100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Robert Dahl - On democracy - Nederlandse samenvatting $5.45   Add to cart

Summary

Robert Dahl - On democracy - Nederlandse samenvatting

9 reviews
 873 views  23 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Allesomvattende Nederlandse samenvatting van On Democracy van Robert Dahl. Deze samenvatting is ook in een bundel te verkrijgen samen met de samenvatting van Democratic Innovations van Graham Smith.

Preview 4 out of 24  pages

  • No
  • Alles behalve de appendix en de hoofdstukken die in 2015 zijn toegevoegd door ian shapiro
  • March 8, 2016
  • 24
  • 2015/2016
  • Summary

9  reviews

review-writer-avatar

By: jeroenmook • 6 year ago

review-writer-avatar

By: aliiekee • 6 year ago

review-writer-avatar

By: Pimmudde • 6 year ago

review-writer-avatar

By: benoit91 • 7 year ago

Translated by Google

Very clear

review-writer-avatar

By: geennaaam • 7 year ago

review-writer-avatar

By: samvanroeden • 7 year ago

review-writer-avatar

By: aartjoosen1 • 7 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Robert Dahl – On Democracy
Allesomvattende Nederlandse Samenvatting



1. MOETEN WE ECHT EEN GIDS HEBBEN?.........................................................2
--------- DEEL I: HET BEGIN---------
2. WAAR EN HOE ONTWIKKELDE DE DEMOCRATIE ZICH? KORTE GESCHIEDENIS. .2
3. WAT STAAT ONS TE WACHTEN?....................................................................4
--------- DEEL II: DE IDEALE DEMOCRATIE --------
4. WAT IS DEMOCRATIE?.................................................................................5
4.1 5 CRITERIA VOOR EEN DEMOCRATISCH PROCES....................................................................5
4.2 EEN PAAR CRUCIALE VRAGEN........................................................................................... 5
5. WAAROM DEMOCRATIE?..............................................................................6
5.1 VOOR HET ONTSTAAN VAN DEMOCRATIE.............................................................................6
5.2 DE WENSELIJKE CONSEQUENTIES (VOORDELEN) VAN DE DEMOCRATIE........................................6
6. WAAROM POLITIEKE GELIJKHEID (I)? INTRINSIEKE GELIJKHEID......................7
6.1 IS GELIJKHEID VANZELFSPREKEND?....................................................................................7
6.2 INTRINSIEKE GELIJKHEID: EEN MOREEL OORDEEL...................................................................7
6.3 WAAROM WE HET PRINCIPE VAN INTRINSIEKE GELIJKHEID MOETEN AANNEMEN............................7
7. WAAROM POLITIEKE GELIJKHEID (II)? BURGERS COMPETENTIE......................8
7.1 DE TEGENVORDERING VAN HET GUARDIANSHIP....................................................................8
7.2 DE COMPETENTIE VAN BURGERS OM TE REGEREN/BESTUREN...................................................8
7.3 EEN VIJFDE DEMOCRATISCHE STANDAARD: INCLUSION (INCLUSIVITEIT).......................................9
--------- DEEL III: DE WERKELIJKE DEMOCRATIE --------
8. WELKE POLITIEKE INSTITUTIES VEREIST EEN DEMOCRATIE OP GROTE
SCHAAL?...................................................................................................... 10
8.1 DE POLITIEKE INSTITUTIES VAN DE MODERNE REPRESENTATIEVE DEMOCRATIE...........................10
8.2 DE POLITIEKE INSTITUTIES IN PERSPECTIEF........................................................................11
9. VARIATIES I: DEMOCRATIE OP VERSCHILLENDE SCHALEN............................11
9.1 ASSEMBLY DEMOCRATIE OF REPRESENTATIEVE DEMOCRATIE?.................................................11
9.2 FUNDAMENTEEL DEMOCRATISCH DILEMMA.........................................................................12
10. VARIATIES II: CONSTITUTIES....................................................................14
10.1 BELANGRIJKE VARIATIES IN DEMOCRATISCHE CONSTITUTIES.................................................14
10.2 HOE MAKEN CONSTITUTIES EEN VERSCHIL?.....................................................................14
10.3 HOEVEEL VERSCHIL MAKEN DEZE VERSCHILLEN?..............................................................15
11. VARIATIES III: PARTIJEN EN KIESSYSTEMEN...............................................15
11.1 VARIATIES IN KIESSYSTEMEN......................................................................................... 15
11.2 OPTIES VOOR DEMOCRATISCHE CONSTITUTIES..................................................................16
11.3 RICHTLIJNEN VOOR DEMOCRATISCHE CONSTITUTIES...........................................................16
------ DEEL IV: GUNSTIGE EN ONGUNSTIGE OMSTANDIGHEDEN VOOR
DEMOCRATIE -----
12. WELKE OMSTANDIGHEDEN ZIJN GUNSTIG VOOR DE DEMOCRATIE?.............17
12.1 HET FALEN VAN DE ALTERNATIEVEN...............................................................................17
12.2 ESSENTIËLE EN GUNSTIGE OMSTANDIGHEDEN VOOR DEMOCRATIE.........................................17
12.3 WAAROM DE DEMOCRATIE ZICH HEEFT VERSPREID OVER DE WERELD IN DE 20STE EEUW...........18
13. WAAROM IS MARKT-KAPITALISME GUNSTIG VOOR DE DEMOCRATIE?..........19
14. WAAROM IS MARKT-KAPITALISME SCHADELIJK VOOR DE DEMOCRATIE?......20
15. DE ONVOLTOOIDE REIS – UITDAGINGEN VOOR DE DEMOCRATIE..................21

, 1. Moeten we echt een gids hebben?
Tijdens de laatste helft van de twintigste eeuw was er een uitzonderlijke politieke
verandering. Bijna alle alternatieven voor de democratie verdwenen of
veranderden in slechts overblijfselen van wat ze eerst waren. Eerder in die eeuw
hadden de vijanden van de democratie (gecentraliseerde monarchie, aristocratie,
oligarchie) hun legitimiteit verloren in de ogen van veel mensen. Ook
antidemocratische regimes (communisme, fascisme, Nazi) verdwenen door
bijvoorbeeld oorlog. Had de democratie de strijd om de steun van de mensen in
de wereld gewonnen? Nauwelijks. Er waren nog steeds veel antidemocratische
bewegingen en overtuigingen, vaak geassocieerd met fanatiek nationalisme of
religieus fundamentalisme. Democratische overheden bestonden in minder dan
de helft van de landen in de wereld. Zelfs in landen waar de democratie al lang
bestond spraken sommige onderzoekers van een ‘democratische crisis.’

Drie soorten landen
Dahl verdeelt de landen van de wereld in 3 soorten en geeft ze elk een uitdaging:
1. Niet democratische landen  uitdaging: hoe en wanneer kan de overgang
naar een democratie worden gemaakt?
2. Recent gedemocratiseerde landen  uitdaging: hoe kunnen de nieuwe
democratische praktijken en instituties worden versterkt zodat ze de proef
van tijd, politiek conflict en crisis kunnen doorstaan?
3. Landen waar al lang een democratie is  uitdaging: democratie
perfectioneren.

Dit boek
Deze ‘gids’ voor de democratie is handig omdat er vaak veel onduidelijkheid is
over wat democratie precies inhoud  antwoord op de meeste basisvragen over
de democratie.




----------------------------- Deel I: Het
begin----------------------------

2. Waar en hoe ontwikkelde de democratie zich?
Korte geschiedenis
Het liefst zouden we zeggen dat de democratie min of meer continu verbeterd is
na uitvinden in het oude Griekenland 2500 jaar geleden en dat het zich vanaf
toen heeft uitgespreid naar elk continent en een substantieel deel van de
mensheid. Maar dit is niet waar om 2 redenen:
1. Na de vroege eeuwen in Griekenland en Rome werd de opkomst van
democratie omgezet naar een daling. Dahl omschrijft de koers van de
democratische zo: “het pad van een reiziger die een platte en bijna
eindeloze woestijn oversteekt, waar alleen een paar heuvels zijn, tot het pad
eindelijk begint aan een lange klim naar zijn huidige hoogte.”
2. Het is fout om te denken dat de democratie in één keer helemaal
uitgevonden was, zoals bijvoorbeeld de stoommachine. Een deel van de
uitbreiding van de democratie kan worden toegewezen aan de diffusie van



2

, democratische ideeën en praktijken, maar niet alles. Volgens Dahl is de
democratie meer dan één keer uitgevonden en in meerdere plaatsen. Het
kan volgens hem overal waar de omstandigheden dat toe laten. De duw in
de richting van democratische participatie komt voor uit the logic of equality.

Lang geleden leefden mensen in smalle groepen en overleefden door te jagen en
te verzamelen. Ze hadden vaak een systeem ontwikkeld waarin veel van de
leden (vaak wel de oudere en wijze leden) participeerde bij het maken van
beslissingen die zij nodig hadden als groep. Dit is een soort ‘primitieve
democratie.’ Toen mensen daarna in vaste gemeenschappen gingen leven, vooral
voor agricultuur en ruil, waren de omstandigheden voor de democratie
(groepsidentiteit, weinig inmenging van buiten, gelijkheid) niet meer aanwezig.
Dominantie en hiërarchie werden normaler. Hierdoor ontstonden monarchieën,
aristocratieën, enz. Rond 500 v.C. kwamen de voordelige condities voor
democratieën weer terug. De primitieve democratie was weer uitgevonden in een
meer ontwikkelde vorm. De meest cruciale ontwikkelingen vonden plaats in
Europa. Drie langs de Mediterrane kust en de rest in Noord-Europa.

De Mediterrane kust
Griekenland
In het klassieke Griekenland en Rome ongeveer 500 v.C. werden democratische
overheidssystemen ontwikkeld met een basis die sterk genoeg was om eeuwen in
stand te blijven. Het oude Griekenland bestond uit honderden onafhankelijke
steden: de ‘stadstaten.’ De bekendste hiervan was en is Athene. Het waren de
Grieken die de term democracy of demokratia als eerste gebruikte. Dit kwam van
de Griekse woorden demos (mensen) en kratos (heersen). De democratie werd
toegepast op de regering van Athene en vele andere Griekse steden. De
democratie van Athene was het meest belangrijk, had de meeste invloed op de
politieke filosofie en werd later veel gebruikt als voorbeeld voor
burgerparticipatie of de participatieve democratie. Er waren bijeenkomsten
waaraan iedere burger kon deelnemen. Hierbij werden bijvoorbeeld generaals.

Rome
De Romeinen spraken niet over een democratie maar over een republiek (res =
zaak, publicus = publiek). Republiek en Democratie betekende eigenlijk
hetzelfde, het één is alleen Italiaans en het andere Grieks. (James Madison maakt
in 1787 pas voor het eerst een strikt onderscheid tussen een democratie en een
republiek). Eerst mocht alleen de aristocratie deelnemen maar later het hele
volk. De vrouwen mochten, net als in Athene, echter niet meebeslissen. Rome
groeide erg snel maar de instituties werden hier slecht op aangepast waardoor
het voorkwam de burgers werden uitgesloten van deelname aan de
vergaderingen. Rome heeft nooit echt een werkbaar systeem van representatieve
overheid gebaseerd op democratisch gekozen vertegenwoordigers kunnen
ontwikkelen. Door burgerlijke onrust, oorlog en corruptie viel de republiek. Met de
val van de republiek verdween de democratie in Europa.

Italië
Rond 1100k kwam de democratie weer een beetje terug in veel steden in Noord
Italië. Dit was wel in relatief kleine steden en niet in grote regio’s of landen. Ook
hier mocht eerst alleen de upper-class meedoen, tot de grote middenklasse zich
ging organiseren. Zij eisten het recht om te participeren. Dit kregen zij ook in veel
steden. Voor twee eeuwen bloeide de republieken in een aantal Italiaanse steden.
Rond 1300 ging het echter weer mis voor de democratie, onder andere door
corruptie, oorlog, oligarchie, de opkomst van de natiestaat enz.



3

, Noord Europa
Wat in de eerste democratieën ontbrak was een nationaal parlement, gekozen
vertegenwoordigers en gekozen lokale overheden. Deze instituties ontwikkelden
zich later in Noord-Europa.

Lokale vergaderingen
De Vikingen organiseerde Tings (=vergaderingen) op openbare plekken. Hier
discussieerde zij en namen zij beslissingen over wetten, religie en koningen. Ze
hadden dus een zekere basis van gelijkheid, ondanks dat er wel rangen en
standen waren.

Van vergaderingen naar parlementen
Ze ontwikkelden een nationale vergadering (Supra-Ting). In Noorwegen,
Denemarken en Zweden ontstonden regionale parlementen en in IJsland een
nationale parlement. In Nederland en Vlaanderen werd de middenklasse steeds
omvangrijker en welvarender. Hier werden bijeenkomsten gehouden door
heersers die financiële steun nodig hadden. Zoiets gebeurde ook in Engeland
waar zich uiteindelijk een constitutioneel systeem ontwikkelde waarin het
parlement en de koning elkaars macht beperkten. Hetzelfde gold voor the House
of Lords en the House of Commons. Ook waren er redelijk onafhankelijke
rechters. Dit systeem van ‘checks and balances’ was de inspiratie voor
Montesqieu (scheiding der machten) en de opstellers van de grondwet.

Democratisering: onderweg, maar alleen nog maar onderweg
De politieke ideeën en prakrijken die in de vroege 18 de eeuw waren ontstaan in
Europa werden belangrijke elementen in latere democratische ideeën en
instituties. De logica van de gelijkheid stimuleerde de creatie van lokale
vergaderingen waarin ‘free men’ konden participeren. Het idee van toestemming
breidde zich uit van alleen belastingen naar wetten in het algemeen. Ook
representatie deed zijn intrede. De Europese politieke ideeën en praktijken
zorgden voor een basis van waaruit de democratisering verder kon gaan.

Wat nog niet was bereikt
1. Er waren nog steeds grote ongelijkheden die een obstakel vormde voor de
democratie: slaven, verschillende rechten, man en vrouw, etc.
2. Zelfs waar vergaderingen en parlementen bestonden voldeden zij nog lang
niet aan de democratische standaard. Het waren bolwerken van
vooroordelen, gereserveerd voor de aristocratie en ze vormden geen
serieus tegenwicht voor de vorsten.
3. Vertegenwoordigers van ‘het volk’ vertegenwoordigde slechts een klein
deel hiervan.
4. Tot de 18de eeuw en later waren democratische ideeën niet wijdverspreid of
werden ze overal goed begrepen.
De condities die de democratie stimuleren ontbraken dus nog. In deel IV komt
Dahl terug op deze condities. Duidelijk is dat de democratie geen ontwikkeling is
die vanzelf gaat.




3. Wat staat ons te wachten?
Het begrip democratie refereert zowel aan een ideaal (doelen, waarden: wat is
het juiste om te doen?) als aan een situatie (realiteit/actualiteit: welke


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 118465BSKstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.45. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

57114 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.45  23x  sold
  • (9)
  Add to cart