Deze samenvatting van het opleidingsonderdeel Gedrag & Maatschappij bevat alle informatie van de slides en aantekeningen gemaakt tijdens de hoorcolleges van prof. dr. Carolyn Declerck en prof. dr. Bart Cambré.
- De pandemie veroorzaakt een sociaal dilemma met een keuze tot voordeel voor je zelf of
voor een gezamenlijk belang.
Sociaal dilemma: gemeenschappelijke welvaart realiseren
Vb: democratie, als weinig mensen deelnemen riskeren de voordelen van democratie
ondermijnd te worden
Democratie vraagt fact checking
- ‘We are a social beast occupying a cognitive niche’
Dankzij onze hersenen hebben we een complexe gedrag
We kunnen ons veranderen aan onze omgeving
- Twee manieren om bewustzijn te onderzoeken
1) Structuralisme - Wundt
Experimentele analyse van de onderdelen van het bewustzijn
Objectieve observaties
2) Functionalisme - James
Onderzoekt functie van het bewustzijn
- Manieren om gedrag te bestuderen
Behaviorisme - Skinner Psychodynamica - Freud Humanisme - Rogers
- Bestudeer - Bestudeer onbewuste - Mensen zijn te
observeerbare gedrag drijfveren van het veranderen
- Alles is aangeleerd gedrag - Focus op zelfrealisatie
- Waarom gedragswetenschappen voor economen?
1) Begrip voor economische anomalieën
Afkeer voor onrechtvaardigheid
Vertrouwen
Belang voor verhalen en normen
2) Gedrag en bedrijfskunde
Werknemers zijn human resources
Hawtorne studies: wat hebben werknemers nodig om optimaal te presteren?
3) Goede theorie is domein-overschrijdend en biedt toepassingsmogelijkheden in diverse
uiteenlopende gebieden
Controlegevoel: verliest draagt bij hulpeloosheid, controlegevoel leidt tot minder
gezondheidsproblemen, succesvol
,Hoorcollege 2
- Het gedrag is subjectief en context gebonden
Nature = individuele verschillen in het genotype leiden tot verschillen in gedrag
Nurture = individuele verschillen in gedrag door opvoeding
Heritabiliteit = in welke mate de verschillen in gedrag te maken hebben met genen vs.
opvoeding in een populatie
Zo hebben tweelingen eenzelfde gedrag, al zijn ze apart opgevoed wegens adoptie
- Evokatieve gen-omgeving interactie = effect van genen en omgeving beïnvloeden elkaar
kind zoekt omgeving met eenzelfde gedrag, zo kunnen kinderen met dezelfde ouders een
andere opvoeding meekrijgen
Verband is niet-lineair: armen kunnen intelligent zijn door genen maar door omgeving
komt dit niet tot uiting
- Epigenetica = gen blijft intact, maar functies kunnen veranderd worden
Door een prikkel uit de omgeving kan gen geblokkeerd worden ndoor een methly groep,
die groep zorgt ervoor dat die gen wordt overgeproduceerd of wordt niet vertaald naar een
eiwit
1. Evolutie via natuurlijke selectie
- Individuen in een populatie verschillen in eigenschappen
- Eigenschappen zijn soms erfelijk
- Er heerst competitie in populatie
- Omgeving-specifiek competitief voordeel
- Individuen met een competitief voordeel hebben meer nageslacht
- Genen die bijdragen tot eigenschappen met meer voortplantingssucces nemen toe in gehele
populatie
- Adaptatie = erfelijk eigenschap die toeneemt in een populatie en door natuurlijke selectie tot
stand kwam en de fitheid van een individu vermeerdert
- Fitheid = aantal afstammelingen dankzij adaptieve eigenschap per generatie vergeleken met
andere van de generatie = evolutionaire eenheidsmunt
2. Evolutie via verwantinschapsselectie
- Selectie op basis van inclusieve fitheid = de som van het individueel voortplantingssucces +
het voortplantingssucces van alle verwante die dezelfde genen hebben
- Geldt als een van de verklaringsgronden voor altruïsme
Wet van Hamilton = altruïsme kan bestaan wanneer fitheid kost van de weldoener kleiner is
dan de fitheid voordeel van de ontvanger vermenigvuldigd met de graad van verwantschap
, 3. Evolutie via seksuele selectie
- Sommige eigenschappen kunnen succes bieden bij hofmakerij
A) Competitieve eigenschappen
B) Begeerde eigenschappen (pauw met mooiste staart wint)
4. Evolutie via culturele groepsselectie
- Uitbreiding op groepselectie
- Met cultuur kan gedrag veel sneller van generatie op generatie overgedragen worden
- Wederzijde invloed van culturen kan evolutie van pro sociaal gedrag verklaren
- Cultuur zorgt ervoor dat generaties kunnen veranderd worden
- Evidentie dat het leven in grote groepen heeft bijgedragen tot de evolutie van intelligentie
1. Hersenletsel
1Ongeval van Phineas Gage, na ongeval staal door hersenen onhandelbaar geworden
Een gat in een deel van de cortex, je kan je dan niet in de plaats van iemand anders
zetten (geen basis medeleven meer)
2. Functionele beeldstudies
…tonen aan dat activiteit in de voorhersenen verhoogd is wanneer het sociaal
inlevingsvermogen wordt ingeschakeld
3. Evolutionaire geschiedenis
Er is een direct verband tussen de verhouding neocortex tot hersenstam, en de
omvang van de sociale groep
Neocortex is belangrijk voor relaties en verstand en dat zou moet groter zijn bij
primaten in grotere groepen
Hersenstam is voor overleving
Hoe groter de verhouding, hoe beter ze in sociale groepen kunnen functioneren
o Lineair verband dat apen met een grote neocortex wonen in grotere groepen = geen
causaal verband, maar suggereert dat er een evolutie is geweest tussen leven in een
grotere groep en het neocortex
4. Als we redeneren maken we gebruik van sociale heuristieken
- Het analytische redeneringsvermogen is aangepast om bedriegers te kunnen detecteren
wanneer we ons in een sociale uitwisselingssituatie bevinden
ALGEMEEN BESLUIT SOCIALE HERSENEN HYPOTHESE
Evidentie uit 4 invalshoeken suggereert dat onze hersenen aangepast zijn om elkaar te begrijpen,
cortex houdt relaties gezond en de mens heeft grootste verhouding dat leeft in een grote groep.
, Hoorcollege 3
Bewustzijn = het ervaren van prikkels en daar betekenis aan geven. Hersens zijn hier noodzakelijk
voor.
Drie wetenschappelijke revoluties dwingen ons tot nederigheid:
1. De aarde is niet het centrum van het heelal
2. De mens is niet het eindproduct van de scala natura: niet meest prominente wezens,
zoogdier zoals ander
3. Bewustzijn is geen sturende kracht, gebeurt vandaag via neurologisch onderzoek
We hebben teveel credit hieraan gegeven.
- Hoe maken de hersenen bewustzijn?
Moeilijker te verklaren hoe we sensatie ervaren
Probleem van de homunculus: ogen zien wat een boek bv betekent, maar is er een ander
systeem in het lichaam dat dit een betekenis ziet
- Wat doet het bewustzijn?
Bewust zijn, het besef hebben dat we bewust zijn, wakker zijn.
- Bewustzijn meten
Met EEG via golven patronen, als men over 24h golvenpatroon zou meten, zullen er
verschillende patronen die veranderen en die correleren met wakker of slaap.
Sterkere golven bij wakker, lichte golven bij lichte slaap en nog lichtere golven bij een
nog diepere slaap. Tijdens slaap veranderen deze ook: brein laat golven zien alsof het
wakker is maar dit is door het dromen. EEG golven kunnen we toestanden niet
vergelijken met elkaar.
Mediteren: bewustzijn beïnvloeden. Rechter hemisfeer komt overeen met activatie
voor nieuwe prikkels uit de buitenwereld. linker hemisfeer meer gericht op
innerlijke. Zorgt voor ontspanning en angst werend. Objectief meetbaar maar zegt
niets over bewustzijn algemeen.
Hypnose: pijnstillend, hypnose is geen gewijzigde EEG, is ZEL een rollenspel of
gedissocieerd bewustzijn.
Psychologische eigenschappen gekoppeld aan bewustzijn: zonder deze eigenschappen is bewustzijn
niet mogelijk
1. Zelfbesef
= reflectie over wie we zijn en wat we doen
- Kinderen worden er niet mee geboren, leer je aan door spiegeltest
2. Werkgeheugen
= tijdelijke opslagplaats voor relevante informatie
- Activatie oude herinneringen, herbeleven van feestjes die je bv had voor pandemie,..
- Vasthouden van informatie
- Probleemoplossend denken
3. Taal
- Taal relateert hemisfeer
- Metarepresentatie heb je nodig als je iets nieuws bedenkt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aylanaydogmus. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.50. You're not tied to anything after your purchase.