100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Export Marketingplan - MCCE-EXPMAPLA-20 $5.28
Add to cart

Summary

Samenvatting Export Marketingplan - MCCE-EXPMAPLA-20

 26 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting Export Marketingplan - MCCE-EXPMAPLA-20

Preview 2 out of 11  pages

  • November 19, 2022
  • 11
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1: Export in Europees en mondiaal perspectief

Internationale handel: uitwisseling van goederen en diensten die in eigen land en buitenland worden verkocht. De
betalingsbalans van een land waarin de koper verblijft wordt belast. Ontwikkeling hangt af van vraag en aanbod en de
productieomstandigheden.

Bij comparatieve kostenverschillen wordt er gekeken naar welke product het land in verhouding het goedkoopst kan
produceren. Factoren:
 Verschil in productiefactoren
 Niveau van ontwikkeling in een land
 Geografische ligging
 Invloed van virtualisering
 Kunstmatige voordelen (gevolg arbeidsbeleid)

Poters Diamond: model dat de verschillen in concurrentiekracht tussen landen analyseert. Wordt bepaald door:
 Factorvoordelen: onderscheid maken tussen basisfactoren (grondstoffen) en ontwikkelende factoren (ICT).
 Vraagfactoren: wat bepaald de vraag?
 Nationale concurrentieverhouding, strategie en structuur
 Netwerken van met elkaar verbonden sectoren/bedrijfstakken

Clustertheorie: een cluster is een geografische locatie of regio waarin een groep ondernemingen en andere instanties
binnen een bepaald vakgebied of wetenschap bij elkaar in de buurt gevestigd zijn.

Nederland is het nummer 2 exportland, na Duitsland, van Europa. Jaarlijks is er aan €500 miljoen aan export. Dit is vooral
mogelijk door de haven van Rotterdam.

Global sourching: hoofdkantoor blijft in land van herkomst, maar productieprocessen gaan naar goedkopere landen.

Exportvolume van Nederland (en andere landen) bestaat uit:
 Export: uitvoer van in het land gemaakte producten
 Import: invoer van in het buitenland gemaakte producten
 Wederinvoer: invoer met toegevoegde waarde van producten die eerst uitgevoerd werden (metaalproducten)
 Doorvoer: verder vervoeren van goederen die fysiek naar Nederland komen en vrij worden verhandeld, maar
eigendom blijven van een buitenlandse ingezetene (containervervoer)

Vrijehandelspolitiek: internationale handel vindt volledig plaats volgens de wetten van vraag en aanbod.
 Voordelen:
- Efficiëntie concurrentie en daardoor technische innovatie
- Lokt geen tegenmaatregelen uit die kunnen leiden tot handelsoorlog
- Internationale stabilisatie van prijzen, landen en organisaties
- Bekende internationale spelregels
 Nadelen:
- Geen rekening met conjunctuurbewegingen en invloed van emotionele, culturele en religieuze invloeden
- Veel waarde gehecht aan comparatieve kosten, die maar beperkt van toepassing zijn
- Discriminatie van ontwikkelingslanden en daardoor belemmering van groeimogelijkheden

Protectionisme: handelspolitiek waarbij een land of groep landen de eigen industrie willen beschermen. Argumenten voor
protectionisme:
(Niet-geoorloofd door GATT)
 Pauper-labour-argument: bescherming tegen lageloonlanden
 Werkgelegenheidsargument: binnenlandse werkgelegenheden beschermen of stimuleren
 Betalingsbalansargument: verbetering van betalingsbalans saldo
 Reconstructieargument: oude gevestigde binnenlandse industrieën een nieuw leven in blazen
(Wel geoorloofd door GATT)
 Infant-industry-argument: eigen, jonge, opbouwende industrieën beschermen
 Antidumping-argument: ter bescherming van dumping door andere landen. Dumping is bij de uitvoer tegen een
lagere prijs verkopen dan in het land van productie. GATT onderscheidt de volgende soorten dumping:
- Strategisch dumping: om concurrentie op buitenlandse markt te elimineren
- Sociale dumping: prijsbederf als gevolg van export o.b.v. lonen en/of arbeidsvoorwaarden

, - Subsidiedumping: het geven van overheidssubsidies aan exporterende ondernemingen, zodat ze met
lagere prijzen beter kunnen concurreren.
- Discriminatiedumping: het voeren van verschillende dumpingprijzen op verschillende gescheiden
markten.

Vormen van protectionisme:
 Invoerrechten: belasting op geïmporteerde goederen
- Specifiek: vast bedrag per volume
- Ad valorum: vast percentage van de waarde
- Variabel: afhankelijk van prijs van de goederen
- Prohibitief: zo hoog tarief, dat er bijna geen sprake van import kan zijn
- Impliciet: laag tarief op grondstoffen en hoog op eindproducten
 Exportsubsidies: overheid geeft subsidie om concurrentiekracht te vergroten. Komen in dezelfde vormen als
invoerrechten.
 Invoer- en tariefcontingenten:
- Invoercontingenten: overheid stelt omvang van het in te voeren product vast o.b.v. hoeveelheden of op
basis van de waarde van invoer.
- Tariefcontingenten: pas boven een bepaald bedrag of hoeveelheid wordt invoerrecht geheven.
 Handelsverdragen: overeenkomsten tussen twee of meerdere landen waarin afspraken m.b.t. het onderlinge
handelsverkeer zijn gemaakt.
 Non-tarifaire belemmeringen: regels, voorschriften, formaliteiten en procedures die een belemmering vormen
voor het internationale handelsverkeer (douaneformaliteiten, keuringseisen).
 Staatshandel: overheid is monopolist in de markt.
 Managed trade: handel waarbij politieke beslissingen de export beïnvloeden.

Nieuw protectionisme/zachte protectie: maatregelen in vorm van non-tarifaire beperkingen.

Vrijwillige exportbeperkingen (VEB’s): overheid legt o.b.v. vrijwilligheid kwantitatieve exportbeperkingen op aan eigen
industrie. Gevolg is dat harde(re) maatregelen van andere landen worden voorkomen. De effectiviteit hiervan kan worden
beperkt door internationale bedrijven:
 Goederen uit een bepaald land leggen geen beperkende maatregelen op.
 Investeren in een importland met wel of geen VEB.
 Via het opwaarderingssysteem van een VEB. Dit is mogelijk wanneer er afspraken gemaakt zijn over de
hoeveelheden.

Belangrijke wijze waarop ondernemingen binnen de EU internationaliseren is Europese overheidsopdrachten
binnenhalen. Hierbij gelden een aantal richtlijnen met de volgende doelstellingen:
 Totstandkoming interne markt
 Gelijkschakelen wetgeving van afzonderlijke lidstaten EU
 Stimuleren van vrije en eerlijke concurrentie door opdrachten bekend te maken
 Bewerkstelligen van besparingen door een professioneel inkoopproces

Overeenkomst over overheidsopdrachten: Landen moeten elkaar voor overheidsopdrachten toelaten op hun markten.
De voorwaarden kunnen echter verschillen. De richtlijnen geven criteria aan waaruit de aanbestedende dienst een keuze
moet maken voor het toekennen van een opdracht. De gunningscriteria zijn: de laagste prijs of de economisch
voordeligste aanbieding.

Programma’s die de toetreding van de nieuwe Oost-Europese landen bevorderen:
 Het PHARE-programma: helpen landen die lid willen worden in de nakoming van de verplichtingen.
 Het kaderprogramma voor innovatie en concurrentievermogen: ondersteund MKB in groei en innovatie.
 Het TACIS-programma: helpt bij voormalige Sovjetlanden bij schakelen naar democratie en vrije handel.
 Europees fonds voor strategische investeringen: bevorderd de groei in de Europese Unie.
 ECIP: de EU stimuleert hierbij Europese ondernemingen om samen met bedrijven uit ontwikkelingslanden joint
ventures op te richten. Hierbij zijn de JEV-regelingen van toepassing.

William-these: theorie die stelt dat bij een algemene inkomensstijging de economische verschillen tussen de regio’s
toenemen.
Convergentiebeleid binnen de EU: beleid dat erop is gericht om regionale verschillen te verkleinen door steun te verlenen
aan regio’s die achterlopen bij de gemiddelde economische groei.
Hoofdstuk 2: Export, structurele aanpak: het exportbeleidsplan

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisannecaroline. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.28  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added