100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Toetsdoelen Groepsdynamica (SPH jaar 1) $3.21   Add to cart

Summary

Samenvatting Toetsdoelen Groepsdynamica (SPH jaar 1)

3 reviews
 349 views  8 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitwerking van de toetsdoelen van de cursus 'Groepsdynamica' van SPH

Preview 2 out of 7  pages

  • No
  • Bepaalde hoofdstukken die nodig zijn voor de toetsdoelen
  • March 8, 2016
  • 7
  • 2015/2016
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: fadumamusefarah • 7 year ago

review-writer-avatar

By: aamavo • 7 year ago

review-writer-avatar

By: nicodenhaan-kroon • 7 year ago

avatar-seller
Groepsdynamica
(Toetsdoelen, SPH jaar 1, periode 3, Hogeschool Leiden)

De student herkent de verschillende soorten en typen groepen in een casus en
benoemt deze
- 3 soorten groepen: hoofd, hart, handen
 Hoofdgroepen: cognitief georiënteerd
o Voorbeelden: lesgroepen, cursusgroepen, cognitieve groepen.
o Spreker staat centraal die bepaalde inzichten, kennis of informatie
wil overdragen.
o Hoofdaccent ligt op cognitieversterking, kennisvermeerdering en
inzichtverwerving.
o De groep kan vrij groot zijn.
o De communicatie ligt vooral op inhouds- en procedureniveau.
 Hartgroepen: gericht op de ervaringen en belevingen van de groepsleden
o Gaat om verwerking van gevoelens en om behandeling van
gevoelsmatig geladen onderwerpen.
o Voorbeelden: trainingsgroepen, procesgroepen.
o Eigen proces van de groep en proces van de groepsleden staan
centraal.
o Gericht op versterken van de emotionele spankracht van de
deelnemers door hen gevoelens en ervaringen met elkaar te laten
delen.
o De communicatie ligt vooral op interactie- en bestaansniveau.
o De groep is niet heel groot (minder dan 10) en komt vaker bijeen.
 Handengroepen: gericht op vaardigheden en competenties
o Gaat om het aanleren en oefenen van nieuw gedrag.
o Voorbeelden: cursussen of vaardigheidstrainingen.
o Leerprocessen staan centraal.
o Achterliggende gedachte is dat het leren van ander gedrag en van
nieuwe vaardigheden een positieve bijdrage zal leveren aan het
zelfbeeld en de gevoelens van zelfwaardering van de deelnemer.
o Het aantal bijeenkomsten ligt van te voren vast.
o De communicatie speelt zich af op procedureniveau, maar er is
soms ook enige ruimte voor het interactie- en bestaansniveau.
- Typen groepen:
 Primaire en secundaire groepen:
o Primaire groepen: gekenmerkt door persoonlijke, intieme relaties in
directe contactsituaties en door spontaan gedrag (bijv. het
gezin/vriendengroep). Sociale afstand tussen groepsleden is erg
klein. Taalgebruik: ‘jij’ en ‘jouw’. Met de groepsleden hebben we
persoonlijke relaties. Hiller: de relaties noemen we ‘persoonlijk’ en
‘intrinsiek’.
o Secundaire groepen: de relaties zijn koel, onpersoonlijke,
relationeel en formeel. De sociale afstand tussen groepseden is
groot. Taalgebruik: ‘u’ en ‘uw’. Met de groepsleden hebben we door
status bepaalde relaties. Hiller: de relaties noemen we ‘categorisch’
en ‘extrinsiek’.
 Psychegroup en sociogroup:
o In een psychegroup is er een psychologische participatie de
affectieve bindingen, vaak van persoonlijke aard, overheersen.
o Van een sociogroup ben je alleen in naam (alleen nominaal) lid. De
zakelijke en maatschappelijke relaties overheersen.
 Formele en informele groepen:

, o Informele groep: als doel, rollen en normen vaag en impliciet
blijven (bijv. vriendengroepen). Informele groepen zijn autonoom,
d.w.z. dat ze hun eigen activiteiten kunnen bepalen en vrij zijn van
organisatorische beperkingen.
o Formele groepen: werk- en taakgroepen in het bedrijfsleven. De
groepsstructuur ligt hier ingebed in het grotere geheel van een
organisatie en ook de doelen en de procedures worden hier
beheerst door factoren die buiten de directe controle van de groep
liggen. Ze zijn niet autonoom en in het lidmaatschap spelen veel
onvrijwillige factoren mee.
 Lidmaatschapsgroepen en referentiegroepen:
o Lidmaatschapsgroep: een groep waartoe je formeel behoort,
meestal alleen nominaal (alleen in naam). Je wordt dus nominaal lid
van een groep door simpelweg je eigen naam te laten toevoegen
aan de lijst van groepsleden of door simpelweg fysiek aanwezig te
zijn op bijeenkomsten (bijv. vergaderingen/lessen).
o Referentiegroep: groep waarin het individu echt als persoon
participeert, zoals blijkt uit zijn betrokkenheid bij het groepsdoel,
het innemen van een bepaalde plaats binnen de groepsstructuur en
het naleven van de groepsnormen.
 Ingroup en outgroup:
o Ingroup: de wij-groep. De ingroup omvat onszelf en iedereen die
we verder met ‘wij’ willen aanduiden. (De wij-groep stereotypeert
de zij-groep)
o Outgroup: de zij-groep. De outgroup bestaat uit alle anderen,
d.w.z. uit iedereen die we van dit ‘wij’ willen afsluiten.

De student benoemt groepsdoelen en individuele doelen van de groepsleden
aan de hand van een casus.

De student onderscheidt de verschillende niveaus in groepen en benoemt deze.
- Inhoudsniveau: het werk aan de dolstelling en de taak (wat)
 Centraal:
o Werk wat gedaan moet worden
o Een probleem dat moet worden opgelost
o Besluit dat moet worden genomen
o Doel dat moet worden geformuleerd
o Resultaat dat moet worden behaald -> taak- en resultaatgericht en
product- en oplossingsgericht. Gekenmerkt door planmatige
aanpak.
 Interventies: luisteren/samenvatten, informatie geven/opvragen, mening
geven/vragen, voorstellen doen/vragen, deskundigheid tonen en aansluiten
 Leider: zo goed mogelijk leiden/structureren van activiteit en discussie.
 Onduidelijkheid is op het inhoudsniveau? -> dan raakt een groep stuurloos
- Procedureniveau: de werkwijze ter concretisering van de doelstelling (hoe)
 Centraal: manier waarop aan taak/taken wordt gewerkt. Afspreken
werktijden, frequentie/duur; tijdsbewaking, taakverdeling, regels over
privacy; verwachtingen omgangsregels; opstellen van de agenda,
verslaglegging/besluitvormingsproces
 Duidelijke structuur (met namen in de beginfase) van groot belang: geeft
houvast, duidelijkheid, vermindert discussies, voorkomt irritatie
 Interventies: ondersteunen in: duidelijk programma/agenda, regels
expliciteren, duidelijke uitleg bij opdrachten, flexibel zijn met agenda,
grenzen stellen, veilige werkvormen, leerstijlen deelnemers kennen,
tijdsbewaking, afspraken vastleggen/nakomen
 Leider: goed voorzitterschap, structuur, tijd, agenda en afspraken bewaken

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkevanveen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  8x  sold
  • (3)
  Add to cart