatig werkwoord
o Bij ‘willen’ krijgt de persoonsvorm in de derde persoon geen -t: hij/zij/het bedrijf/de
klant/mijn collega wil. (NOOIT HIJ WIL)
o Bij JE mag je wilt en je wil allebei.
o Ook bij U mag je kiezen: u wil en u wilt zijn allebei correct.
- Hetzelfde geldt voor de werkwoorden zullen en kunnen:
o u kan en u kunt, u zal en u zult zijn beide correct.
Persoonsvorm verleden tijd
Twee soorten werkwoorden:
- Sterke werkwoorden: de klank verandert (pv krijgt een andere klinker)
o Spreken – sprak, kijken – keek
- Zwakke werkwoorden: pv verleden tijd is stam + te(n) of stam + de(n).
o Koken – kookte(n), delen – deelde(n)
Persoonsvorm verleden tijd: zwakke werkwoorden
Of je -te(n) of -de(n) schrijft, kun je vaak al horen (pakte – pakde, rilde – rilte). T eXKoFSCHiP.
Twee valkuilen
1. Als de stam eindigt op -t schijf je dubbel -t, als de stam eindigt op -d schrijf je dubbel -d.
o Wij praatten gisteren tot diep in de nacht.
o Mijn vrienden bereidden vorige week een heerlijke taart voor me.
- Schrijf alleen dubbel -t en -d als de stam op -t of -d eindigt!
2. Als het onderwerp van de zin meervoud is, schrijf je een -n.
o Vorig jaar september pleitten de commissieleden al voor een versnelde invoering van
de nieuwe wet.
o Vorig jaar september pleitte de commissie al voor een versnelde invoering van de
nieuwe wet.
- Vervang het werkwoord door een sterk werkwoord (lopen, schrijven, spreken, geven) om het
beter te horen. Hoor je liep, dan is het enkelvoud en schrijf je geen -n. Hoor je liepen, dan is
het meervoud en schrijf je wel -n.
Gebiedende wijs
Met de gebiedende wijs druk je een instructie, bevel of aansporing uit. De gebiedende wijs spel je
altijd als de stam van het werkwoord (Geef, word, schud, beantwoord). Gebiedende wijs heeft nooit
dt.
Let op!
Zodra er een onderwerp in de zin staat, is het geen gebiedende wijs meer (maar een persoonsvorm
tegenwoordige tijd) (beantwoordt u de onderstaande vragen, schudt u de inhoud van het flesje).
, - Er is sprake van een pv t.t. 3e persoon enkelvoud: stam + t.
- Je hoort bij deze vormen het verschil tussen de -d en -dt niet. In deze gevallen werkt de
smurfenproef goed.
o Smurft u gerust mee.
o Komt u mee.
o Denkt u nog even na.
Valkuil: persoonsvorm t.t. of voltooid deelwoord?
Bij sommige werkwoorden klinkt het voltooid deelwoord hetzelfde als de persoonsvorm
tegenwoordige tijd.
- De abonnementsprijzen zijn vorige week gewijzigd. Voor bestaande klanten verandert er niets.
o Pv t.t. stam +t.
- De abonnementsprijzen zijn vorige week gewijzigd. Voor bestaande klanten is er niets
veranderd.
o Vd: r staat niet in het ’t exkofschip, dus d.
Voltooid deelwoord
- Het voltooid deelwoord drukt voltooide tijd uit. Een voltooid deelwoord is altijd is combinatie
met een persoonsvorm (zijn, hebben, worden).
o Ik heb gestudeerd.
- Het voltooid deelwoord begint vaak met -ge. Maar niet altijd (niet bij werkwoorden die
beginnen met be-, er-, her-, ont-, ver-.)
- Het voltooid deelwoord kan eindigen op -en, -d, of -t.
- Bij sterke werkwoorden eindigt het voltooid deelwoord op -en
o Kijken – gekeken, lopen – gelopen, lachen – gelachen.
- Bij zwakke werkwoorden eindigt het voltooid deelwoord op -t of -d.
o Maak het voltooid deelwoord langer (plak er een -e achter, je hoort -t of -d)
o Kijk naar de persoonsvorm (geverfd – geverfde, gewist – gewiste)
o Gebruik ’t exkofschip. Is de letter voor -en in het hele werkwoord TXKFSCHP? Voltooid
deelwoord -t. Andere letter? Voltooid deelwoord -d.
Bepaal of het de persoonsvorm of voltooid deelwoord is
1. Er gebeurt van alles op straat.
2. Er is van alles gebeurd op straat.
- Zet zin 1 en 2 in een andere tijd:
1. Er gebeurde van alles op straat (gebeurt is de persoonsvorm want hij veranderd).
2. Er was van alles gebeurd op straat (was is persoonsvorm want hij veranderd).
Stam eindigt op klinker
Werkwoorden waarvan de stam eindigt op een lange klinker (fonduen, skiën, bingoën, dominoën,
echoën) krijgen in de verleden tijd -de en in het voltooid deelwoord een -d (TKFSCHPX gaat alleen over
medeklinkers).
- In een open lettergreep schrijf je 1 klinker
o Ik fondu, wij fonduden, ik ski, ik bingode, wij bingoden
- In een gesloten lettergreep verdubbel je de klinker
o Ik heb gefonduud, jij fonduut, ik heb gedominood, hij echoot, zij bingoot
- Let op bij de stam die eindigt op i, daar staat alleen in de stam een i, verder altijd ie.
o Ik ski, ik taxi, hij skiet, wij skiedne, hij vliegtuig taxiede, ik heb geskied.
, Onvoltooid deelwoord
Het onvoltooid deelwoord heeft de functie van bijwoord of bijvoeglijk naamwoord in de zin. De
spelling is altijd hetzelfde:
- Hele werkwoord + d
o Aarzelend pakte ze het pakje op.
o Zij zat oplettend in haar stoel.
o De fietsende man kon net op tijd stoppen.
o Lachend, mompelend, teleurstellend, levend, vertrouwend.
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
- Het voltooid deelwoord kan ook als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt. Je vervoegt het
niet, maar verbuigt het door een -e toe te voegen zoals met andere bijvoeglijke naamwoorden
(mooi – mooie, groot – grote, wit – witte).
- Als het voltooid deelwoord eindigt op -d of -t, voeg je een -e toe en spel je het bijvoeglijk
naamwoord zo eenvoudig mogelijk (verdubbel alleen de -t of -d als het voor de uitspraak niet
ander kan).
o De verbrede weg, de vergrote foto, de verbrande koekjes, de verlichte kamer, de
geredde drenkeling, het gewitte plafond.
- Als het voltooid deelwoord eindigt op -en, verbuig je niet. Daarom eindigt het bijvoeglijk
naamwoord altijd op -en.
o De gewassen broek, de verloren zoon, het gebakken brood, de gewonnen race.
Engelse leenwerkwoorden
Engelse werkwoorden die in het Nederlands gebruikt worden, vervoeg je op dezelfde manier als
Nederlandse zwakke werkwoorden:
- Persoonsvorm tegenwoordige tijd: stam, stam + t of hele werkwoord.
- Persoonsvorm verleden tijd: stam + te(n) of stam + de(n).
- Gebiedende wijs: stam.
- Voltooid deelwoord: ge- + stam + -t of -d.
- Onvoltooid deelwoord: hele werkwoord + d
’T EXKOFSCHIP
- Luister of de klank die je hoort voor de -en in het hele werkwoord.
- Racen → voor de -en hoor je een -s-klank. Deze staat in TEXKOFSCHIP, daarom spel je:
o Ik racete (persoonsvorm verleden tijd)
o Ik heb geracet (voltooid deelwoord)
Stam bij Engelse leenwerkwoorden
De stam spel je zoals de het hele (werk)woord in het Engels spelt:
- Faxen (to fax): stam = fax
o Ik fax, hij faxt, ik faxte, ik heb gefaxt
- Racen (to race): stam = race
o Ik race, hij racet, ik racete, ik heb geracet
- Deleten (to delete): stam = delete
o Ik delete, hij deletet, ik deletete, ik heb gedeletet
Uitzondering 1
Als het werkwoord in het Engels op een dubbele medeklinker eindigt, schrijven we er in het
Nederlands maar 1.
- To floss → flos
- To stress → stres
- To grill → gril
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilsefolmer2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.