Samenvatting tentamen fundamenten van de psychologie
13 views 0 purchase
Course
Fundamenten Van De Psychologie
Institution
Hogeschool Utrecht (HU)
Book
Fundamenten van de psychologie
In deze samenvatting zijn de hoofdstukken die terugkomen in de meerkeuzetoets fundamenten van de psychologie samengevat. De samenvatting bestaat uit een uitgebreide samenvatting van de begrippen die je moet kennen (in het jaar ) voor de toets aan de hand van het boek: fundamenten van de psychologie...
Hoofdstuk 1:
Psychologie:
Psychologie is de wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij de
gedragsevidentie gebruikt wordt om de interne processen te begrijpen die ten
grondslag liggen aan het gedrag
Wetenschappelijke revolutie:
Ontwikkelingen die de psychologie hebben mogelijk gemaakt:
- Filosofie in het oude Griekenland: Plato vond dat echte wijsheid voortkwam uit de
menselijke geest en dat wiskunde de hoogste vorm van wijsheid was (want
getallen waren onbewerkelijk). Aristoteles hechtte meer waarde aan observatie
dan Plato, maar ook voor hem kon ware kennis niet op observatie gebaseerd zijn.
Om echte kennis te hebben diende men te vertrekken vanuit onwrikbare
uitgangspunten (demonstraties).
- Na de val van het romeinse rijk vertaalde de rooms-katholieke kerk de geschriften
van Plato en Aristoteles in een kerkelijke leer. Plato’s wereld van onveranderlijke,
ideale vormen waaruit de ziel kwam, stemden overeen met de hemel. En de
demonstraties van Aristoteles konden gezien worden als goddelijke ingevingen.
De wetenschappelijke revolutie:
- Een nieuwe manier van denken
- De overtuigingen van de Grieken en de Katholieke kerk waren gebaseerd op dat
kennis vergaard werd door denken
- In Europa groeide echter de inzichten dat kennisvergaring gebaseerd is op
systematische observatie en actief ingrijpen in de wereld (de revolutie)
Copernicaanse revolutie:
- Het startpunt van de wetenschappelijke revolutie is de Copernicaanse revolutie:
Copernicus (1473-1543) die stelde dat de kalender niet klopte en dat aarde rond
de zon draaide. Werd onderbouwd door GalileoGalilei (1564-1642).
- Nieuwe kennis komt (mede) voort uit observaties en experimenten.
- Newton (1643-1727) werkte de inzichten van Galilei verder uit. Dit wordt als het
beginpunt van de eerste natuurwetenschap, de fysica, beschouwd.
- Er werd meer geëxperimenteerd en machines werden gebouwd.
- Wetenschappelijk onderzoek groeide en hing af van goede observatie
- Veranderingen in de filosofische overtuigingen over de mens effenden ook de
weg voor de psychologie.
- Eeuwenlang deelde men de mening, dat de menselijke geest (de ziel) een vrije
wil had en niet onderworpen was aan de natuurwetten. Daarom kon ze niet
bestudeerd worden.
Evolutietheorie
- In 1859 publiceerde Darwin: “The Origin of the Species”.
- De evolutieleer houdt de overtuiging in dat alle huidige leven, inclusief dat van de
mens, ontstaan is vanuit vroegere levensvormen.
- Darwin documenteerde zorgvuldig het proces van “natuurlijke selectie” (survival of
the fittest)
, - Volgens hem waren levende wezens een aanpassingsproces aan veranderde
omstandigheden.
- Dieren en planten met goede kenmerken hebben een grotere kans op
voortplanting terwijl dieren en planten met slechte kenmerken juist een grote kans
hebben op uitsterven
- Deze struggle voor life en survival of the fittest zorgt ervoor dat dieren en planten
continu veranderen
- Omdat mensen geëvolueerd waren uit dieren, kon hun gedrag bestudeerd
worden, zoals men diergedrag bestudeerde en was het zinvol om de gelijkenissen
en verschillen te onderzoeken tussen diergedrag en menselijk gedrag.
Dualisme
In de 15e tot 16e eeuw begonnen filosofen zelf kritisch na te denken, in plaats van
alleen maar klassieke filosofen en kerkvaders bestuderen. Met als gevolg de
wetenschappelijke revolutie.
Descartes: dualisme, rationalisme en nativisme
- René Descartes (1596-1650) plaatste het onafhankelijke denken van de Griekse
filosofen op de voorgrond, terwijl hij zijn denken sterk liet beïnvloeden door
gangbare opvattingen. Hij ging hierbij uit van dualisme, rationalisme en nativisme.
- Dualisme: De mens bestaat uit een lichaam en een geest die onafhankelijk van
elkaar zijn. De geest heeft een vrije wil. Het lichaam is niets meer dan een
omhulsel van de geest.
- Descartes vond ook dat het universum een machine was die wiskundig
beschreven kon worden.
Rationalisme
- Rationalisme: ware kennis is gebaseerd op de rede, die door het toepassen van
logica nieuwe informatie afleidt uit de bestaande. De Waarheid kan achterhaald
worden door gebruik te maken van de rede. Om de mens te begrijpen moest men
over hem nadenken.
Nativisme
- Nativisme: de overtuiging dat de mens aangeboren kennis heeft, die het
uitgangspunt vormt van alle andere, afgeleide kennis.
Empirisme
- In England groeide de onvrede over het nativisme en rationalisme en kwam een
tegenbeweging tot stand. Het empirisme.
- Volgens het empirisme wordt de inhoud van de geest niet gevormd door
aangeboren ideeën en afgeleide inzichten, maar via zintuiglijke ervaringen die
met elkaar geassocieerd worden.
- Een belangrijke grondlegger was John Locke (1632-1704). Volgens hem kwam
kennis voort uit ervaringen met externe voelbare voorwerpen en niet vanuit
aangeboren ideeën.
- Psychologie wordt een belangrijk thema binnen de filosofie. Veel onderzoekers
waren van mening dat psychologie wetenschappelijk moest worden.
Introspectie
, - In 1879 richtte Wilhelm Wundt het eerste psychologische laboratorium op.
- Dit wordt beschouwd als algemeen startpunt van de wetenschappelijke
psychologie.
- In 1874 produceerde hij het eerste boek dat de wetenschappelijke psychologie
omschreef.
- Hij beschreef hierin de wetenschappelijke psychologie als een alliantie tussen
fysiologie die we met onze zintuigen kunnen waarnemen en anderzijds
psychologie waarbij de persoon naar zichzelf kijkt van binnenuit.
- Dit kijken naar het eigen bewustzijn van binnenuit (en nadenken over eigen
psychisch functioneren) werd introspectie genoemd.
- Hij probeerde op basis van introspectie de structuur van bewustzijn te ontdekken.
(Structuralisme)
Structuralisme
- Structuralisme: een stroming in de psychologie die op basis van introspectie de
structuur van het bewustzijn probeert te ontdekken.
Functionalisme
- Tegen 1900 waren er al 41 laboratoria in de VS
- De eerste belangrijke stroming binnen de Amerikaanse psychologie was het
functionalisme
- De Amerikanen waren meer geïnteresseerd in toegepaste psychologie dan in
fundamenteel onderzoek.
- Psychologie diende meer om praktische problemen op te lossen zoals onderwijs
verbeteren of gevaarlijke psychische afwijkingen opsporen en behandelen. Het
functionalisme werd sterk beïnvloed door de evolutietheorie.
- Deze benadering zorgde ervoor dat functionalisten grote belangstelling hadden
voor individuele verschillen tussen mensen (intelligentie) en ook voor verschillen
tussen mensen en dieren.
- William James (1842-1910) was een belangrijk figuur binnen het functionalisme.
Hij schreef ook een bekend boek (The principles of Psychology)
Behaviorisme
- Onder invloed van de evolutietheorie begon het functionalisme meer aandacht te
krijgen voor het gedrag van mensen van voor het bewustzijn. Bovendien kon het
gedrag door directe observatie bestudeerd worden.
- John Watson (1878-1958) maakte een pamflet waarin hij schreef dat psychologie
nooit echte wetenschap zou worden als zij zich met het bewustzijn bezig bleef
houden. Om een echte natuurwetenschap te worden moest de psychologie een
wetenschap van het gedrag worden.
- Dit pamflet wordt beschouwd als het begin van behaviorisme.
- Het behaviorisme is een psychologische stroming waarin men het standpunt
huldigt dat enkel observeerbaar, meetbaar gedrag het onderwerp kan vormen van
psychologisch onderzoek en theorievorming.
- Hiermee radicaliseerde Watson het onderwerp van het functionalisme en verwierp
hij alles wat de kern uitmaakte van het structuralisme
- Hij vond dat psychologen hun studie moesten beperken tot datgene waar alle
redelijke mensen het over eens konden zijn, namelijk het direct observeerbare
gedrag.
Positivisme
, - Bij de uitbouw van het behaviorisme werd Watson geïnspireerd door het
positivisme
- Positivisme: een beweging die beweerde dat de natuurwetenschappen de beste
manier waren om de wereld te begrijpen en kennis te generen.
- Daarom was het van belang om te expliceren wat de wetenschappelijke methode
precies inhield, zodat de methode beschikbaar kon worden gesteld aan nieuwe
disciplines
Operationele definitie
- De behavioristen namen 3 ideeën over van de positivisten:
1. Men moet de theorieën baseren op directe observaties die door anderen
herhaald kunnen worden. Men moest definiëren in meetbare termen en
concrete begrippen. Dit heet ook wel een operationele definitie. Een
operationele definitie is dus bijvoorbeeld geen gevoel van honger maar het
aantal uren dat een dier geen eten heeft gekregen. Alleen met deze manier
van definiëren kan precies dezelfde proef op dezelfde manier door een andere
wetenschapper gedaan worden.
S-R-psychologie
2. Een ander idee was dat men een onderscheid moest maken tussen
onafhankelijke en afhankelijke variabelen. Onafhankelijke variabelen zijn
eigenschappen van de situatie (voedsel) die op het persoon of dier inwerken
en die door de onderzoeker aangepast kunnen worden. Afhankelijke
variabelen zijn gedragingen van het dier of persoon die de onderzoeker kan
opmeten om te kijken of de onafhankelijke variabele invloed heeft gehad. Op
basis van deze begrippen kon men het behaviorisme definiëren als de studie
van de invloed van de stimulus (OV) op de reactie van het persoon of dier
(AV). Het behaviorisme wordt daarom soms omschreven als het een S-R-
psychologie. Een stimulus lokt een respons uit.
3. Tot slot stelt het positivisme dat een wetenschappelijke theorie bestond uit het
beschrijven van de precieze relatie tussen de onafhankelijke en de
afhankelijke variabele, liefst in de vorm van wiskundige wet. Bijvoorbeeld:
K=M x V.
- Alleen als men zich aan deze 3 criteria houdt kan er volgens het positivisme
sprake zijn van een wetenschappelijke studie.
Psychoanalyse
- Volgens de psychoanalyse waren het bewustzijn en het gedrag zeer
oppervlakkige fenomenen en lag de ware oorsprong van het ontstaan van
persoonlijkheidsverschillen en mentale stoornissen bij onbewuste krachten
- De grondlegger was Sigmund Freud (1856-1939). Hij was een arts met een
praktijk in Wenen.
- Psychoanalyse: behandelmethode van Freud. Het analyseren van de psyche
(geest). Geen zintuigelijke waarneming.
- Hij dacht dat veel lichamelijke en mentale stoornissen te wijten waren aan
bijvoorbeeld traumatische kindertijden. Mensen konden geholpen worden door
hun onbewuste conflicten in het bewustzijn te brengen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosadewit2003. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.56. You're not tied to anything after your purchase.