1. – Het moet gaan om een slaaf, slavin of viervoetig vee
- Die/dat eigendom is van een ander
- En (rechtstreeks fysiek) gedood is,
- Hetgeen ten onrechte gebeurd moet zijn (door iemands schuld)
2. Delictsacties (zoals de actio legis aquiliae) zijn in beginsel gericht op een
(privaatrechtelijke) boete. Bij de lex aquilia is hier op den duur het idee bij
gekomen dat door het boetebedrag tevens de schade van de gelaedeerde wordt
vergoed. Ten tijde van Justinianus spreek men dan van een gemengde actie
Tekst 2:
3. – Onder h3 vallen slaven en viervoetig vee, maar ook andere zaken
- Het betreft in h3 geen total loss (doden) maar verwonding/beschadiging door
branden/ breken/ vernielen.
- In h3 wordt een andere termijn voor de berekening van de boete gehanteerd
dan in H1. (Geen 30 dagen maar één jaar)
Tekst 3:
4. Eiser bij de actio legis Aquiliae is de eigenaar van de slaaf, die in de
pandverhouding de schuldenaar zal zijn. De gedaagde is degene die de slaaf
gedood heeft.
5. De slaaf dient voor de schuldeiser tot zekerheid van vordering op de schuldenaar.
Dat wordt van belang als de schuldenaar niet kan of wil betalen. Het zou hier dan
gaan om een aangepaste actie: de actio legis aquiliae utilis of om een op de feiten
toegesneden actie: actio in factum
6. Er zijn twee belanghebbende die door de dood van de slaaf benadeeld zijn, maar
dat moet er niet toe leiden dat degene die de slaaf gedood heeft jegens beiden
voor het volle bedrag aansprakelijk is.
7. Dit wordt opgelost door de actie te splitsen: De schuldeiser kan procederen tot aan
de hoogte van zijn vordering, voor het restant (voor zover de waarde van de slaaf
de vordering overstijgt) komt de actie aan de schuldenaar toe.
Tekst 4:
8. Iemand heeft een van zijn ledematen verwond, door branden, breken of vernielen.
9. Omdat je eigenaar moet zijn en dat is hier niet het geval. De formulae van de
rechter zal moeten worden aangepast, zodat het wordt eigenaar er niet meer in
staat.
Tekst 6:
10. Een slaaf die schilder is wordt een duim afgesneden, waardoor hij niet meer kan
schilderen. Minder dan een jaar later wordt hij gedood.
11. Deze slaaf heeft een hoge waarde in verband met zijn vaardigheid als schilder.
Wanneer hij die vaardigheid niet langer kan uitoefen daalt zijn waarde.
, Practicum 2 antwoorden:
Tekst 1+ 2:
1. Er wordt een overeenkomst gesloten dat er het kledingstuk van A zal worden gereinigd door
B en dat kledingstuk wordt vervolgens aan een derde (C) in bruikleen gegeven (Dit
gedeelte is diefstal). Vervolgens wordt het kledingstuk in bezit van de derde gestolen door
D. (2e geval van furtum)
2. Eiser is degene die van zijn eigendom is onteigend (A). De gedaagde is B die het
kledingstuk in bruikleen geeft zonder toestemming van A op grond van de actio furti. A wil
vergoeding van de waarde van het kledingstuk – mits B solvent is, dat wil zeggen dat B de
waarde van het kledingstuk kan vergoeden.
De actio furti komt primair toe aan de eigenaar van de zaak, maar als B solvent is zal hij op
grond van de bruikleenovereenkomst B schadeloos moeten stellen, en kan hij vervolgens
actio furti instellen tegen de dief (D) – als hij hem te pakken krijgt. Als B niet solvent is zal
de actio furti eerder aan A toekomen. Als ook B niet solvent is kan A tegen B als tegen de
dief (D) een actio furti instellen.
3. De actio furti cumuleert tegen allen die furtum plegen en hier des te meer omdat er twee
aparte gevallen van furtum te onderscheiden zijn.
Tekst 3:
4. Een slavin wordt gestolen.
Variant 1: Ze is op dat moment al zwanger
Variant 2: Ze wordt zwanger bij (en wellicht van…) de dief. Vervolgens wordt het kind
geboren.
Variant A: De slavin bevindt zich nog steeds bij de dief
Variant B: De slavin bevindt zich in handen van een bezitter te goeder trouw, waarschijnlijk
iemand die haar gekocht heeft zonder te merken dat de verkoper niet de eigenaar was.
Variant 3: De slavin wordt pas zwanger bij de bezitter te goeder trouw (waar ook het kind
geboren wordt).
5. - Actio furti met betrekking tot het kind:
Variant 1A: is de eigenaar van de slavin eiser en de dief gedaagde.
Variant 2A: Geldt het zelfde.
Variant 1B en 2B: Geldt het kind als gestolen waardoor het niet door verjaring verkregen
kan worden, maar omdat het bij de bezitter te goeder trouw geboren wordt kan de actio
furti niet met betrekking tot het kind worden ingesteld.
Variant 3: Als het kind verwekt is terwijl de slavin zich bij de bezitter te goeder trouw
bevond: dan is er wat betreft het kind in het geheel geen sprake van furtum en kan er (als
bij 1B en 2B) geen actio furti worden ingesteld; in dit geval kan wel door verjaring worden
verkregen.
Met betrekking tot het stelen van de slavin kan de eigenaar hoe dan ook actio furti instellen
tegen de dief, of de slavin zich nu bij deze of al bij een bezitter te goeder trouw bevindt.
Tekst 4:
6. Boze opzet. Lichte aansprakelijkheidsgraad: het is niet moeilijk te zorgen dat je niet voor
diefstal aansprakelijk wordt gesteld, want je hoeft je alleen maar te onthouden van het
bedenken en uitvoeren van iets wat verboden is. Ook voor de eiser is opzet moeilijk te
bewijzen.
7. Er kan een boete worden gevorderd op grond van de Twaalf Tafelen en die moet worden
betaald door de dief.
8. Geen sprake van veroorzaken van schade door rechtstreeks fysiek contact. Hierdoor is niet
voldaan aan het vereiste datum. Er is geen sprake van dood of verwonding, zoals de lex
Aquilia vereist, maar verdwijnt het uit de macht van de eigenaar, die daardoor
vermogenschade lijdt. Hierdoor is niet voldaan aan het vereiste damnum, in de zin van
fysieke schade aan een zaak.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thaaraaxx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.72. You're not tied to anything after your purchase.