100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting: Biologie voor Jou (6e editie) Havo 5, Thema 3 $6.06   Add to cart

Summary

Samenvatting: Biologie voor Jou (6e editie) Havo 5, Thema 3

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Level

In deze samenvatting is thema 3 'Vertering' uit boek 'Biologie voor Jou' (6e editie) voor Havo 5 samengevat. Hierin zijn verschillende begrippen en methoden beschreven, om je zo goed voor te bereiden op de toets! p.s. "Thema 10" in Word document is vanaf de thema's van havo 4 doorgeteld.

Preview 2 out of 5  pages

  • November 18, 2022
  • 5
  • 2019/2020
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Samenvatting Biologie Thema 10 Vertering
PARAGRAAF 1

Voedingsmiddelen: alles wat je eet of drinkt.
Bouwstof: moleculen die nodig zijn voor de vorming van cellen en weefsels.
Brandstoffen: voedingsstoffen die energie kunnen leveren voor de dissimilatie.
Voedingsstoffen: de bruikbare bestanddelen van voedingsmiddelen. Deze kunnen dienen als:
- Bouwstoffen voor de productie van organische moleculen bij de voortgezette assimilatie.
Deze moleculen zijn nodig voor groei en ontwikkeling, voor vervanging van afgestorven
cellen en voor herstel van verwondingen.
- Brandstoffen om energie te leveren voor de dissimilatie. De energie is nodig om te bewegen,
voor het op peil houden van de lichaamstemperatuur en voor groei, ontwikkeling en herstel.
Voedingsvezels: stoffen afkomstig uit de celwanden van plantaardige voedingsmiddelen die niet
door enzymen van de mens kunnen worden verteerd. Functie = de darmwerking en stoelgang
bevorderen, zorgt ook voor verzadigd gevoel. Voedingsvezels zijn koolhydraten die niet worden
verteerd door enzymen van de mens  een deel kan worden afgebroken door de enzymen van
bacteriën
Essentiële aminozuren: 8 aminozuren die de mens niet of niet voldoende kan produceren en dus
moet de voeding deze aminozuren bevatten.
Essentiële vetzuren: onverzadigde vetzuren die in het voedsel moeten voorkomen, omdat de mens
niet in staat is om deze te produceren.
Spoorelementen: mineralen die in geringe hoeveelheden in het voedsel aanwezig zijn. Functioneren
als bestanddelen van enzymen of hormonen.

Soorten voedingsstoffen:
- Eiwitten
- Koolhydraten
- Vetten
- Water
- Mineralen
- Vitaminen

Eiwitten (proteïnen): ketens van aminozuren.
- Route in het verteringsstelsel: eiwitmoleculen worden uit het voedsel gesplitst in
afzonderlijke aminozuurmoleculen, die worden opgenomen in het bloed  worden via bloed
getransporteerd naar de lever  vervoerd naar alle organen in het lichaam.
Bij de eiwitsynthese worden aminozuren in de cellen weer gekoppeld tot eiwitmoleculen.
- 1 eiwit bevat 20 verschillende aminozuren, waarvan 12 zelf gemaakt worden als ze niet
voldoende in het voedsel voorkomen (gebeurd in de lever). De overige 8 kunnen mensen niet
of niet voldoende zelf produceren. Daarom moeten deze essentiële aminozuren in het
voedsel voorkomen.
- Functies: zijn de bouwstoffen van cellen en weefsels (bijv. tussencelstof); reguleren bijna alle
processen in een organisme (transport van stoffen, overbrengen van signalen van ene cel
naar andere, chemische reacties); kan dienen als brandstof  eerst omgezet in glucose, dan
verbrand, niet genoeg glucose?  verbranding van eiwitten uit je spieren  spiermassa
neemt af. Overschot aan eiwitten en aminozuren worden omgezet in glucose.
- Bij dissimilatie van eiwitten ontstaat ammoniak  wordt in de lever omgezet in ureum 
wordt uitgescheiden met urine.

, Koolhydraten (sachariden): belangrijke brandstoffen in het lichaam. Deze zijn in te delen in mono-,
di- en polysachariden. Sachariden bestaan uit koolstof, waterstof en zuurstof. 1 g koolhydraten = 17
Kj energie.
- Functies: brandstoffen; bouwstoffen (bijv. in DNA, ATP en in celmembranen)
- Teveel aan opgenomen koolhydraten wordt omgezet door insuline in glycogeen of vet en
opgeslagen in de lever en spieren of onder de huid en rondom organen.

Soorten sachariden:
- Monosachariden: enkelvoudige suikers, bevatten 5 a 6 C-atomen. (glucose)
- Disachariden: molecuul opgebouwd uit 2 monosachariden. (lactose)
- Polysachariden: moleculen die opgebouwd zijn uit lange ketens van monosachariden.
(zetmeel)

Vetten (lipiden): 1 vetmolecuul bestaat uit 3 vetzuurmoleculen en een glycerolmolecuul. Het
menselijk lichaam kan glycerol en de meeste vetzuren vormen uit andere organische stoffen.
- Vetzuren:
 Verzadigde vetzuren: alle bindingsplaatsen van de C-atomen zijn bezet door
waterstofatomen.
 Onverzadigd vetzuren: niet alle C-atomen zijn bezet door H-atomen, tussen
C-atomen die niet bezet zijn maken een dubbele binding. Enkele onverzadigde
vetzuren moeten in het voedsel voorkomen = essentiële vetzuren.
- Functie: brandstoffen, bouwstoffen en oplosmiddel voor sommige vitaminen. 1 g = 38 Kj
energie
- Teveel aan opgenomen vetten worden opgeslagen onder de huid en rondom organen.
- Cholesterol: een vet dat en in je voedsel voorkomt, en wordt aangemaakt door de lever.
Komt voor in celmembranen en wordt gebruikt bij de productie van hormonen, gal en
vitamine D.

Water:
- Mens bestaat 60% uit water, organismen bestaan grotendeels uit water.
- Functie: bouwstof voor lichaamscellen en dient ook als oplosmiddel en transportmiddel en
bepaalt samen met de opgeloste stoffen de osmotische waarde van vloeistoffen in het
lichaam. Speelt ook een belangrijke rol bij de regeling van lichaamstemperatuur: verdamping
van water uit zweet  het lichaam koelt af.

Mineralen (zouten): anorganische stoffen (bijv. calcium, fosfor, kalium, natrium, etc.).
- Functie: bouwstoffen; nodig om processen in het lichaam te laten verlopen, calcium voor het
stollen van bloed, kalium en natrium voor het geleiden van impulsen door zenuwcellen.
- Spoorelementen: mineralen die je in kleine hoeveelheden nodig hebt (chroom, fluor, jodium,
ijzer). Fluor: versterkt tandglazuur, ijzer: vorming van hemoglobine ( = een molecuul in rode
bloedcellen dat verantwoordelijk is voor zuurstoftransport). Spoorelementen zijn vaak
bestanddelen van enzymen en hormonen.

Vitaminen: organische stoffen die nodig zijn om de processen in je lichaam goed te laten verlopen.
- Worden aangegeven met een letter, belangrijke: A, B, C, D en K
B = verzamelnaam voor vitaminen met cijfers (B1 en B6)
K wordt gemaakt door bacteriën in de dikke darm  andere vitaminen kunnen niet in je
lichaam gevorm worden en moeten in je voeding voorkomen.
- Gebreksziekten: tekort aan vitaminen, teveel vitaminen kun je ook ziek van worden

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SophievandenBosch. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78140 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.06
  • (0)
  Add to cart