15. Het urinaire systeem
1 Algemene structuur van het urinaire systeem
1.1 Inleiding
De belangrijkste functie van het urinaire systeem is de productie, opslag en verwijdering van
urine uit het lichaam. Urine is een waterige oplossing en bevat oa. (i) excessieve anionen en
kationen en (ii) een groot aantal afbraakproducten die uit het bloed worden gefilterd om ze
uit het lichaam te verwijderen. Onder de afbraakproducten vallen vooral stoffen die erg
giftig zouden zijn bij opstapeling. Zo is ammoniak (NH3) een van de belangrijkste afbraak
producten van eiwitten en aminozuren in het lichaam. Ammoniak is echter heel erg toxisch
voor het lichaam, oa neurotoxisch. In tegenstelling tot andere diersoorten, kan de mens
ammoniak echter niet zomaar uitscheiden. De strategie om er toch vanaf te geraken bestaat
daarom uit 2 stappen: in een eerste stap wordt het ammoniak omgezet naar het veel
minder toxische ureum, een proces dat vooral in de hepatocyten van de lever plaats vindt;
in een tweede stap wordt het ureum door de nieren gefilterd en uitgescheiden in de urine.
Creatinine, een afbraakproduct van het energierijke creatine in de spieren, is nog zo'n
stikstofhoudend afbraakproduct dat toxisch wordt bij excessieve concetraties en ook door
de nier uit het bloed moet gefilterd worden en verwijderd via de urine.
De samenstelling en concentratie van urine is variabel en wordt door complexe feedback
mechanismen geregeld. Dit wordt quasi volledig door de nieren gereguleerd. Opslag en
lediging wordt daarnaast uitgevoerd door de blaas. De verschillende urineleiders
transporteren daarbij urine van de nieren (meer bepaald vanuit het collecterende
nierbekken) naar de blaas, en de urethra is het kanaal waarlangs opgeslagen urine uit de
blaas wordt geloosd. De urineleiders, blaas en urethra hebben een relatief eenvoudige
structuur die bestaat uit een eenvoudig urotheel dat omgeven is door een longitudinale en
circulaire spierlaag. Tijdens de urineproductie in de nier gebeuren echter een brede waaier
aan complexe biochemische en fysiologische processen: om deze te kunnen uitvoeren heeft
de nier een veel complexere structuur nodig. Deze gaan we in deze module uitgebreid
bespreken.
Bij de afbraak van eiwitten en aminozuren wordt er ammoniak vrij gezet. Deze wordt in de
lever omgezet naar het minder toxische ureum, dat gefilterd wordt in de nier om
uitgescheiden te worden via de urine.
,1.2 Onderdelen van het urinaire stelsel
Het urinaire systeem bestaat uit verschllende onderdelen:
1. De nieren zijn stevige, boonvormige organen die liggen ingebed in het dorsale
retroperitoneaal vetweefsel. Het concave deel van de nier is mediaal gericht en
wordt de ‘hilus’ genoemd, en dit is ook de plaats waar de bloedvaten en de urether
(de urineleider die urine naar de blaas transporteert) op het orgaan aansluiten. Het
uiteinde van de urether, dat aansluit ter hoogte van de hilus, is trechtervormig
verwijd en vormt het nierbekken, dat verder nog onderverdeeld wordt in kleinere
nierkelken, die elk aansluiten op de collecterende kanalen binnen in de nier.
2. Het nierbekken en de urineleiders zijn holle spierbuizen bekleed met een
gespecialiseerd epitheel (het urotheel). Het urotheel is nl. bestand tegen
beschadiging door de variabele osmolariteit (door de verschillende zouten die
worden verwijderd) en verhoogde concentraties aan giftige stoffen die in de urine
zitten. De wanden zijn samengesteld uit 2 lagen gladde spiercellen die de vloeistof
naar de blaas kunnen duwen door gecoördineerde samentrekking en ontspanning
(proces van 'peristaltiek'; zie ook spijsverteringsstelsel)
3. De rol van de blaas is zowel deze van reservoir als van 'pomp'. De blaas heeft een
quasi identieke structuur als het bekkenstelsel en de urineleiders, maar de opstelling
van de spiervezels is complexer om zowel te kunnen dienst doen als reservoir voor
urine, maar ook als pomp om de urine gecontroleerd door de urethra te persen.
De nier bestaat uit 2 grote onderdelen: een buitenste laag of cortex en een middenste laag
of medulla.
De periferie van de nier, de cortex, heeft op doorsnede een eerder korrelige textuur, terwijl
de meer mediaal gelegen medulla radiaal gestrieerd is. In feite bestaat de medulla uit
verscheidene kegelvormige onderdelen, de nierpiramiden, die met hun punten naar de hilus
wijzen. Samen met het stuk cortex dat aan zijn basis ligt vormt een nierpiramide een
nierlob. Op sommige plaatsen dringen smalle stroken cortex tussen de piramiden door, en
vormen op die manier de zuilen van Bertin. Ter hoogte van de hilus vormt de punt van
iedere piramide een enigszins uitpuilende nierpapil. De nier bij de mens bevat tussen de 10-
18 medullaire piramides zodat er ook 10-18 papillen uitkomen in het nierbekken. Het
uiteinde van de urether, dat aansluit ter hoogte van de hilus, is trechtervormig verwijd en
vormt het nierbekken, dat verder nog onderverdeeld wordt in kleinere nierkelken, die elk
aansluiten op een nierpapil. Deze lobaire architectuur is duidelijk macroscopisch zichtbaar in
de foetale nier maar wordt minder duidelijk naarmate de nier verder ontwikkelt en groter
wordt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studyKUL. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.