Hoofdstuk 14: Het ademhalingsstelsel
1. Algemene opbouw ademhalingsstelsel
1.1 Inleiding
Het ademhalingsstelsel dient primair voor de opname van zuurstof en de afgifte van
kooldioxide (CO2). Daarnaast omvat het ook organen die assisteren bij het slikken en
het spreken. Het is ook de plaats van de reukzin. Het omvat de longen, de
extrapulmonale luchtwegen (trachea en stambronchi), de larynx of het strottenhoofd
(waar ook het stemgeluid wordt geproduceerd), en de neusholte. Beide laatsten zijn
confluent met de pharynx of keelholte. De gasuitwisseling zelf gebeurt in de onderste
of distale luchtwegen waar de alveolaire zakjes in nauw contact staan met het bloed
om gasuitwisseling te doen. De bovenste luchtwegen hebben daarentegen geen
functie in gasuitwisseling, maar zorgen ervoor dat de aangevoerde lucht gezuiverd
wordt van partikels, bevochtigd en opgewarmd tot op lichaamstemperatuur.
1
,1.2 Algemene opbouw van de long
De longen zijn de eigenlijke ademhalingsorganen. Zij liggen in de borst- of thoracale
holte, die door het middenrif of diafragma (een spierig vlies) van de buikholte of
peritoneale holte gescheiden.
Macroscopisch bestaat de long uit verschillende lobben. De linker long heeft twee
lobben, een relatief grote bovenste of superieure lob en een kleinere onderste of
inferieure lob, van elkaar gescheiden door een zeer diepe schuine fissuur, die bijna
tot aan de hilus reikt. De rechter long heeft drie lobben: een bovenste, een middelste
of intermediaire, en een onderste. De bovenste is de grootste, de onderste de
kleinste. Tussen de bovenste en de middelste lobben loopt een horizontale fissuur,
tussen de middelste en de onderste een schuine. De longlobben sluiten compact
tegen elkaar aan, en hun vorm is eveneens aangepast aan die van de borstholte: de
bovenste lobben hebben een stomp toelopend craniaal uiteinde, de onderste een
craniaal welvende bodem. De linker long is beduidend kleiner dan de rechter. De
mediale zijde van haar bovenste lob vertoont een uitholling, de incisura cardiaca,
waarin het hart past. De longen zijn bekleed met een viscerale pleura of longvlies, dat
tevens de wand van de borstholte bekleedt, de pariëtale pleura.
De histologische structuur van de longen (zie verder) is zodanig dat er in de distale
luchtwegen een zeer intensief contact tot stand komt tussen de ingeademde lucht en
het bloed. Door dit nauwe contact is gasuitwisseling mogelijk (of ademhaling in
fysiologische zin): zuurstof diffundeert vanuit de ingeademde lucht naar het
pulmonaal bloed, koolstofdioxide diffundeert vanuit het pulmonaal bloed naar de
uitgeademde lucht.
Lucht wordt naar de longen getrokken door een luchtpomp. Deze wordt gevormd
door de thorax en het middenrif. Als de uitwendige intercostale spieren of
tussenribspieren contraheren worden de ribben opgetild, en door de gelijktijdige
contractie van de spieren van het middenrif vermindert de craniale welving van dit
laatste. Daardoor neemt het volume van de borstholte toe, en als gevolg van de
ontstane onderdruk wordt lucht in de longen gezogen. Uitademen kan passief
gebeuren, of geforceerd worden door de contractie van andere tussenribspieren. Het
in- en uitstromen van lucht in de longen heet ventilatie. Om dit systeem goed te laten
werken is het ook noodzalgelijk dat de longvliezen (of pleura) mooi aansluiten met de
thoracale holte, zodat wanneer deze uitzet, de longen mee uitzetten.
De aanvoer van het bloed waarin de gasuitwiseling gebeurt in de longzakjes komt via
de pulmonale bloedvaten in de longen, met als bloedpomp het hart, en het stromen
van bloed door de longen wordt perfusie genoemd. De bronchiale vertakkingen
moeten echter ook zelf gevoed en geoxygeneerd worden, en dit gebeurt via de
bronchiale bloedvaten. De longen beschikken over verscheidene mechanismen om
ventilatie en perfusie, beide van essentieel belang voor een efficiënte ademhaling,
nauwkeurig op elkaar af te stemmen.
1.3 Een vertakt netwerk van luchtwegen
Lucht bereikt de longen via een sterk vertakt netwerk van buizen, die naarmate de
lucht dichter bij de luchtzakjes komt steeds nauwer worden en ook van histologische
structuur veranderen.
2
, Vanuit de mond bereikt de lucht de longen via een relatief wijde extrapulmonale
luchtweg, de luchtpijp of trachea. Deze heeft een lengte van ongeveer 15 centimeter,
en een diameter van 2 tot 3 centimeter. De trachea is versterkt door ventraal gelegen
kraakbeenringen. Zij splitst in een linker en een rechter primaire bronchus of
stambronchus, eveneens versterkt door ventraal gelegen kraakbeenringen, die elk
aansluiten op een long (ter hoogte van de 'hilus'; een concave holte waar de bronchus
in de long verdwijnt.
De stambronchi of primaire bronchi splitsen vervolgens op in lobaire of secundaire
bronchi die naar de linker long 2 vertakkingen heeft, en naar rechts toe 3
vertakkingen (een naar elke lob). De bronchien betreden de lobben aan de mediale
zijde van elke long, samen met de bloedvaten. Deze plaats wordt de longhilus
genoemd. In een longlob vertakt de secundaire bronchus zich verder, in een variabel
aantal nauwere luchtwegsegmenten, de tertiaire bronchi. Iedere tertiaire bronchus
ventileert (voorziet van lucht) slechts een afgebakend deel van de longlob,
longsegment genoemd. Tertiaire bronchi vertakken op hun beurt en vormen op die
manier elk aan aantal bronchiolen (“kleine bronchi”), die elk een eigen deel van een
longsegment ventileren, de primaire lobulus (longlobje). De verdere vertakkingen van
de bronchiolen, de terminale bronchiolen, ventileren elk een secundaire lobulus, en
monden uit in zeer dunwandige, membraneuze holten, de longblaasjes of alveolen.
De long heeft dus een sterk gecompartimenteerde structuur, maar is in essentie niets
anders dan een blind eindigende zakvormige uitstulping. De eigenlijke gaswisseling
vindt enkel plaats ter hoogte van de alveolen, zij vormen het gasuitwisselingsstelsel.
De luchtwegen die lucht naar de alveolen toe- en er van wegvoeren, van trachea tot
terminale bronchiolen, behoren tot het "gasgeleidingsstelsel".
De longcompartimenten (lob, segment, primaire lobulus, ...) hebben elk ruwweg een
piramidale structuur, met de punt wijzend naar de hilus, en de basis naar de
buitenomtrek van de long. Onder de viscerale pleura zijn vaag de zeshoekige
omtrekken te zien van de primaire lobuli.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studyKUL. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.