WEEK 1
FTFC= Mondelinge communicatie, bijvoorbeeld telefoongesprekken of een
mentorgesprek. Ordinary conversation= dagelijkse interactie, dus tussen
familie/vrienden/collega’s.
Basis van gesprekken:
- Aangrenzende paren (hallo-hey) (hoe is het-goed). Door het uiten van
een eerste paardeel creëer je een verwachting van een tweede paardeel,
bijvoorbeeld op een hallo verwacht jij vervolgens ook een groet van de
ander.
- Verwachtingspatroon/ contextuele relevantie. Hetzelfde voorbeeld
als hierboven.
- Handelingen/ acties (groeten, iemand aan de lijn krijgen) (iets voor
elkaar krijgen).
Het is nuttig om FTFC te bestuderen omdat:
- We begrijpen hoe mensen dingen voor elkaar krijgen ->
probleempresentatie in 3-part-list (hamburgertechniek (positief-negatief-
positief)).
- We kunnen mensen adviseren hoe zij dingen (beter) voor elkaar krijgen in
gesprekken -> artsen dit leren en trainen om hierop te letten tijdens een
slecht nieuws gesprek van een arts.
Fenomeen is iets wat veelvoudig is voorgekomen, zoals de hamburgertechniek
van de ouders, waarbij doctoren ingaan op het laatst gezegde. Door het
ontdekken van een fenomeen kan daar advies op gegeven worden om betere
gesprekken te kunnen voeren (bijvoorbeeld slecht nieuws gesprekken van een
dokter).
FTFC blijft in de toekomst bestaan (mening docent) want:
1) Alles wat gedaan gaat worden door computers (algoritmes) moet vertaald
worden naar de gewone mens.
2) Meer migratie en interculturaliteit. De overheid moet zijn burgers kunnen
bereiken. Bijvoorbeeld tijdens Covid moet de overheid mensen met verschillende
culturen en die verschillende talen spreken kunnen bereiken.
3) Online gebruiken wij juist meer f2f taalgebruik.
Sociologie = studie van menselijke gemeenschap
Pragmatiek: studie van taal in gebruik/taalgebruik in context (en de extra
betekenis erachter). Context is essentieel net zoals achtergrondkennis =
pragmatiek. Opbouw van taal (afbeelding).
In 1960 waren taalkundigen gericht op de betekenis (semantiek) en de
grammatica (syntaxis) =prescriptief. Filosofen waren gericht op de waarheid
achter uitspraken (bijvoorbeeld het sneeuwt). Austin: wij kunnen dingen DOEN
, met woorden (beloven, compliment geven). John Searle: bedacht de
taalhandelingstheorie (speech act theory). Door iets te zeggen voeren wij 3
verschillende soorten handelingen uit:
- Locutionaire handeling (locutie)= betekenis van combinatie van woorden.
- Illocutionaire handeling (illocutie)= de intentie of communicatieve
strekking van de uiting.
- Perlocutionaire handeling (perlocutie)= bewerkstelligen van iets bij de
hoorder, effect dat de spreker wil krijgen van de hoorder.
Jij staat bijvoorbeeld in de supermarkt en zegt tegen een langere man naast jou:
‘de chips staan te hoog voor mij’ (locutie) -> dit zeg je met de intentie dat de
toehoorder (lange man) de chips voor jou gaat pakken (illocutie)-> de toehoorder
(lange man) lacht en pakt de chips voor jou (perlocutie). Om dit te begrijpen is er
context nodig = pragmatiek.
Grice: Coöperatieprincipe/ samenwerkingsbeginsel= ‘maak jouw bijlage aan
een gesprek zodanig dat het is afgestemd op datgene wat nodig is het doel of de
richting van het gesprek. Wij willen doelen bereiken met een gesprek zoals koffie
bestellen. Hij had maximes opgesteld:
1) De Maximen van kwantiteit. Geef zoveel informatie als nodig is (voor
het doel van het gesprek op dat moment).
2) De maximen van kwaliteit. Zeg niet iets waarvan u gelooft dat het niet
waar is en zeg niet iets waar u onvoldoende bewijs voor heeft.
3) De maximen van relevantie. Wees relevant.
4) De maximum van wijze. Wees duidelijk.
Wij gaan ervanuit dat iedereen zich aan de maximes houdt en daardoor kunnen
wij gesprekken voeren en aannemen dat de gegeven informatie klopt en
daarmee wordt het coöperatieprincipe tot stand gebracht.
Als iemand iets zegt dat tegenstrijdig is met een principe gaan wij er toch vanuit
dat sprekers het principe volgen= conversationele implicatuur. Dingen die wij
doen met ons uitingen is niet altijd wat er staat, zoals sarcasme. Implicatuur
geeft dan ook aan dat de betekenis op indirecte wijze tot stand wordt gebracht.
Erving Goffman: face & face-keeping. De wereld is een podium en wij zijn
acteurs, die op het podium performen. Wij laten een bepaald image (=face)
(veranderd bij verschillende personen/situaties) zien aan andere mensen. Sociale
interacties kunnen het best bestudeerd worden vanuit de aanname dat
deelnemers hun gezicht niet mogen verliezen.
Brown & Levinson: bepaalde taalhandelingen kunnen bedreigend zijn voor face
(iemand corrigeren/afwijzen) => face threatening act
Positive face= de behoefte om gewaardeerd/gerespecteerd te worden. In
bijvoorbeeld een gesprek hebben beide kanten deze behoefte, dus met beide
positive faces moet rekening gehouden worden. Negative face= de behoefte
aan privacy/ autonomie/ handelingsvrijheid. Ook hier geldt dat beide deze in een
gesprek hebben dus met beide moet rekening gehouden worden.
Bijvoorbeeld jij bent ziek geweest en wilt aantekeningen van iemand. Om dit te
krijgen zijn er verschillende manieren van aanpak/strategieën:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosisabelle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.12. You're not tied to anything after your purchase.