100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Rechtsfilosofie Rechtsgeleerdheid $8.10
Add to cart

Summary

Samenvatting Rechtsfilosofie Rechtsgeleerdheid

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting Rechtsfilosofie Rechtsgeleerdheid

Preview 4 out of 37  pages

  • November 21, 2022
  • 37
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Rechtsfilosofie - Rechtsgeleerdheid
Week 1
Casus van Puttfarken 1
• Feiten: Puttfarken had tijdens de Naziperiode (1933-1945) Göttig aangegeven bij
de autoriteiten, omdat deze op muur WC had geschreven: ‘Hitler is een
massamoordenaar en heeft schuld aan de oorlog’. Göttig was ter dood
veroordeeld en geëxecuteerd wegens hoogverraad
• Na de oorlog (1946): Puttfarken aangeklaagd wegens moord, subs.
medeplichtigheid aan moord op Göttig
• Verdediging: (1) Puttfarken handelde op grond van een destijds geldende rechtsplicht;
(2) niet Puttfarken, maar de Nazi-rechtbank is verantwoordelijk voor de dood van
Göttig

Casus van Puttfarken 2
• Oordeel Rechtbank: Puttfarken is medeplichtig aan de moord op Göttig
• Belangrijkste overwegingen:
- Puttfarken had geen juridische plicht om Göttig aan te geven, want
van hoogverraad was geen sprake;
- Puttfarken wist dat hij door Göttig aan te geven hem blootstelde aan een
politiek proces, waarin hij onherroepelijk ter dood zou worden
veroordeeld
• Het oordeel van de Rechtbank impliceert dat
- De naziwet, waarop Puttfarken zich beroept, ongeldig was;
- De nazirechters die Göttig hebben veroordeeld, zelf schuldig zijn aan moord

Het vraagstuk van wettelijk onrecht
• Dient de rechter het beroep op onrechtvaardige wetten te honoreren?
• Rechtbank: De wet waarop Puttfarken zich beroept, kan niet als geldend
worden erkend ⟶ Puttfarken is medeplichtig aan de moord op Göttig
• Oordeel rechtbank impliceert dat de wet in geval van extreem ‘wettelijk
onrecht’ buiten toepassing moet blijven: in dat geval dient rechtszekerheid te
wijken voor rechtvaardigheid

Radbruchs kritiek op het wetspositvisme
• Radbruch, ‘Gesetzliches Unrecht und übergesetzliches Recht’ (‘Wettelijk onrecht
en bovenwettelijk recht’, 1946)
• Vóór 1945: wetspositivisme: de gelding van wetten is afhankelijk van formele
kenmerken (uitgevaardigd door bevoegde instantie, op juiste wijze
bekendgemaakt, etc.). Consequentie: ook onrechtvaardige wetten kunnen geldend
zijn. Argument: rechtszekerheid
• Radbruch constateert dat het wetspositivisme Duitse juristen weerloos had gemaakt
t.o.v. het nazisme: zij pasten de wetten van de nazi’s kritiekloos toe, zonder de
moraliteit ervan te beoordelen
• Na 1945: Radbruch verwerpt het wetspositivisme: Indien wetten in strijd zijn met
fundamentele rechtsbeginselen, dan zijn zij niet verbindend en dienen zij niet door
de rechter te worden toegepast

,Radbruch: drie beginselen
• Positieve recht vindt grondslag in drie beginselen: doelmatigheid, rechtszekerheid
en rechtvaardigheid
• In normale geval: rechtszekerheid heeft voorrang boven doelmatigheid en
rechtvaardigheid (want rechtszekerheid draagt bij aan die andere
beginselen)
• Echter, in geval van extreem wettelijk onrecht: rechtvaardigheid heeft voorrang
boven rechtszekerheid en doelmatigheid (want die andere beginselen zijn
betekenisloos zonder enige vorm van rechtvaardigheid)

De formule van Radbruch 1
• Radbruch komt tot de volgende formule t.a.v. de verhouding tussen
rechtvaardigheid en rechtszekerheid:
“Het conflict tussen rechtvaardigheid en rechtszekerheid zou zo kunnen worden opgelost,
dat het positieve, door wetgeving en macht gegarandeerde recht ook dan voorrang heeft als
zijn inhoud onrechtvaardig of ondoelmatig is, tenzij het conflict tussen wet en
rechtvaardigheid zo’n mate van onverdraaglijkheid bereikt, dat de wet, als ‘onjuist recht’
moet wijken voor de rechtvaardigheid” (p. 7).
• Onverdraaglijkheidscriterium: in geval van een onverdraaglijk conflict tussen wet
en rechtvaardigheid, dient de wet buiten toepassing te blijven

De formule van Radbruch 2
• In sommige gevallen zijn positieve wetten zelfs zo onrechtvaardig, dat ze ieder
juridisch karakter ontberen en überhaupt niet als recht kunnen worden
aangemerkt:
“Waar de rechtvaardigheid zelfs niet wordt nagestreefd, waar de gelijkheid, die de kern
uitmaakt van de rechtvaardigheid, bij de uitvaardiging van het positieve recht bewust wordt
verloochend, daar is de wet niet slechts ‘onjuist’ recht, maar ontbeert zij überhaupt een
juridisch karakter” (p. 7).
• Verloocheningscriterium: indien de gelijkheid bewust wordt verloochend, dan is
de wet geen geldend recht

Samenvatting formule Radbruch:
(1) In normale geval: wetten zijn geldend en dienen te worden toegepast (ook als
zij onrechtvaardig zijn)
(2) Tenzij: onverdraaglijk conflict tussen wet en rechtvaardigheid → ‘onjuist recht’ →
wet buiten toepassing (in concrete geval)
(3) Of: bewuste ontkenning van gelijkheid → ‘geen recht’ → wet nooit geldend
geweest (buiten toepassing in alle gevallen)

Radbruch: Conclusie met betrekking tot nazirecht
• Groot deel van de wetten van de nazi’s zijn niet als recht aan te merken: zij zijn
nooit juridisch geldend geweest, omdat zij bewust zijn gericht tegen gelijkheid:
“Van meet af aan was de bewuste doelstelling van het nationaal-socialistische recht om zich
te bevrijden van een essentiële voorwaarde van rechtvaardigheid, namelijk de gelijke
behandeling van gelijken. Het ontbeert daarom ten enenmale een juridisch karakter; het is
niet slechts mislukt recht, maar helemaal geen recht” (p. 8)
• Voorbeelden:

, - Wetten die bepaalde groepen menselijke waardigheid en gelijke
rechten ontzeggen (joden, homoseksuelen e.a.)
- Wetten die suprematie NSDAP claimen (cf. Puttfarken)
- Wetten die dezelfde, zware straf (veelal de doodstraf) voorschrijven
voor uiteenlopende delicten (m.n. politieke delicten)

Hart: kritiek op Radbruch
• Hart, The Concept of Law (1961)
• Kritiek op Radbruch: De juridische gelding van het nazirecht staat los van morele
oordelen over de inhoud daarvan: de naziwetten waren moreel verwerpelijk,
maar geldend recht
• Rechtspositivisme: onderscheiding tussen recht en moraliteit: gelding recht is
niet afhankelijk van morele inhoud:
“The existence of law is one thing; its merit or demerit is another” (Austin, p. 207)
• Centrale claim Hart: er is geen noodzakelijk verband tussen recht en moraliteit: in
het recht kunnen morele waarden tot uitdrukking komen, maar dat is niet
noodzakelijk: ook onrechtvaardige wetten (bijv. de wetten van de nazi’s) kunnen
geldend zijn

Hart: rechtsorde en moraliteit
• Voor een stabiele rechtsorde is nodig dat een deel van rechtsdeelnemers de
rechtsregels vrijwillig aanvaardt (d.w.z. als standaarden voor eigen gedrag,
niet vanwege dreiging met sancties)
• In elk geval is nodig dat ambtsdragers (bestuur, wetgever, rechters) de
rechtsregels aanvaarden. Anders mist de rechtsorde het gezag dat nodig is om te
kunnen functioneren
• Aanvaarding regels hoeft niet op morele gronden te geschieden: kan ook op
grond van eigen belang, gewoonte, conformisme etc.
• Het is mogelijk dat een deel van de rechtsdeelnemers de regels niet vrijwillig
aanvaardt. Aan hen wordt het recht met dwang opgelegd.
• Kortom: een rechtsorde met extreem onrechtvaardige wetten kan stabiel zijn,
bijv. slavernij, apartheid in Zuid-Afrika, Naziregime

Hart over het nazirecht
• Kritiek op Radbruch: in plaats van te zeggen “het nazirecht is geen recht” was het
beter geweest om te zeggen “dit is weliswaar recht, maar het is te onrechtvaardig
om toe te passen”
• Anders dan Radbruch beweert, had de rechter de verdediging van Puttfarken dat
hij handelde op grond van een destijds geldende rechtsplicht, niet zomaar terzijde
mogen schuiven: het recht waarop P. zich beriep was geldend recht, al was het
moreel verwerpelijk
• De juridische vraag naar de gelding van het recht staat los van de morele vraag of
het recht dient te worden gehoorzaamd. Conclusie: Handelen Puttfarken was moreel
afkeurenswaardig, maar niet onrechtmatig

Fuller: interne moraliteit van het recht
• Kritiek op Harts rechtspositivisme: anders dan Hart meent, bestaat er wél
een noodzakelijk verband tussen recht en moraliteit

, • De ‘interne moraliteit van het recht’: de juridische vorm waarin rechtsregels
zijn gegoten, impliceert een morele inhoud
• Voorbeeld: een regel kan alleen als rechtsregel gelden als deze publiek bekend is
gemaakt. Rechtsregels hebben dus noodzakelijkerwijs een publiek karakter.
Geheim recht is geen recht
• De publieke vorm van het recht is moreel relevant: zij vormt een obstakel
tegen willekeur en arbitraire machtsuitoefening (gepubliceerde regels zijn
kenbaar/ berekenbaar, geheime regels zijn dat niet)

Fuller: ‘principes van legaliteit’
Om te kunnen gelden als recht moeten wetten voldoen aan acht ‘principes van legaliteit’:
(1) Ze moeten algemeen zijn (op meerdere gevallen van toepassing);
(2) Ze moeten publiek zijn (zodat ze kenbaar zijn);
(3) Ze mogen slechts bij uitzondering met terugwerkende kracht worden
toegepast (zodat ze voorspelbaar zijn);
(4) Ze moeten begrijpelijk zijn;
(5) Ze mogen niet tegenstrijdig zijn;
(6) Ze mogen geen voorschriften bevatten waaraan rechtssubjecten niet
kunnen voldoen;
(7) Ze moeten relatief duurzaam zijn (niet steeds worden veranderd);
(8) Ze moeten worden toegepast op een wijze die consistent is met hun inhoud

Fuller over nazirecht
• De wetten van de nazi’s voldoen niet aan de ‘principes van legaliteit’.
Daarom ontberen ze een juridisch karakter
• Voorbeelden:
- Wetten met terugwerkende kracht (wet van 3 juli 1934 die achteraf de
‘nacht van de lange messen’ legaliseert);
- Geheime wetten (geheime richtlijnen voor vernietiging joden
in concentratiekampen);
- Niet consistente toepassing wetten (nazirechters leggen wetten uit op een
wijze die niet strookt met de inhoud daarvan, bijv. opleggen doodstraf
o.b.v. wet waarin gevangenisstraf wordt voorgeschreven). Cf. Puttfarken

Fuller en Hart
• Kritiek Fuller op rechtspositivisme van Hart: anders dan Hart beweert, is er wél een
noodzakelijk verband tussen recht en moraliteit: de ‘interne moraliteit’ van het
recht
→ de juridische vorm van rechtsregels (publiek, algemeen etc.) heeft een morele
relevantie (bijv. afwezigheid willekeur)
• Hart komt tot op zekere hoogte tegemoet aan Fullers kritiek:
“Indeed, one critic of positivism has seen in these aspects of control by rules something
amounting to a necessary connection between law and morality and suggested that they be
called the ‘inner morality of law’. Again, if this is what the necessary connection of law and
morality means, we may accept it. It is unfortunately compatible with very great iniquity” (p.
207)
Voorbeeld: Neurenberger rassenwetten (1935): algemeen, publiek, consequent toegepast
etc., en desondanks extreem onrechtvaardig

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller frederiquevanodenhoven. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.10. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.10
  • (0)
Add to cart
Added