De administratieve opnameregeling
Weinig verschil met gewone geplande administratieve opname (VDI1)
Informed consent: schriftelijke toelating voor de ingreep te ondertekenen voor
akkoord
Psychologische begeleiding
Ingreep is een unieke gebeurtenis dat de gehele mens-zijn raakt
Socio-psychosomatische eenheid: belang te weten wat de operatie precies
betekent in het bestaan van de totale persoon. Voor iedereen heeft een ingreep een
andere betekenis
Vroegtijdige fysische voorbereiding
Is een uitgebreide voorbereiding afhankelijk van:
- Ingreep, uitgebreidheid
- Algemene toestand
o Wordt gescreend door: chirurg die dan een oordeel vormt van algemene
conditie en inschatten welke kans er is op herstel. Wordt gedaan met
classificatie model ASA = American society of anesthesiologists (model
staat in cursus p22)
Anamnese
Medische anamnese Verpleegkundige anamnese
Afgenomen door geneesheerspecialist of assistent. Is een gegevensverzameling
Besproken thema’s en kan een informatief luik zijn
- Hoofdklacht (verloop, aard, nevenklachten)
- Eventuele klachten van andere systemen (mobiliteit,
circulatie)
- Antecedenten
- Geneesmiddelengebruik
- Allergieën
- Alcohol en tabaksgebruik
- Familiale aandoeningen
Arts gaat zich vooral richten op het medische zoals medicatie, wat de ziekte ed is.
Lichamelijke en aanvullende onderzoeken
o Medisch – klinisch onderzoek
o Bloedonderzoeken
o Opsporen van risicopatiënten + bijkomende voorbereiding
Medisch – klinisch onderzoek
Is een algemeen onderzoek zoals: inspectie, auscultatie, percussie, palpatie. Er zijn
bijkomende onderzoeken zoals (bij risicopatiënten):
- rx thorax (COPD, longziekten, abnormale longgeluiden, recente pneumonie
- ECG ( cardiovasculaire aandoening, respiratoire aandoeningen)
- Longfunctietesten = longcapaciteit testen (zeer beperkte conditie, longinhoud)
belangrijk voor anesthesist of ze narcose gaan aankunnen
- Bloeddrukcontrole (parameters) wordt standaard genomen voor vergelijking na de
operatie
, VDI2: de preoperatieve fase
- Toestand van gebit = aangevraagd onderzoek en wordt gedaan om
tandabcessen te onderzoeken (die cruciaal zijn bij bepaalde ingrepen zoals
protheses waardoor de prothese zou kunnen ontsteken). Tijdens intubatie kan
abces openspringen
- Rookstop, roken zou normaal 2 weken voor de operatie gestopt moeten worden =
niet realistisch) → nuchter zijn
- Risicopatiënten: patiënten met cardiovasculaire aandoeningen en hypertensie, met
respiratoire aandoeningen, met nierproblemen, met een verstoorde
voedingstoestand, met stollingsproblemen en/of met endocriene stoornissen
Bloedonderzoeken
Risico op postoperatieve complicaties opsporen via bloedonderzoeken
- Kans op bloedingen door onderzoek van RBC en stollingsfactoren
- Kans op postoperatieve infecties: WBC en CRP
- Verhoogde behoefte aan zuurstof tijdens en na ingreep: RBW, hemoglobine, en
hematocriet
Rode bloedcellen (transport O2 door hemoglobine),
- te laag hemoglobine = risico op trager wondheling, decubituswonden en
verlaging algemene toestand
Hematocriet = verhouding aantal rode bloedcellen + totale bloedvolume uitgedrukt in %
- Stijging = door dehydratatie, hypovolemie
- Daling = verlies van RBC of dilutie
Witte bloedcellen (leukocyten)
- Verhoging = leukocytose = infectie
- Verlaging = leukopenie = lage weerstand en heeft verhoogde kans op infecties
Bloedplaatjes
Bloedstolling is heel belangrijk, na beschadiging van bloedvat komt bloedstolling op gang
om veel bloedverlies tegen te gaan. Bloedstollingseiwitten zijn daarvoor belangrijk en
worden in lever aangemaakt (12 stollingsfactoren).
Bij een bloeding worden de stollingseiwitten geactiveerd door trombocyten
- Trombine = fibrinogeen → fibrine = een vezelachtige stof dat netwerk van
draden gaat vormen om bloedprop te verstevigen
- Stollingsfactor 8: bloedplaatjes krijgen het vermogen zich aan de wand van het
beschadigde bloedvat te hechten
Stollingstesten
- PT = quicktest bij mensen die geen antistollingsmedicatie nemen. Bloed wordt
getest op hoelang het duurt voor het stolt (met machine) = 11-14s
o Verlengde tijd: vertraagde stolling = bloedingsgevaar (vit K)
o Verkorte tijd: bloed stolt te snel = trombosegevaar
- PT-INR = test bij orale antistollingsmedicatie, normaal: 1INR.
o Te hoog: medicatie stoppen, bloed stolt te traag
o Te laag: bloed stolt te snel = trombosegevaar = dosering opdrijven
- aPTT = bij mensen die constant heparindedeprivaten (30-40s)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shalinaverdijck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.