Leerdoelen van staatsrecht uit leerjaar 1, van de opleiding HBO rechten aan Hogeschool Utrecht, uitgewerkt. Met enkele voorbeelden en wetsartikelen. Tentamencijfer 7,9. De informatie komt uit de hoorcolleges en het boek Praktisch Staatsrecht (Visscher). Jaar 1 hbo rechten Hogeschool Utrecht.
Staatsrecht leerdoelen uitgewerkt periode A
Leerdoel 1: de student kan de kenmerken van een staat weergeven en kan de staatkundige
verhoudingen binnen het koninkrijk der Nederlanden beschrijven (statuut, grondwet).
Kenmerken van een staat
1. Grondgebied: het territorium van de staat die is afgebakend met grenzen die in een verdrag met
de buurlanden zijn afgesproken.
2. De gemeenschap: die wordt gevormd door de mensen die in het grondgebied wonen.
3. Hoogste gezag: gericht op het scheppen en handhaven van orde en recht, door de staat.
4. (Erkenning door andere staten)
De staatkundige verhoudingen binnen het koninkrijk der Nederlanden
o Het statuut voor het koninkrijk der Nederlanden regelt de staatkundige relatie tussen de landen:
Nederland, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
o Statuut = een staatregeling waarin afspraken zijn vastgelegd over de onderlinge verhoudingen in het
Koninkrijk der Nederlanden en de samenwerking.
o Rijkswetten = wetten die voor het hele Koninkrijk der Nederlanden gelden.
o Curaçao, Sint-Maarten en Aruba zijn zelfstandige staten binnen het Konikrijk der Nederlanden
geworden.
o Bonaire, Sint-Eustatius en Saba hebben de status gekregen van openbare lichamen (art. 134. Gw) en
zijn een soort overzeese gemeenten geworden.
Leerdoel 2: de student kan bronnen van staatsrecht benoemen en kan beschrijven wat de
Grondwet is en wat erin geregeld wordt.
Bronnen van staatsrecht
o Constitutie of staatsregeling = de rechtsregels die het staatsgezag en de organisatie van de staat
vastleggen.
o De Nederlandse constitutie is te vinden in:
- Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden: die regelt de organisatie van het Koninkrijk en
de onderlinge verhoudingen en samenwerkingen tussen Nederland en overzeese delen van het
Koninkrijk.
- De Grondwet: die regelt de inrichting en het functioneren van de Nederlandse staat en de
staatsorganen en de verdeling van de staatsmacht.
- (Organieke) wetten en besluiten, regelementen: als de Grondwet bepaalt dat iets nader geregeld
moet worden in een wet in formele zin. Vb: gemeentewet, provinciewet, kieswet etc.
- Gewoonterecht: recht dat is gebaseerd op een bepaald gebruik, dat een zekere tijd voortduurt en
waarvan men vindt dat het juridisch gezien zo hoort (= ongeschreven regel).
- Verdragen en Europese maatregelen: voorbeelden zijn het EU-Verdrag, het Verdrag van Schengen,
het Vluchtelingenverdrag, het EVRM en het BUPO.
- Jurisprudentie: het rechtersrecht. Uitspraken van rechters waarin bestaande rechtsregels worden
verduidelijkt en toegepast in een concreet geval.
1
, Wat is de Grondwet en wat wordt erin geregeld?
o De Grondwet
- Is het basisdocument voor de inrichting van de staat binnen de Nederlandse samenleving.
- Regelt inrichting en functioneren van de Nederlandse staat, de staatsorganen en verdeling van de
staatsmacht.
- Bevat onder andere grondrechten, die burgers beschermen tegen al te grote inbreuken door de
staat.
- Is ondergeschikt aan het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.
o De staat mag grondrechten beperken als het echt nodig is, als er bijvoorbeeld iemand een dreiging
vormt voor een ander.
o Andere wetten mogen niet in strijd zijn met de Grondwet.
Leerdoel 3: de student kan de vier pijlers van de rechtsstaat beschrijven (grondrechten,
machtenscheiding, legaliteitsbeginsel, onafhankelijk rechtsspraak)
De vier pijlers van de rechtsstaat
1. Legaliteitbeginsel = de overheid mag slechts optreden op grond van algemene regels die
democratisch tot stand zijn gekomen.
2. Trias politica = de macht van de overheid is gespreid over verschillende organen of personen in de
staat.
3. Onafhankelijke rechtspraak = een onafhankelijke rechter biedt burgers bescherming tegen
overheidsoptreden dat willekeurig is of op een bepaalde manier in strijd is met het recht.
4. Grondrechten = burgers hebben fundamentele rechten die de overheid moet eerbiedigen.
Leerdoel 4: de student kan uitleggen wat er onder klassieke en sociale grondrechten wordt
verstaan en wat het verschil is tussen beiden.
Klassieke grondrechten
o Klassieke grondrechten = vrijheidsrechten waarop burgers zich direct kunnen beroepen, zowel
tegenover de overheid (verticale werking) als tegenover medeburgers (horizontale werking).
o Deze waarborgnormen garanderen de burger een staatsvrije sfeer.
o Deze grondrechten zijn afdwingbaar bij de rechter.
o Overheidsingrijpen zijn niet toegestaan, tenzij uitdrukkelijke grondslag om te beperken in de
Grondwet zelf vermeldt staat.
o Artt. 1 t/m 18 en 23 lid 2 Gw
Sociale grondrechten
o Sociale grondrechten = een opdracht voor de overheid om sociale gerechtigheid in de samenleving te
realiseren, zodat burgers zich kunnen ontplooien.
o Voor deze instructienormen is de inzet van de overheid nodig.
o Deze grondrechten zijn niet afdwingbaar.
o Alleen verticale werking
o Artt 18 lid 2 t/m art 23 overige leden Gw
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zoeelise. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.13. You're not tied to anything after your purchase.