Inleiding tot het recht - Rechtsgeleerdheid
Week 1
De centrale vraag van dit vak, de vraag ‘’wat is recht’’, kan vanuit drie aanvliegroutes
worden benaderd. Dit betreft de volgende drie aanvliegroutes:
- De kernbegrippen van het positieve recht: het positieve recht is het recht
dat door de wetgever is opgesteld en wordt gehandhaafd;
- Casuïstiek: in dit geval wordt de vraag behandeld vanuit de
rechtspraak van de rechter: op welke wijze past de rechter het recht
toe in het concrete geval?
- Theorie & reflectie: hierbij wordt gekeken naar de verhouding
tussen recht en politiek, recht en samenleving en recht en moraal.
Civiele rechter Strafrechter
Eiser en gedaagde zijn Ondergeschiktheid verdachte
nevengeschikt
Partijautonomie
Accusatoir Inquisitoir
Rechter is lijdelijk Rechter is actief
Civiele rechter
- Nevengeschiktheid: in het civiele recht zijn eiser en gedaagde
‘nevengeschikt’. Dit wil zeggen dat partijen gelijkwaardig zijn aan elkaar.
- Partijautonomie: een eiser kan in het civiele recht zelf besluiten om de
kwestie voor te leggen aan de rechter alsmede besluiten de lopende
procedure in te trekken.
- Accusatoir: het civiele recht is accusatoir van aard, wat wil zeggen dat het
initiatief bij de eiser ligt, waarbij de eiser zelf bepaalt wat de omvang en
de inhoud van het proces is.
- Lijdelijkheid rechter: de lijdelijkheid van de rechter volgt uit de
accusatoire aard van het civiele recht. De rechter gaat niet actief op
zoek naar de feiten; zijn oordeel is gebaseerd op hetgeen partijen
aanvoeren.
Strafrechter
De begrippen uit bovenstaande tabel (onder ‘strafrechter’) worden hieronder
geduid:
- Ondergeschiktheid verdachte: in het strafrecht bestaat er een
hiërarchische verhouding tussen de verdachte en de overheid. De
overheid beslaat in deze context de politie, het OM en de rechter.
- (Gematigd) Inquisitoir: in een inquisitoir proces is de verdachte het
,voorwerp van het onderzoek, hij is dus ondergeschikt. In Nederland is
sprake van een gematigd
, inquisitoir strafproces. Dit betekent dat de verdachte –ten behoeve van
de waarheidsvinding- onderwerp is van het strafproces, waarbij hij een
aantal rechten heeft.
- Rechter is actief: de rol van de rechter in het strafproces is actief. Dat wil
zeggen dat hij actief op zoek gaat naar het vinden van de waarheid, ook
wel de ‘waarheidsvinding’ genoemd.
Gewone rechtsmiddelen
Een partij kan een rechtsmiddel aanwenden om rechterlijke uitspraak te laten
toetsen in een hogere instantie. In Nederland kennen we drie gewone
rechtsmiddelen: verzet, hoger beroep en beroep in cassatie.
- Verzet: dit rechtsmiddel kan alleen worden aangewend indien de
gedaagde niet aanwezig was bij de zitting. In dat geval is er geen sprake
geweest van tegenspraak en kan het rechtsmiddel verzet worden
aangewend bij de rechtbank.
- Hoger beroep: tegen een uitspraak van de lagere rechter kan in
beroep worden gegaan bij het Hof.
- Beroep in cassatie: het beroep in cassatie vindt plaats bij de Hoge Raad.
Casus in Transouderarrest
Deze zaak gaat over het vaststellen van het juridisch ouderschap. Ten tijde
van het Transouderarrest was artikel 1:207 BW nog geldend recht. Op basis
van dat artikel kon alleen een man de vader zijn van een kind.
De (genetische) vader in dit arrest heeft zijn sperma in laten vriezen voordat hij
een geslachtsveranderende operatie onderging. Na de operatie is hij een relatie
aangegaan met de moeder van het kind, welke is bevrucht met zijn ingevroren
sperma. De transvrouw wilt erkend worden als vader, omdat zij wilt dat de
biologische band tussen haar en haar kind erkend wordt. Een strikte
interpretatie van het positieve recht kan niet leiden tot het vaderschap van het
kind: de wet bepaalt dat de vader een man met zijn. Om die reden creëert de
rechter in dit arrest een nieuwe categorie: ‘’ouder’’.
Rechtsvraag Transouderarrest: ‘’kan een transvrouw wiens sperma is gebruikt voor
de bevruchting van de moeder, juridisch als vader worden erkend?’’
Antwoord rechtsvraag Transouderarrest: de transvrouw kan juridisch niet als
vader worden erkend.
Omdat de transvrouw niet juridisch als vader kan worden erkend, schept de
rechter een nieuwe categorie om zo de biologische band tussen de vrouw en het
kind juridisch te erkennen: de vrouw wordt als ‘ouder’ van het kind erkend- dit is
ook in lijn met het verdrag inzake de rechten van het kind.
Privaatrecht Publiekrecht
Relatie tussen burgers; burger- Burger-overheidsorgaan
burger, burger-onderneming,
onderneming- onderneming
, Grondslag voor juridische relaties Grondslag voor overheidsoptreden
tussen personen
Gelijkwaardigheid van partijen Hiërarchische verhouding:
burger is ondergeschikt aan de
overheid
Grote vrijheid voor partijen: Vrijwel geen vrijheid voor partijen
Vaak aanvullend recht Vaak dwingend recht
Gaat om het eigen belang van Gaat om het algemeen belang
partijen
Materieel recht
In het materiële recht zijn rechten, plichten en bevoegdheden verankerd. In het
Strafrecht omvat het materiële recht de bepalingen die betrekking hebben op de
strafbare gedraging, de bepalingen die betrekking hebben op de sanctionering
van die strafbare gedraging en de voorwaarden voor het opleggen van die
sancties.
Formeel recht
Het formele recht wordt ook wel het procesrecht genoemd. Het formele recht
bepaalt hoe de regels uit het materiële recht kunnen worden gehandhaafd. Hierin
wordt bepaald welk overheidsorgaan bevoegd is om de bepalingen uit het
materiële recht te handhaven. Denk bijvoorbeeld aan de bepalingen die bepalen
welk overheidsorgaan bevoegd is om een verdachte op te sporen.
Absolute competentie
De absolute competentie stelt vast welke soort rechtbank bevoegd is. De
hoofdregel is dat de zaak aanhangig kan worden gemaakt bij één van de elf
rechtbanken. Hierop bestaat wel een belangrijke uitzondering. Dat betreft de
situatie dat de zaak aanhangig kan worden gemaakt bij de kantonrechter. De
zaak kan in een tweetal gevallen aanhangig worden gemaakt bij de
kantonrechter: indien sprake is van lichte (strafrechtelijke) overtredingen – zoals
bijvoorbeeld snelheidsovertredingen of verkeersboetes- of indien sprake is van
een civiele kwestie met een vordering tot €25.000.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller frederiquevanodenhoven. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.93. You're not tied to anything after your purchase.