Samenvatting hoofdstuk 4 Portaal
Omgangstaal/thuistaal = taal die je gebruikt in de directe thuissituatie. Ook wel
bekend als DAT (Dagelijks Algemeen Taalgebruik)
Meer abstracte taal = taal die je nodig hebt in een schoolse nieuwe context om
nieuwe informatie te kunnen verwerven en verwerken. Ook wel bekend als CAT
(Cognitief Academisch Taalgebruik)
Woordenschat = het geheel van woorden en woordbetekenissen waarover
iemand mondeling en schriftelijk kan beschikken.
Passieve/receptieve woordenschat = woorden die we begrijpen
Actieve/productieve woordenschat = woorden die we zelf gebruiken
4.1.1
Vormen van woordsoorten (vormaspecten)
- enkelvoudige woorden: vrije morfemen die een eigen basisvorm hebben, vb:
brood, geluk, dus, gaan
- samenstellingen: woorden bestaande uit delen die zelf ook als woord
voorkomen, vb: brood-rooster, tafel-poot
- afleidingen: woord met affix (toevoeging), vb: on-juist, pracht-ig, natuur-lijk
- uitgangen volgens vervoegingssysteem bij werkwoorden, vb: werk-t, ge-wandel-
d
- uitgangen volgens verbuigingssysteem bij bijvoeglijke naamwoorden, vb: mooi-
e, leuk-st en voornaamwoorden, vb: ons-onze, dit-deze
Idiomatisch taalgebruik
- uitdrukkingen (vb: af en toe, een hekel hebben aan)
- spreekwoorden (vb: de appel valt niet ver van de boom)
4.1.2
Concept = een geheel van betekenissen, associaties, ideeën en beelden dat aan
een woord/begrip verbonden is
Verschillende indelingen van woorden (naar betekenis)
- concreet vs. abstract
- letterlijk vs. figuurlijk
- inhoudswoorden vs. functiewoorden
- dagelijkse woorden vs. schooltaal/vaktaal-woorden
schooltaal = woorden op school om te leren, vb: digibord, aanwijsstok, beschrijf,
relatie
vaktaal = kenniswoorden van vakken, vb: oppervlakte, vulkaan, spijsvertering
4.1.3
Relatie tussen vorm en betekenis
- sommige woorden hebben meer betekenissen, vb: bank
- soms betekenen verschillende woorden hetzelfde, maar drukken ze toch
verschillende nuances uit, vb: mama, moeder, moeke, ma verschillende
connotaties (impliciete extra betekenissen)
Bij afleidingen/verbuigingen/vervoegingen is er wel een eenduidige relatie tussen
vorm en betekenis. Zij voegen een aspect toe aan de betekenis van een woord.
Deze aspecten kunnen betrekking hebben op:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xxxanoukkxxx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.