"Rekenen samenvatting" BOS: alle SPSS stof uitgelegd en samengevat
9 views 1 purchase
Course
Basis Onderzoek & Statistiek
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Als je moeite hebt met het snappen van SPSS output, dan is dit een hele fijne samenvatting. Er staat zo precies mogelijk aangegeven wat alles betekent in de verschillende tabellen en hoe je het moet interpreteren.
Deze samenvatting is vooral bedoeld als aanvulling op de "volledige samenvatting BOS...
Extra uitleg van de ingewikkelde reken en SPSS shit
Alle symbolen op een rijtje
α = significantie
β = richtingscoëfficiënt
μ = gemiddelde in de populatie
M = gemiddelde in de steekproef
ρ = correlatie in de populatie
r = correlatie in de steekproef
d = Cohen’s d in de steekproef/ effect van een interventie uitgedrukt in standaarddeviaties
Δ = Cohen’s d in de populatie (kun je nooit écht berekenen, natuurlijk)
R² = percentage verklaarde variantie
s = standaarddeviatie in de steekproef
σ = standaarddeviatie in de populatie
Spreidingsmaten:
Bereik: verschil tussen het maximum en het minimum
Kwartielen:
o 1: Zet alle getallen op volgorde.
o 2: Vind de mediaan (ook wel het tweede kwartiel of Q2 genoemd).
o 3: Vind nu de mediaan van de eerste helft, dit noemen we het eerste kwartiel of Q1.
o 4: Vind nu de mediaan van de tweede helft, dit noemen we het derde kwartiel of Q3.
o Interkwartielafstand: de afstand tussen Q1 en Q3, het middelste bereik van de data
Anders gezegd: Q1 – Q3 = interkwartielafstand
In het Engels ook wel Inter Quartile Range of IQR genoemd
Standaarddeviatie: gemiddelde afstand tot het gemiddelde
Variantie: standaarddeviatie in het kwadraat
o var = s²
Boxplot:
bestaat uit drie onderdelen:
o Middelste streep: dit geeft aan waar de mediaan zit.
o Box: Dit geeft aan waar de middelste 50% van de data zit. De uiteinden van de box
zijn Q1 en Q3.
o Lijnen: dit geeft aan waar de rest van de data zit. Soms worden deze ook "snorharen"
genoemd. De snorharen reiken tot het minimum en het maximum.
Histogram:
Lijkt op staafdiagram, maar de balken tegen elkaar aan om aan te geven dat de groepen in
elkaar overlopen
Geschikt voor data op interval/ratio schaal
1. Deel de data in vaste groepen (klassen)
o Een ')' betekent dat de klasse tot de waarde loopt (en niet tot en met). De waarde
4.0 valt dus in de klasse [4, 8) en niet in de klasse [0, 4)
2. Bepaal zelf hoeveel groepen je wilt. 8-10 is vaak een goed aantal
, Correlaties
r = correlatie bij de steekproef
ρ = correlatie bij de populatie
p-waarde: de kans dat als de nulhypothese waar is, je gelijke of extremere waardes dan je
geobserveerde waarde zou vinden; wordt gebruikt voor het toetsen van hypotheses. Als een p-
waarde laag is, dan is het onwaarschijnlijk dat het resultaat het gevolg zou zijn van toeval. Bij een
hele kleine p-waarde mogen de onderzoekers de nulhypothese verwerpen.
Correlatiecoefficiënt
De soort correlatiecoefficient die je gebruikt hangt af van het meetniveau:
Pearson correlatie: bij twee variabelen op ratio/interval meetniveau
Spearman (rang)correlatie: één of twee variabelen van ordinaal
meetniveau
De soort correlatiecoefficiënt hangt ook af van de vorm:
Lineaire correlatie: pearson
Niet-lineair, maar wel monotoon stijgend of dalend: spearman:
De correlatiecoëfficiënt ligt altijd tussen -1 en 1
r= -1: zeer sterke negatieve samenhang
r= 0: geen samenhang
r= +1: zeer sterke positieve samenhang
R: Dit is de correlatie tussen de voorspelde score en de afhankelijke variabele. Voor een
enkelvoudige regressie is dit hetzelfde als de correlatie tussen X en Y, met als verschil dat R altijd
positief is en de correlatie ook negatief zou kunnen zijn.
R Square: Deze is belangrijk, maar bespreken we pas in het 2e college over regressie.
Std.Error of the Estimate: Dit heet in het Nederlands de standaardschattingsfout. Dit is de
gemiddelde fout die we maken wanneer we dit model gebruiken. Met andere woorden, dit is het
hier kun je zien welke
gemiddelde residu van alle deelnemers. gest. regressie- variabele de grootste
coëfficiënt invloed heeft
intercept p-waarde
RC
Intercept: startpunt van de lijn; de waarde van Y als X 0 is.
Richtingscoëfficiënt: Hoe steil de lijn is. Of met andere woorden, hoeveel Y verandert als de X-
variabele met 1 toeneemt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lieselottepeeters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.30. You're not tied to anything after your purchase.