Ik heb alle PowerPoints en mijn notities bij de lessen samengevat. Nadien heb ik alles aangevuld met de syllabus. Ik zelf behaalde 15/20 door het studeren van deze samenvatting.
Inleiding ontwikkelingspsychologie
We spreken van Adolescentie en niet Puberteit!!! Puberteit is de fysieke en
lichamelijke ontwikkeling. Adolescentie is zowel de Fysieke verandering als
zelfstandigheid als het loskomen van de ouders. Ze gaan een Eigen identiteit
gaan ontwikkelen.
Ontwikkelingspsychologie is de wetenschappelijke studie naar groei, verandering
en stabiliteit van conceptie tot aan de dood.
Wetenschappelijk: Onderzoek, hypotheses, Wetenschappelijke
bewijzen.
Groei, verandering en stabiliteit: Menselijke ontwikkeling:
universeel? Culturele, raciale of etnische verschillen? Unieke aspecten
van het individu?
o groei: lichamelijk, groei in motorische vaardigheden (worden
fijner), meer relaties.
o Verandering: lichaam, verandering van de taalontwikkeling.
o Stabiliteit: lenigheid, zintuigelijke waarneming, aantal relaties
dat je opbouwt.
Van conceptie tot aan de dood: Groei en verandering tot het einde
van hun leven ‘levenslooppsychologie’
universeel: al deze fasen lopen voor iedereen gelijk. Eerst kruipen, dan lopen.
Culturele verschillen: ontwikkeling loopt in vele landen en culturen anders. (bv.
Hoelang geef je borstvoeding)
Ontwikkelen is het veranderen van een aanwezige cultuur.
Kenmerken van ontwikkeling
Gedurende de hele levenscyclus
Gedragsverandering (winst-verlies)
Levenslang proces
o Verloop in tijd
o Houdt een voortgang in
Actuele vraagstukken
KRITIEKE PERIODE VS GEVOELIGE PERIODE:
Kritische/kritieke periode: infectieziekten, geen veilige hechting, …
Gevoelige periode: taal leren
NATURE VS NURTURE:
Nature: de kleur van je ogen, je haar, …
Nurture: welke taal je spreekt, hoe goed je die spreekt, …
Het levensloopperspectief: uitgangspunten
Levenslang
Multi-dimensioneel (verschillende domeinen) en multi-directioneel
(+ en -)
o multi-dimensioneel = ontwikkelingsdomeinen beïnvloeden
elkaar, ontwikkelen onafhankelijk van elkaar, niet allemaal even
snel…
Bv. invloed van cognitieve ontwikkeling op spelontwikkeling
o multi-directioneel = de richting van de ontwikkeling,
toename of afname.
Bv. soms sterke vooruitgang in taalontwikkeling en motoriek is dan een beetje
gestagneerd
Plastisch: buigzaam en veranderbaar
Beïnvloed door meerdere inter-agerende factoren: waar ben je
opgevoed, wanneer en met wie?
Cohorteffecten
, Normatieve effecten: de zaken die de meeste mensen van die
leeftijd meemaken.
o Historisch: wie is de president van Amerika?
o Leeftijdsgebonden: Wanneer krijgen meisjes hun regels?
o socio-cultureel: zaken die een invloed hebben op sociaal vlak
(klimaatcrisis)
Niet-normatieve effecten: dit is niet wat de grote groep of de meeste
mensen meemaken.
Let op!
samenhang tussen ontwikkelingsgebieden binnen één
ontwikkelingsfase.
Bv. eerst over cognitieve mogelijkheid beschikken alvorens schrijven en
rekenen.
samenhang over de verschillende ontwikkelingsfasen binnen één
ontwikkelingsdomein.
Bv. seksuele ontwikkeling van oraal, anaal, fallisch naar genitaal
Theoretische perspectieven binnen de ontwikkelingspsychologie
stroming inhoud vertegenwoordigers
Psychodynamisch het onbewuste of FREUD en ERIKSON
crisissen als drijfkracht
van ontwikkeling
Behavioristisch ontwikkeling enkel te PAVLOV en SKINNER
begrijpen vanuit (psychologie)
waarneembaar gedrag
Cognitivistisch bestudeert vooral hoe PIAGET
mensen informatie
verwerken
Evolutionair of effect van biologische BOWLBY
ethologisch kenmerken op
perspectief ontwikkeling
Contextueel/ ontwikkeling gebeurt in VYGOTSKY en
ecologisch een complexe, sociale en BRONFENBRENNER
perspectief culturele context (pedagogiek)
De prenatale ontwikkeling
Prenatale groei en verandering
1. Bevruchting: het moment van de conceptie
vanaf het moment van de conceptie begint de ontwikkeling van het kind.
Aspecten van de ontwikkeling worden bepaald door:
Complexe genetische richtlijnen
Beïnvloed door omgevingsfactoren
Vanaf de puberteit hebben vrouwen om de 4 weken een eisprong. De eicel gaat
dan via de eileider naar de baarmoeder en kan tijdens dit proces bevrucht
worden door een zaadcel. Bij deze conceptie komen een zaadcel en een eicel
samen om de ééncellige zygote te creëren waarmee het leven van elke mens
begint.
, 2. De stadia van de prenatale ontwikkeling
1. De germinale periode (eerste 2 weken)
We spreken van een zygote
De zaadlozing vindt plaats
het eerste en kortste stadium
Wat?
De zygote begint te delen, het trosje cellen gaat naar de eileider en
daarna (vijftal dagen) naar de baarmoeder om te nestelen.
Methodische celdeling: cellen nemen toe in aantal en krijgen
specifieke functies
Er zal een eerste aanzet zijn naar belangrijke systemen in de
baarmoeder die zich gaan ontwikkelen. U lichaam maakt zich klaar
voor de zwangerschap.
Ontstaan:
De placenta (moederkoek):
Voedingsstoffen uit het bloed van de moeder opgenomen
Hierin komen de afvalproducten van de ongeborene terecht
Navelstreng:
Verbinding tussen de ongeboren baby en het lichaam van de
moeder (moederkoek)
Vruchtzak:
Omgeeft het kind
Volledig gevuld met vruchtwater
Beschermd het kind van de buitenwereld
Hoe kunnen we zien dat iemand zwanger is?
Er wordt een zwangerschapshormoon geproduceerd na de innesteling, deze is
zichtbaar in de urine en in het bloed. Als het innestelingsproces niet lukt heb je
laattijdige maandstonden.
2. De embryonale periode (2 tot 8 weken)
we spreken vanaf nu van een embryo
kritieke fase
Wat?
in 40 dagen worden alle in- en uitwendige structuren van het
lichaam gevormd.
3 belangrijke systemen:
o Vruchtzak: vruchtwater zorgt voor veiligheid
o Placenta: zorgt vooral voor voedingsstoffen
o Navelstreng: zorgt voor verbinding tussen de mama en haar
embryo
3 V’s: veiligheid, voedsel en verbinding
We onderscheiden 3 cellagen:
o Endoderm: inwendige organen
o Mesoderm: skelet, hart, bloedsomloop, geslachtsorganen,
spierstelsel
o Ectoderm: huid, haar, tanden, zintuigen, hersenen,
ruggenmerg
Op het einde van deze periode is het embryo 2,5 cm lang en lijkt het
een soort kieuwen en een staart te hebben.
Einde 3e week: primitief kloppend hart
Vanaf 5e week:
Snelle groei van het hoofd: cefelocaudaal
Beginnende ledematen
8e week: menselijke vormen worden duidelijk (ogen, oren, tenen,
vingers)
, Orgaansystemen beginnen zich te ontwikkelen
Organogenese
De embryo is heel kwetsbaar
Teratogenen: alle externe schadelijke invloeden op de prenatale
ontwikkeling
De moeder:
Eerste uiterlijke tekenen van de zwangerschap
(ochtendmisselijkheid, vermoeidheid, …)
Tot op het einde van deze periode kan een
zwangerschapsonderbreking uitgevoerd worden.
3. De foetale periode (8 tot 38 weken)
Het kind wordt nu foetus genoemd.
Het mensje begint zich te vormen
Kwetsbare fase van de zwangerschap is voorbij
Botvorming
Lengte- en gewichtsgroei zijn aanzienlijk
Wat?
3e maand:
foetus gaat veel meer bewegen en reageren op auditieve,
visuele en tactiele prikkels.
Spieren worden geoefend door te bewegen in de buik.
Babyreflexen ontwikkelen zich (zuigreflex, grijpreflex)
Einde 3e maand: geslachtsontwikkeling bij jongens zichtbaar, bij
meisjes enkele weken later.
4e maand: de bewegingen worden voor het eerst door de moeder
gevoeld.
Haptonomie kan starten
Laatste 3 maand:
Hersenen gaan door een intensieve groeiperiode
Gewicht van de foetus neemt toe
8e maand: moeder voorziet de baby van antistoffen (belangrijke
bescherming tegen infectieziekten)
Foetus denkt waarschijnlijk nog niet, maar de hersenen en de
zenuwen werken en kunnen reeds reageren op verschillende prikkels.
(bv. Licht en donker)
Baby reageert op geluid (al vanaf 24 à 26 weken)
Baby kan smaken: reeds in 1940 spoot men sacharine in het
vruchtwater zodat de baby er meer van zou drinken
Over de gevoelsbeleving van een kind is nog heel weinig
gekend.
Zwangerschapshaptonomie is bedoeld om u meer te focussen op het kind in
plaats van op de pijn van de zwangerschap.
3. Miskraam
Wordt ook wel spontane abortus genoemd.
Het embryo laat los van de baarmoederwand en wordt uitgestoten.
Meestal in de eerste paar maanden van de zwangerschap, soms
gebeurd het zo vroeg dat de moeder zich niet eens bewust was van het
feit dat de zwanger is.
Meestal veroorzaken genetische afwijkingen het miskraam.
Bij een abortus kiest een moeder vrijwillig om een zwangerschap te beëindigen.
4. Fertiliteitproblemen: Alternatieve routes naar zwangerschap
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lenadufour. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.22. You're not tied to anything after your purchase.