4.1 Inleiding
Op het terrein van de ontwikkeling van het denken in de
adolescentie zijn twee begrippen van belang, namelijk cognitie en
intelligentie. Het begrip cognitie refereert aan verschillende
denkactiviteiten. aanduiding voor een breder en complex systeem
van elkaar beïnvloedende processen die een rol spelen in het
opdoen en gebruiken van kennis. Cognitie heeft dus betrekking op
de handeling of het proces van het kennen. Het gaat daarbij vooral
om de wijze waarop informatie wordt gerepresenteerd,
georganiseerd en getransformeerd om richting te geven aan het
handelen van een individu. Naast cognitie wordt ook het begrip
intelligentie gebruikt. In het alledaagse spraakgebruik heeft dit
woord betrekking op het vermogen kennis te verwerven en er
nuttig gebruik van te maken, het zich verstandig en met gevoel
voor verhoudingen in zijn omgeving gedragen, het doeltreffend
gebruiken en combineren van verschillende gegevens om
problemen op te lossen. In de psychologie wordt het woord
'intelligentie' vaak gebruikt in relatie tot het gebruik van tests.
Intelligentie heeft dan betrekking op een verzameling vaardigheden
die door die tests worden gemeten, dus op het product van
cognitieve processen.
4.2 Benaderingen van cognitieve ontwikkeling
1 Bij de eerste benadering is men geïnteresseerd in de
ontwikkelingspsychologische veranderingen die zich manifesteren
in de wijze waarop de problemen worden aangepakt. Men heeft
hierbij vooral belangstelling voor de soorten redeneringen die
adolescenten gebruiken en de verschillen in denktrant met de
voorafgaande periode. Bij deze benadering gaat men uit van de
veronderstelling dat veranderingen in denktrant samenhangen met
kwalitatieve veranderingen in de cognitieve structuren die
karakteristiek zijn voor opeenvolgende stadia van het
ontwikkelingsproces. Omdat het werk van de Zwitserse psycholoog
Piaget een centrale plaats inneemt in deze benadering, zal deze
traditie worden aangeduid als de Piagetiaanse benadering.
2 Een tweede benadering richt zich vooral op veranderingen in de
capaciteitvan het cognitieve systeem en op veranderingen in de
efficiëntie en organisatie van cognitieve processen. Deze
benadering is vooral geïnteresseerd in de soort informatie die
adolescenten uit hun omgeving opnemen, de wijze waarop ze
informatie verwerken en de manieren waarop ze informatie
gebruiken bij het oplossen van problemen. De verschillen tussen
kinderen en adolescenten worden opgevat als voortkomend uit
kwantitatieve groei van de capaciteit van het cognitieve systeem.
, Ook wordt er een toenemende efficiëntie verondersteld in de wijze
waarop informatie wordt verwerkt. In het vervolg zal deze
benadering worden aangeduid als de
informatieverwerkingsbenadering. Binnen de
informatieverwerkingsbenadering zal nog weer onderscheid worden
gemaakt tussen klassieke op de werking van een computer
geïnspireerde modellen en meer recente connectionistische
modellen die zijn geïnspireerd op wat we weten over hoe de
hersenen werken.
3 Ten slotte is er de zogenaamde psychometrische benadering.
Deze is vooral geïnteresseerd in het vaststellen van het niveau van
cognitief functioneren van adolescenten en gebruikt daarbij tests
als meetinstrumenten om de intellectuele capaciteiten van
adolescenten zoals die op een bepaald moment aanwezig zijn zo
betrouwbaar mogelijk vast te stellen. Het accent ligt bij deze
benadering veel meer op producten dan op processen of
ontwikkelingen, en meer op verschillen tussen individuen dan op
algemene wetmatigheden.
4.3 De Piagetiaanse benadering
Piaget gaat ervan uit dat zich gedurende de ontwikkeling
kwalitatieve veranderingen voordoen in het cognitieve functioneren
(dus veranderingen in de aard van het denken). Om deze
veranderingen verder inzichtelijk te maken gaat hij uit van drie
vooronderstellingen, die terug te voeren zijn op een organismische
visie:
- Cognitief functioneren behoort tot een biologisch proces van
aanpassen (adaptatie).
- Met het ouder worden ontwikkelen zich nieuwe cognitieve
structuren.
- In samenhang daarmee doen zich kwalitatieve veranderingen
voor: de ontwikkeling verloopt in een opeenvolging van fasen.
Adaptatie
Piaget gaat ervan uit dat de situatie waarin een persoon verkeert
voortdurend verandert en dat ook de persoon zelf verandert. Om
zichzelf te ontwikkelen moet telkens een nieuw 'evenwicht'
gevonden worden in de omgang van de persoon met zijn omgeving.
Intelligent functioneren maakt deel uit van dit biologisch
adaptatieproces.
Assimilatie wil zeggen dat de persoon de omgeving beïnvloedt, er
veranderingen in aanbrengt om deze aan te passen aan zijn
mogelijkheden. Nieuwe informatie wordt ingepast in bestaande
kennis. Accommodatie betekent daarentegen dat de persoon zich
voegt naar de omgeving, zich door de omgeving laat beïnvloeden
en tot nieuw gedrag komt. Nieuwe informatie leidt tot een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ALO. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.