Samenvatting van alles Hoorcolleges van Sportpsychologie binnen de minor Sport (specialisatie sport). Dit vak wordt in periode 1 en 3 van jaar 3 en 4 gegeven aan de Hanzehogeschool in Groningen. Het vak wordt getoetst in combinatie met Trainingsleer binnen een schriftelijk tentamen.
Hoorcollege 1
Definitie sportpsychologie: De wetenschap die gedachten, gevoelens en gedrag van mensen bestudeert in sportsituaties.”
Definitie mentale training: mentale vaardigheden op een systematische manier aanleren om sportprestaties te verhogen.
Hoorcollege 2: motivatie en doelen stellen
Definitie motivatie: de richting en intensiteit van iemands inspanning.
Richting verwijst naar de vraag of een persoon zoekt, nadert of voelt zich aangetrokken tot bepaalde situaties.
Intensiteit verwijst naar hoeveel moeite een persoon doet om een bepaalde situatie.
Let op. Richting en intensiteit zijn nauw verwant
Motivatieweergaven
Trait-centered kijk: gemotiveerd gedrag is primair een functie van individuele kenmerken (persoonlijkheid, behoeften,
interesses, doelen)
Situatiegerichte kijk: Motivatieniveau wordt voornamelijk bepaald door: de situatie (coach, ouders)
Interactionele kijk: gemotiveerd gedrag wordt bepaald door de deelnemer factoren en situatiefactoren
De beste manier om motivatie te begrijpen, is door zowel de: persoon en de situatie en hoe de twee met elkaar omgaan.
Persoonlijke factoren Interactie per situatie Situationele factoren
Persoonlijkheid Leider-coach stijl
Interesse Team win-verlies record
Behoeften Aantrekkelijkheid van de faciliteit
Doelen Motivatie van de deelnemers
Definitie prestatiemotivatie: is de neiging om te streven naar succes, vol te houden in het aangezicht van mislukking, en trots op
prestaties ervaren.
Need Achievement Theory (Prestatietheorie)
Interactionele kijk die rekening houdt met zowel persoonlijk als situationeel factoren als belangrijke voorspellers van gedrag.
Attributietheorie en basiscategorieën van Weiner
Hoe artiesten hun uitvoering verklaren of toeschrijven, beïnvloedt hun verwachtingen en emotionele reacties, die op hun beurt
invloed hebben op de toekomst prestatie motivatie.
Succes en mislukkingen uitleggen:
1. Stabiliteit
Stabiel (talent, bekwaamheid)
Instabiel (veel geluk)
2. Locus van causaliteit
Intern (je inspanning, goede spieren)
Extern (te weinig inzet tegenstander, goede coach, makkelijk veld)
3. Locus of control
In eigen beheer (je eigen plan)
Buiten controle (wat een tegenstander doet)
, Attributies en prestatiemotivatie
Attributie Psychologische resultaten
Stabiele factoren Verwachting van de toekomst
Stabiel Verhoogde verwachtingen van succes
Onstabiel Verminderde verwachting van succes
Causaliteitsfactoren Emotionele invloeden
Interne oorzaak Verhoogde trots of schaamte
Externe oorzaak Verminderde trots of schaamte
Controlefactoren Emotionele invloeden
In de hand Verhoogde motivatie
Buiten de controle Verminderde motivatie
Soorten motivatie
Intrinsieke motivatie – hoge zelfbeschikking – ik Wil Extrinsieke motivatie – lage zelfbeschikking - ik ZOU
Betekenis: Innerlijke drive om competent te zijn; Betekenis: Externe beloning voor gedrag;
Bijvoorbeeld plezier in de activiteit. Bijvoorbeeld geld of roem
Kennis: plezier en voldoening terwijl je iets nieuws leert Geïntegreerde regeling: er is een gewaardeerd resultaat in plaats van interesse in de
Prestatie: tevredenheid bij het beheersen van moeilijke vaardigheden activiteit zelf (hardlopen marathon)
Stimulatie: aangename sensaties van plezier/opwinding Geïdentificeerde regelgeving: het gedrag wordt zeer gewaardeerd, geaccepteerd en
beoordeeld door het individu en wordt dus vrijwillig uitgevoerd (voorbeeld:
Aamotivatie krachttraining voor voetballers)
Geen intrinsieke of extrinsieke motivatie aanwezig Geïntrojecteerde regelgeving: Interne druk (‘ik zou het moeten doen’)
Externe regeling: externe beloning (geld)
Feedback
Positieve feedback geven
Motiverende feedback
Een uitkering;
Vertrouwen vergroten;
Inspireren tot meer inspanning en energieverbruik;
Een positieve stemming creëren.
Instructieve feedback.
Doelen stellen
Uitkomstdoelen: in vergelijking met anderen
Prestatiedoelen: in vergelijking met jezelf
Procesdoelen: hoe doelen te bereiken
Taken
Mechanistische theorie (Locke & Latham, 2002)
4 onderliggende mechanismen van het stellen van doelen:
Aandacht richten
Doorzettingsvermogen vergroten
Mobiliserende inspanning
Nieuwe strategieën leren
Doeloriëntaties
Een doeloriëntatie beschrijft hoe men prestatie bepaalt of succes binnen een prestatie-instelling
Taak (naar zichzelf verwezen) versus ego (naar anderen verwezen)
Benaderen versus vermijden
Ego-benadering Taakbenadering
‘’… het beter doen dan anderen’’ ‘’… om het beter te doen dan voorheen’’
Ego-vermijding Taakvermijding
‘’… niet slechter doen dan anderen’’ ‘’… om het niet slechter te doen dan voorheen’’
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marijkevelthuis21. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.