Inkoopbeslissingen worden gebaseerd op ‘total costs of ownership’, waarbij naast initiële investeringen met name aandacht
wordt gegeven aan de onderhouds- exploitatiekosten en aan de waarde aan het eind van de economische levensduur. Enkele
belangrijke kenmerken van het koopgedrag van organisaties:
- Professionele inkoop: zijn betrokken bij de voorbereiding en uitvoering van de koopbeslissing. Ze zijn door hun
opleiding en ervaring gedegen tegenspelers voor de industriële verkoper.
- Afgeleide vraag: meeste bedrijven zijn toeleveranciers voor andere bedrijven. Ontwikkelingen in de industriële markten
zijn vaak afgeleid van de ontwikkelingen die zich op de markten van de eindgebruiker voordoen.
- Inelastische, fluctuerende vraag: prijsvorming is vaak weinig elastisch.
- Veelal geografische concentratie: Vb. Chemische industrie concentreert zich op het Ruhrgebied.
- Grote hoeveelheden en grote bedragen.
- Beperkt aantal afnemers.
Aspect Industriële markt Consumentenmarkt
Inkoopdoel Productie mogelijk maken Persoonlijke bevrediging, status
Inkoopmotieven Overwegend rationeel Ook emotionele motieven
Inkoopfunctie Professionele inkopers Niet speciaal daarvoor opgeleiden inkopers
Besluitvorming Beinvloed door veel personen, veel overleg Impulsief, zonder overleg
Aard en wijze van Onderhandelingen, langdurige relatie, veel Geen onderhandelingen, kortstondige relatie,
inkoop interacties. weinig interactie.
Product- en Groot Klein
marktkennis
Inkoophoeveelheid Vaak groot Vaak klein
Vraag Afgeleide vraag, sterke fluctuaties Autonome vraag, relatief stabiel
Prijselasticiteit Relatief inelastisch Relatief elastisch
Aantal afnemers Relatief beperkt Zeer groot
Spreiding afnemers Zeer grote regionale concentratie Verspreid
Variabelen die het koopproces beïnvloeden:
- De karakteristieken van het product: beslissingen over de aanschaf van bijvoorbeeld grondstoffen vereisen een andere
expertise dan de aanschaf van bijvoorbeeld reservedelen.
- Het strategisch belang van de aankoop: naarmate het belang voor de onderneming groter is, is de leiding van de
organisatie sterker bij de koopbeslissing betrokken (bedrag, risico).
- De mate van risico dat aan de aankoop verbonden is: groter risico betekend meer disciplines betrokken bij het proces.
- De mate waarin het aan te schaffen product ingrijpt op bestaande routines binnen de eigen organisatie.
- De plaats van de inkoopafdeling in de organisatie: de interne structuur (taken, verantwoordelijkheden en
bevoegdheden) is medebepalend voor de wijze waarop de koopbeslissing tot stand komt en wie daarbij betrokken is.
Wind & Webster: maken onderscheid tussen task-variabelen en not-task-variabelen.
- Task-variabelen: alle variabelen die te maken hebben met de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden die door
de organisatie aan de koopbeslissing betrokken functionarissen zijn opgelegd.
- Non-task-variabelen: hebben te maken met de persoonlijkheid van de functionaris zelf. Mensen verschillen qua
persoonlijkheid. Deze verschillen komen onder meer tot uitdrukking in de mate waarin men risico’s aangaat/vermijdt.
Koopprocessen in organisaties zijn complexe processen waarbij altijd meer dan één persoon betrokken is (Decision Making
Unit). Wind en Webster noemen het ook wel ‘Buying Centre’. Verschillende rollen binnen de DMU:
- De gebruikers: functionarissen die later met het product zullen gaan werken.
- De beïnvloeders: personen die door middel van al of niet gevraagd advies de uitkomst van het koopproces kunnen
beïnvloeden.
- De kopers: hoeven niet samen te vallen met de gebruikers. Vooral bij grote organisaties zijn deze verschillend. De rol
van de feitelijke koper wordt daar door de inkoper bepaald: deze onderhandeld met de leverancier over de
contractvoorwaarden en plaatst de bestelling.
- De beslissers: de functionarissen die feitelijk de leverancierskeuze bepalen.
- De gatekeeper: functionarissen die de informatiestroom aan de andere leden van de DMU beheersen. Dit kan de
secretaresse zijn, die contacten met leveranciers houdt. Het kan ook de inkoper zijn die leveranciersdocumentatie
verspreid onder collega’s.
, Het inkoopprocesmodel: kenmerken
- Procesbenadering: inkoopprocessen beschouwen wij vanuit een procesbenadering. De onderscheiden stappen in het
model hangen nauw met elkaar samen. De kwaliteit van de vorige fase(n) bepalen de kwaliteit van de daaropvolgende
fase(n).
- Benoemen van de raakvlakken: de output van elke fase moet duidelijk zijn benoemd. Het liefst wordt de afronding
genoteerd in een document met de besluitenvorming.
- Vaststellen verantwoordelijkheden: vraagt om goede regie en afstemming. Per fase dienen de taken,
verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor elk lid van de DMU te worden aangegeven.
- Combineren van verschillende kennisaspecten, vaardigheden en deskundigen: dit alles moet worden gecombineerd om
doelen te realiseren.
- Terugkoppeling: de resultaten die aan het einde verkregen zijn, moeten worden teruggekoppeld naar eerdere fase(n) in
het model.
Het goed regisseren van het gehele inkoopproces betekend:
- In een vroeg stadium betrokken zijn op grond van bewezen deskundigheid, bij ontwikkelings- en investeringsprojecten.
- In samenspraak met de gebruiker opstellen van een lijst met voorkeuren.
- Het voorbereiden en voeren van de contractonderhandelingen.
- Het opstellen van order- en bestelroutines zodanig dat de gebruiker als dat kan zelf bestellingen kan plaatsen.
- Het bewaken van de uitstaande orders, controleren van de leveringen en betaalbaar stellen van facturen.
- Het doen verrichten van order nazorg in de vorm van het afwikkelen van claims, het evalueren van ervaringen met
leveranciers, het ranken van leveranciers en het bijhouden van leveranciersdocumentatie.
3 verschillende inkoopsituaties:
- New-task-situatie: wanneer de organisatie een geheel nieuw product besluit te kopen dat nog door een onbekende
leverancier wordt geleverd. Kenmerkt zich door hoge mate van onzekerheid.
- De gewijzigde herhalingsaankoop: als men een nieuw product wenst aan te schaffen van een bekende leverancier of
een bestaand product van een nieuwe leverancier wenst te betrekken. Doet zich voor wanneer men ontevreden is over
de leverancier of als er substituten voor een product zijn verschenen.
- Rechtstreekse herhalingsaankoop: de aankoop van een bekend product bij een leverancier met wie men ervaring
heeft.
Specificaties van hetgeen dat moet worden ingekocht moet worden vastgesteld, aantal stappen:
1. Functionele specificatie: omschrijft de functie van het product of de dienst welke gaat worden ingekocht. Het geeft aan
welke prestaties door het product dan wel door de leverancier moet worden geleverd.
2. Programma van eisen: functionele specificatie vormt de basis voor het programma van eisen. Dit beschrijft meer in
detail wat van de leverancier wordt verwacht.
3. Technische specificatie: uitwerking van het programma van eisen en geeft de gedetailleerde, technische eisen aan
waaraan het te leveren product zal moeten voldoen.
Het geheel van eisen = inkooporderspecificatie.
Noodzakelijke activiteiten bij het komen tot een goede leveranciersselectie:
- Vaststellen wijze van contracteren: welke contractvorm zal worden toegepast?
1. Inkopen op basis van een vaste prijs: vooraf afgesproken prijs. Voordelen: opdrachtgever weet waar hij aan
toe is, na levering geen verrekeningen nodig en inzicht op exacte leverdata.
2. Inkopen op basis van verrekening van alle kosten: de aard en omvang van de verrichten werkzaamheden liggen
niet in detail vast. Alle kosten worden achteraf verrekend.
3. Inkopen op basis van eenheidsprijscontract: toegepast op terugkerende standaardwerkzaamheden. Er wordt
een tarief per prestatie-eenheid bepaald.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisannecaroline. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.89. You're not tied to anything after your purchase.