Samenvatting leerdoel van biochemie uit blok 1.4. Te gebruiken voor het tentamen 'Diabetes Mellitus'. Bevat de uitwerking van de leerdoelen van WC 1-3.
Het proces van de glycolyse beschrijven;
Het woord glycolyse komt van de woorden glucos (wat suiker betekent) en
lysis (wat ontleding betekent). Tijdens de glycolyse wordt er energie (ATP) uit
glucose gevormd. Tijdens de glycolyse wordt glucose afgebroken tot
pyruvaat. Bij aanwezigheid van zuurstof kan pyruvaat na omzetting in
acetylCoA in de citroenzuurcyclus worden verbrand, waarbij CO2 en waterstof
worden gevormd. Gedurende de oxidatieve fosforylering (de
ademhalingsketen) wordt vervolgens waterstof overgedragen aan zuurstof,
waarbij ATP en water ontstaan.
1 molecuul glucose lever 38 ATP.
Uitleggen welke delen van het proces aeroob/anaeroob zijn;
- De glycolyse zelf is een anaeroob proces: er is geen zuurstof nodig.
- Na de glycolyse: aeroob: wel zuurstof nodig.
De Engelse benamingen geven van pyrodruivezuur en melkzuur;
- Pyrodruivezuur. - Pyruvate
- Melkzuur. - Lactate
De begrippen glyconeogenese, glycogenolyse, glycolyse en
ketogenese uitleggen;
- Glycogenolyse: is het proces waarbij glycogeen wordt afgebroken en
omgezet in glucose.
- Glycogenese: is het proces waarbij glucose in glycogeen wordt omgezet.
- Glyconeogenese: is het proces waarbij er glucose wordt gevormd uit een
andere bronnen, namelijk: glycerol, aminozuren en pyrovaat
(pyrodruivenzuur).
- Ketogenese.
Ketogenese vindt plaats als de afbraak van lichaamssuikers onvoldoende
energie kan leveren aan het lichaam. Zodra er zich weinig koolhydraten in het
bloed bevinden wordt er van een koolhydraatverbranding na een inductie-
fase overgegaan tot vetverbranding met verbruik van vetzuren en ketonen.
Ketonzuren ontstaan als vetzuren onvolledig verbrand worden.
Een koppeling maken tussen de metabole route van glycerol en die
van glucose;
Uitleggen wat feedback-remming is en wat het doel ervan is;
Een feedback-remmer is een remmer die de terugkoppeling remt. ATP is een
feedbackremmer omdat het ervoor zorgt dat de glycolyse stopt , de reactie
niet nog verder gaat of terug draait.
Aangeven welke cofactoren een belangrijke rol spelen bij de
glycolyse;
De cofactoren die een belangrijke rol spelen bij de glycolyse zijn: Vitamine B1
& B3.
Uitleggen wat ATP/NADH zijn en waar ze voor dienen.
- ATP staat voor Adenosinetrifosfaat en de functie van ATP is celstofwisseling
een sleutelrol vervult als drager van chemische energie (is een
energiedrager).
- NADH is de gereduceerde vorm van NAD+. De functie van NADH is het
optreden als elektronendonor. Deze elektronendonoren dienen als een soort
van mobiele energiestockage. Die energie komt terug vrij wanneer NADH zich
terug omzet naar NAD+.
1
, NADH is een energiedrager in de vorm van elektronen > H+ ionen.
Werkcollege 2.
Leerdoelen;
Uitleggen wat het proces gluconeogenese inhoudt en onder welke
omstandigheden het plaatsvindt;
De gluconeogenese voorziet in glucose wanneer er sprake is van
schaarsheid aan glucose in de cellen, dit omdat glucose essentieel is voor
het brein, zenuwstelsel en andere lichaamsdelen. De glyconeogenese vindt
voornamelijk plaats in de lever en bij de mens voor een klein gedeelte in
de nieren. De glyconeogenese vindt plaats bij een tekort van glucose of
wanneer de behoefte van glucose verhoogd is. Bijvoorbeeld bij intensieve
inspanning of vasten.
Glucose kan uit glycerol (afbraaksel van vetten), aminozuren en
pyrovaat worden gemaakt maar NIET uit vetzuren.
Pyrovaat kan in andere stoffen worden omgezet:
- Bij genoeg zuurstof in acetyl Coa (en vervolgens de citroenzuurcyclus in).
- Bij een tekort aan zuurstof in melkzuur (bij het sporten), door het sporten
bijvoorbeeld is er minder zuurstof en kan het niet worden omgezet in
Acetyl coA en neemt het dus een zijweg: lactaat.
Uitleggen welke processen in het lichaam glucose verwerken en
waar dit plaats vindt;
Glycolyse: cytoplasma buiten de mitochondriën (in alle cellen die glucose
gebruiken als energiebron).
Glyconeogenese: lever en voor een klein deel in de nieren.
Glycogenese: Het vormen van glycogeen in de lever en opslaan in de
spieren.
Glycogenolyse: vind plaats in de spieren en in de lever.
Uitleggen hoe het koolhydraatmetabolisme op korte en lange
termijn geregeld wordt;
- Koolhydraatmetabolisme op korte termijn:
Het koolhydraatmetabolisme op kort termijn vind plaats door middel van
enzymen. Als er plots iets moet worden stil gezet gebeurd dit door de
enzymen.
- Koolhydraatmetabolisme op lange termijn:
Op lange termijn zijn dit de hormonen. Bijvoorbeeld insuline, glycagon en
adrenaline.
De metabole effecten van insuline beschrijven;
Insuline is een anabool hormoon. Insuline zorgt voor opbouw en remt de
afbraak.
Anabolen hormonen zorgen voor opbouw. Bijvoorbeeld ook de opbouw van
vetweefsel (omzetten van glucose in glycogeen) en voor de opbouw van
eiwitten.
Uitleggen wat de functie van een kinase is;
Een kinase fosforileert een molecuul: het plakt een fosfaatgroep aan een
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MyrnaG. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.