100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide collegeaantekeningen Leren en cognitie $4.34   Add to cart

Class notes

Uitgebreide collegeaantekeningen Leren en cognitie

 23 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Uitgebreide collegeaantekeningen voor het vak Leren en cognitie. Dit vak heb ik gevolgd bij de universiteit Leiden voor de opleiding Pedagogische wetenschappen. Alle colleges zijn hierin verwerkt.

Preview 4 out of 42  pages

  • November 18, 2022
  • 42
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Dietsje jolles, anne helder
  • All classes
avatar-seller
College Leren en cognitie

College 1
Tentamenstof
 Het boek van Omrod 2016 behalve hoofdstuk 2 en sommige delen van hfd 10 en 11

Leren en cognitieve ontwikkeling
 Leren: lange-termijn verandering in mentale representaties als gevolg van ervaring
 Cognitie: ‘Een parapluterm, waartoe de mentale processen gerekend worden die
optreden wanneer mensen waarnemen, informatie verwerken, leren, denken en
problemen oplossen’
 Ontwikkelingsperspectief: hoe en wat er geleerd wordt is afhankelijk van de
achtergrondkennis en cognitieve vaardigheden van de persoon die leert

Belangrijke thema’s
 Leren, geheugen, kennis, herinneren, vergeten, toepassen

 Aandacht, werkgeheugen, executieve functies, motivatie, kritisch denken, problemen
oplossen

Belangrijke thema’s
 Ontwikkeling vs. Leren  kinderen leren anders dan volwassenen kennis die
ontwikkelt over tijd, leren heeft invloed op ontwikkeling want als je eenmaal de
kennis hebt kan je weer andere vaardigheden leren, ze zijn erg met elkaar verbonden
 Wat is het verschil tussen leren en ontwikkeling
 Kun je het echt uit elkaar halen?

Vroege psychologie
 Introspectie & zelf-observatie  introspectie betekent dat er werd gedacht dat
leerkrachten vooral naar zichzelf keken en dat het vooral was op basis van eigen
ervaringen

Verschillende reacties op ‘vroege psychologie’
 Behavoristisch model: alleen dingen bestuderen die objectief te meten zijn: gedrag
 je stopt er iets in, er gaat er iets mee gebeuren en de gedragsverandering kun je
wel waarnemen. Wat er mee gaat gebeuren dat kun je niet zien. Gaat vooral om
observeerbaar gedrag
 Cognitief model: belangrijk om denkprocessen systematisch in kaart te brengen  bij
deze stroming zijn ze wel geinteresseerd in wat er gebeurt

Wisselwerking tussen persoon en omgeving
 Social cognitive theory  wat de leerlingen leren in de social cognitive theory

Al die theorieën wat heb je daar nou aan?
 Overzichtelijk: integratie van verschillende leerprincipes
 Genereert nieuw onderzoek
 Geeft betekenis aan observaties/resultaten (we snappen waarom iets gebeurt)

,  Geeft aangrijpingspunten om meer ‘optimale’ interventies etc. te ontwikkelen
 ‘Nothing is as practical as good theory’ (kurt Lewin)

Maar…
 1 allesomvattende theorie is niet mogelijk… (altijd een versimpeling van de
werkelijkheid)
 Bias om voornamelijk onderzoek te doen naar fenomenen die relevant zijn voor een
bepaalde theorie (verobservering van onderzoek)
 Bias om consistente te publiceren

En vertaling naar praktijk kan lastig zijn
 Pedagogen/onderwijswetenschappers kunnen helpen om een brug te slaan tussen
theorie en praktijk

College 2
 Stimuli is input wanneer er wat in de omgeving gebeurt, dan komt de black box en
dan de output wat het gedrag is

Belangrijke personen
 Watson – ‘stichter’ van behaviorisme 
- Manifest in 1913
 Pavlov – classical conditioning
 Skinner – operant conditioning
 Thomdike – law of effect
 Bandura – social learning theory
- Transitie van behaviorisme naar cognitivisme

Belangrijke termen behaviorisme
 Equipotentiality: leren van mensen en dieren grofweg hetzelfde  behavioristen
gaan ervan uit dat leren hetzelfde is voor mensen als voor dieren dus je kan net zo
goed alles van dieren leren.
 Objectivity: stimulus – response relatie (S-R psychology)  relatie tussen stimuli en
responses.
 Mentale processen -> black box  die mentale processen vinden plaats in de black
box en kun je niet zien en zijn subjectief en dus niet objectief.
- Maar zie neo-behaviorisme S-O-R (o.a. social learning theory)  social learning
theory houdt vooral bezig met organisme en houdt wel rekening met de mentale
processen.
 Wat is leren?
- Verandering in gedrag
- Betere term (volgens behavioristen): conditioneren  verandering in gedrag
wordt ook wel conditioneren van gedrag genoemd
 Blank slate, tabula rasa  idee dat kinderen geboren worden met een onbeschreven
blad dus al het gedrag dat kinderen kennen is aangeleerd
 Parsimony (spaarzaamheid): ‘de simpelste theorie is de beste’ 

,Behaviorisme
 Zelfs heel ingewikkeld gedrag: gedrag kun je leren door reinforcement

Thorndike
 Edward Lee Thorndike (Amerikaanse psycholoog, 1847-1949)
 Puzzelbox: kan kat ontsnappen door aan de hendel te trekken?
- Trial and error
- Learning curve: kat ontsnapt steeds sneller
- Link tussen stimulus (puzzelbox) en respons (aan de hendel trekken) wordt steeds
sterker

Thorndike
 Kennis = link tussen stimulus en respons
 3 wetten:
1. Law of rediness: mensen leren het beste wanner ze er fysiek mentaal klaar voor
zijn (o.a. concentratie, motivatie)  degene die het leert moet er klaar voor zijn
2. Law of excercise (law of use/disuse): herhaling maakt link tussen stimulus en
respons sterker  de herhaling van de stimulus en response maakt het leren
steeds sterker.
3. Law of effect: connectie wordt versterkt door belonen en afgezwakt door straffen

Belangrijk onderscheid
 Klassiek vs operant conditioneren
 Vrije vertaling:
- Onvrijwillig leren (passief) vs. Vrijwillig (actief)
- Klassieke vs. Operante conditionering
o Klassieke conditionering: leren van nieuwe verbanden
o Operante conditionering: (aan)leren van (nieuw) gedrag

Behaviorisme – stimulus response theory




S-R theory

, Conditioneren klassiek
 Pavlov
- Stap 1: nS (belletje)  geen response
- Stap 2: ucS (vlees)  ucR (kwijlen)
- Stap 3: nS (belletje) + ucS (vlees)  ucR kwijlen
- Herhaal, herhaal
- Stap 4: cS (belletje)  cR (kwijlen)

Klassieke conditionering verklaren dat
 Mensen bepaalde (soms niet altijd logische) angsten en fobieen hebben
 Mensen bepaalde attitudes hebben (lekker-vies, aardig-stom, discriminatie, racisme)

cS echt neutraal?
 Niet echt neutraal
- Voedsel  misselijk werkt beter dan geluid  geluid
 Van contiguity naar contingency
- Contiguity (nabijheid) : cS moet vlak voor ucS gepresenteerd worden
- Contingency (afhankelijkheid): cS presenteren wanneer kans op ucS groot is

Fenomenen
 Uitdoving (extinction)
- Gebeurt vaak niet omdat mensen de cS vermijden
 Spontaan herstel (spontaneous recovery)
 Generalisatie


Counterconditioning (let op: kan met ucS en cS)
 Niet elk gedrag is wenselijk, daarom kan je ook gedrag afleren en dat
doe je door counterconditioning

Paar kritische punten
 We leren ook door observatie -> lastig te verklaren met alleen maar
klassieke conditionering
 Organisme (O) (de observeerder) is ook van belang
 Later bespreken we nog meer problemen (met
behaviorisme in het algemeen)


Reinforcer dimensies
 Straf/beloning
 Positief (toevoegen van stimulus)/ negatief (wegnemen van
stimulus)

Operant conditioneren
 Bij straffen neemt het gedrag af en bij de beloningen wordt het
gedrag

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnnexD. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.34  2x  sold
  • (0)
  Add to cart