6.1 Inleiding
Enerzijds maakt Niels duidelijk dat hij zelf een beslissing kan nemen, los van
zijn moeder.Niels wordt geleidelijk meer onafhankelijk van zijn moeder.
Anderzijds zien we dat Niels naar school fietst, niet om zich af te zetten
tegenover zijn moeder, maar gewoon omdat hij dit zelf persoonlijk belangrijk
vindt en er bovendien van geniet. Niels ervaart in zijn gedrag een gevoel van
vrijwilligheid en psychologische keuzevrijheid.
6.2 Het paraplubegrip autonomie: onafhankelijkheid versus vrijwillig
functioneren
Enerzijds wordt autonomie vanuit de separatie-individuatie theorie vaak
gedefinieerd als onafhankelijkheid of separatie, verwijzend naar de
toenemende interpersoonlijke afstand tussen de adolescent en zijn ouders,
en het feit dat de jongere in toenemende mate meer zelfstandig beslissingen
gaat nemen, zonder de ouders. Vanuit de zelfdeterminatie theorie wordt
autonomie echter geconceptualiseerd als vrijwillig functioneren, de neiging
om beslissingen te nemen op basis van authentieke persoonlijke waarden en
interesses, en met een gevoel van keuze en vrije wil.
6.2.1 Autonomie als onafhankelijkheid of separatie
Deze gedurende vele decennia dominante ontwikkelingspsychologische
invulling van het concept autonomie vertrekt vanuit de psychoanalytische
geschriften van Sigmund Freud, Anna Freud, Margareih Mahler en Peter
Blos. Binnen deze visie houdt de ontwikkelingvan autonomie tijdens de
adolescentie een tweevoudige taak in, waarbij adolescenten zich eerst
emotioneel losmaken van de ouders (separatie) om vervolgens gradueel
meer zelf verantwoordelijkheid te nemen om zo op hun eigen benen te staan,
waarbij ze niet langer een beroep doen op hun ouders [individuatie of
onafhankelijkheid). Volgens psychoanalytici is dit separatie-individuatieproces
tijdens de adolescentie een herhaling van een soortgelijk proces tijdens de
kindertijd. Op die leeftijd maken kinderen zich los uit de knellende,
symbiotische verhouding met de ouders en worden ze een zelfstandig
individu. Mahler (1972) veronderstelt daarbij dat het kind het beeld van de
ouders internaliseert. Dit maakt het mogelijk dat het kind het beeld van de
ouders kan oproepen ook als zij fysiek niet aanwezig zijn. Hierdoor is het in
staat de ouders als zichzelf als afzonderlijke individuen te ervaren. Een
herhaling van dit proces doet zich voor tijdens de adolescentie. Adolescenten
zullen immers beginnen te rebelleren tegen hun ouders
en verzorgingsfiguren. Volgens Blos wordt de relatie tussen ouders en
adolescenten gekenmerkt door een 'normal conflictual condition', die
aanleiding geeft tot een stelselmatig doorknippen van de hand met de
ouders. Adolescenten willen zich losmaken van de geïnternaliseerde beelden
van de ouders en zich tot hun leeftijdgenoten te richten, met wie ze
emotionele banden willen ontwikketen. Dit sepatieproces wordt op gang
, gebracht door de seksuele rijping die adolescenten doormaken. Bos
omschrijft separatie of loskomen van de ouders als een ontwikkelingstaak
van de adolescent, die vooral intrapsychisch en emotioneel verloopt. Dit
emotioneel loskomen betekent afstand nemen van het kiderlijke beeld dat je
van je ouders hebt. Zo zullen sommige adolescenten sport- of muziekidolen
hebben (idolatrie) of ze zullen al hun tijd en energie stoppen in
boezemvrienden of-vriendinnen. Uit deze deïdealisatie van de ouders volgt
dat adolescenten geleidelijk aan meer zelf verantwoordelijkheid opnemen
voor hun gedrag en hun fouten, en minder dwangmatig een beroep doen op
hun ouders als ze een probleem ervaren. Sommige adolescenten ervaren
een leegte tussen hun oude en nieuwe bindingen. Die leegte kan bij
sommige adolescenten emotionele problemen veroorzaken, omdat het
uitzicht op een toekomstig volwassen leven niet bemoedigend is. Andere
jongeren zullen de ervaren leegte ten gevolge van de deïdeaïsatie van de
ouders opvullen door zich bijna slaafs te onderwerpen aan bepaalde
ideologieën, bewegingen of zelfs sektes. Het zich afkeren van de ouders kan
zich manifesteren via passieve communicatievormen zoals onverschilligheid
of kan zich ook meer actief uiten, bijvoorbeeld in werzet en directe openlijke
oppositie tegen de ouders (rebellie). Dit laatste kan uitmonden in
extemaliserende gedragsproblemen In ideale omstandigheden zullen
adolescenten echter na deze tweede separatiefase meer op hun eigen benen
gaan staan. Deze geslaagde individuatie uit zich vooral in een toegenomen
gedragsmatige onafhankelijkheid. Dit betekent dat adolescenten beter in
staat zijn om zelfstandig beslissingen te nemen zonder de ouders. Meestal
gaat het daarbij om beslissingen over persoonlijke zaken uit het leven van de
adolescent. Over morele of conventionele zaken of zaken die te maken
hebben met veiligheid en gezondheid blijven ouders grote inspraak
behouden. Gedragsmatige onafhankelijkheid betekent dus niet dat jongeren
op alle vlakken de banden met de ouders verbreken.
6.2.2 Autonomie als vrijwillig of zelfgedetermineerd functioneren
Deze definitie van autonomie als vrijwillig of zelfgedetermineerd functioneren
kent zijn oorsprong in de zelfdeterminatie theorie van Deci & Ryan. Binnen
de ZDT wordt gesteld dat mensen de natuurlijke neiging hebben om
gedragsregulaties, doelen, overtuigingen en emoties te internaliseren en te
integreren binnen het 'zelf'. Het zelf is daarbij de drijvende instantie achter
een natuurlijke menselijke tendens om te groeien en op een authentieke
manier te ontwikkelen. De ontwikkeling naar autonomie wordt beschouwd als
een van de belangrijkste uitingen van de werking van het zelf. Naarmate
gedragsregulaties en overtuigingen meer verinnerlijkt worden en in lijn
worden gebracht met het zelf, zal het betreffende gedrag met een groter
gevoel van autonomie of psychologische vrijheid worden uitgevoerd. In dat
geval kan men zich volledig en met zelfvertrouwen scharen achter de
activiteit en de reden(en) voor het vertonen van dat gedrag. Deze autonomie
veronderstelt een gevoel van agency: het gevoel dat je je gedrag stuurt en
reguleert op een manier die trouw is aan het zelf, die dus bij je past. ZDT
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ALO. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.