6. Contractiel weefsel
1 Inleiding
1.1 Verschillende types spiercellen
Contractiliteit behelst het opwekken van beweging door middel van contractie. Contractiele
cellen zijn in deze functie gespecialiseerd dankzij een zeer specifiek morfologisch substraat
dat interacties waarborgt tussen zogenaamde contractiele eiwitten, waarvan actine en
myosine de voornaamste zijn.
Er zijn vier groepen contractiele cellen: spiercellen, myofibroblasten (zie module 3),
pericyten en myo-epitheelcellen. De spiercellen vormen de belangrijkste soort en omvatten
de dwarsgestreepte (willekeurige) skeletspier, de dwarsgestreepte hartspier en de gladde
("smooth", onwillekeurige) spier. Deze drie types van spiercellen liggen in een ruim
weefselverband en zullen uitvoerig besproken worden. De overige contractiele cellen zijn
kwantitatief minder belangrijk, doch spelen een belangrijke lokale regulerende rol.
2 Skeletspierweefsel
2.1Antagonistische paren van spieren
Het skeletspierweefsel vormt de spieren van de romp, ledematen en het gezicht. Deze
spieren zijn verantwoordelijk voor de willekeurige bewegingen onder invloed van het
zenuwstelsel en voor het behoud van de houding. Daar deze spieren zich meestal
vasthechten op het skelet, spreekt men van skeletspieren. Skeletspieren komen meestal
voor in antagonistische paren.
,2.2 Opbouw van de skeletspier
Een skeletspier bestaat uit zeer lange cilindervormige meerkernige myocyten, ook wel
spiercellen of spiervezels genoemd, die op een zeer specifieke manier worden gebundeld.
Om te beginnen wordt elke individuele spiercel omgeven door het endomysium, een
bindweefsellaag die zeer belangrijk is in de fysiologie van de spiercontractie omdat deze
zorgt voor elektrische isolatie van elke cel. Vervolgens worden verschillende spiercellen
gebundeld in zogenaamde ‘fasciles’ die omgeven worden door een laag fibro-collageneus
bindweefsel, het perimysium. Vanuit het perimysium lopen aftakkingen van bindweefsel,
waarin o.a. bloedvaten lopen, de spierbundel binnen. Deze vertakkingen worden steeds
fijner en de dunste uiteinden daarvan bestaan uit fijne collageen vezeltjes, capillairen en
zenuwtakjes. Ten laatste worden verschillende fascicles gegroepeerd in een spierbundel die
aan de buitenkant omgeven wordt door het epimysium dat bestaat uit dens bindweefsel.
Het epimysium verbindt de spier met andere structuren in het lichaam, zoals pezen, huid,
periostium enz.
Het bindweefsel in de spieren heeft een zeer belangrijke functie in het overbrengen van de
contractiekracht. Deze wordt van de afzonderlijke spiervezels (omgeven door het
endomysium) overgedragen op het perimysium. Het collageen van het perimysium loopt
bovendien rechtstreeks verder in dat van het epimysium, waarvan het collageen op zijn
beurt in continuïteit verloopt met dat van de pees en/of periostium.
, 2.3 De spiervezel
Een skeletspiercel is cilindrisch en kan zeer lang zijn (gemiddeld 3 cm, tot 10 cm) en ze
hebben een diameter van 10 tot 100 μm. Omwille van hun langgerekt aspect spreekt men
eerder van spiervezels dan van spiercellen. De celmembraan, het cytoplasma en het
endoplasmatisch reticulum van spiervezels worden aangeduid als respectievelijk
sarcolemma, sarcoplasma en sarcoplasmatisch reticulum. Elke skeletspiervezel heeft talrijke
(tot honderden) kernen die perifeer tegen de celmembraan gelegen zijn. Dit heeft te maken
met de embryonale ontwikkeling van skeletspiervezels: Elke skeletspiervezel ontstaat door
de fusie van vele kleine spoelvormige éénkernige rhabdomyoblasten. Aldus kan een
skeletspiervezel beschouwd worden als een syncytium. Bij dit versmeltingproces liggen de
kernen van de veelkernige cellen eerst centraal (myotubus stadium) om later in de
embryonale ontwikkeling naar de periferie te verschuiven onder het sarcolemma.
Het sarcoplasma bevat talrijke, in de lengterichting van de cel verlopende parallel aan elkaar
geschikte structuren: de myofibrillen. Elke skeletspiervezel bevat honderden van deze
myofibrillen. Tussen de myofibrillen liggen mitochondriën en glycogeen en komt een
uitgebreid systeem van sarcoplasmatisch reticulum voor. De meeste andere celorganellen
liggen in een dun laagje sarcoplasma rond de perifere kernen. Elke spiervezel is omgeven
door een basale membraan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studyKUL. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.