Handboek Organisatie en Management. Een praktijkgerichte benadering
In deze complete samenvatting voor het vak Bedrijf & bedrijfsvoering zijn alle onderdelen tot in detail uitgelegd. Alle theorie is uitgelegd en waar het kan zitten plaatjes ter verduidelijking. De samenvatting is opgebouwd volgens de lesweken, per lesweek staat dus alle theorie omschreven en telken...
Samenvatting voor het vak Bedrijf en bedrijfsvoering, dit tentamen zal plaatsvinden op
Dinsdag 29 November om 09:00 tot 10:40 (100 minuten)
B&B bedrijf & bedrijfsvoering
Samenvatting
,Samenvatting BB gemaakt door Veerle de Koning
Week 8: lesweek 1 organisatie & processen
Inleiding & openingsvraagstuk.
Waarom is de ene winkel succesvol en de ander niet? Een antwoord op deze vraag is dat de
ene winkel beter is georganiseerd dan de andere. Wie succesvol een bedrijf wil runnen,
moet iets van organisatiekunde weten.
Je loopt door een winkelstraat bekijkt de verschillende etalages. Sommige winkels zijn leeg,
de deuren zijn dicht en de ramen zijn vuil. Op de ramen hangen te huur posters. Als je goed
kijkt zie je bij een van de winkels op de winkelruit nog de naam van de winkelketen staan.
Klaarblijkelijk zat er ooit een kledingzaak in het pand. Nu de winkel leeg staat, kan een
andere ondernemer er weer iets anders van maken. Het zou je echter niet verbazen
wanneer er binnenkort toch weer een kledingwinkel in komt te zitten.
Even verderop in de straat zie je een andere winkel. Het is er druk. Het is een kledingwinkel.
Bijzonder. Daarnet liep je langs een kledingzaak die gesloten was en deze doet juist goede
zaken. Je vraagt je af hoe dat komt: een kledingwinkel is toch een kledingwinkel? Waar zou
het verschil in zitten? Waarom is de ene winkel winstgevend en de andere juist
verlieslatend?
Een mogelijk antwoord op die vraag heeft te maken met de organisatie van de winkel. Ook
een winkel is een organisatie, en organisaties vergen onder andere sturing en structuur.
In deze module gaan we op zoek naar de bouwstenen van een organisatie. We zullen
ervaren dat we elke organisatie kunnen beschrijven vanuit dezelfde (zeven) dimensies.
Ook zullen we zien dat de afstemming van de verschillende dimensies zeer bepalend is
voor de prestaties van een organisatie.
Alleen is ook maar alleen. Hoe krijg je iets voor elkaar wanneer je het zelf moet doen? In veel
gevallen is samenwerking aanmerkelijk effectiever. Vandaar het belang van organisaties.
Eén van de grondleggers van het vakgebied economie, Adam Smith, geeft in zijn boek An
Inquiry Into The Nature And Cause Of The Wealth Of Nations een voorbeeld van hoe effectief
samenwerking kan zijn. Wanneer hij alleen werkt, kan één achttiende-eeuwse handwerkman
misschien twintig spelden op een werkdag maken.
Moraal van het verhaal: door samen te werken kan een groep mensen veel meer bereiken
dan als losse individuen. Dat gold toen Adam Smith zijn boek in de 18de eeuw schreef en dat
geldt nog altijd.
,Samenvatting BB gemaakt door Veerle de Koning
Wat zijn organisaties?
Organisaties kunnen sterk van elkaar verschillen, maar delen allemaal een aantal
overeenkomsten.
Organisaties kunnen sterk van elkaar verschillen, maar hebben desondanks drie dingen met
elkaar gemeen. Ze beschikken namelijk altijd over:
1. Doelstellingen
2. Mensen
3. Middelen
De mensen werken samen om de doelstellingen te bereiken en maken daarbij vrijwel altijd
gebruik van middelen.
Ons begrip van wat organisaties zijn wordt op de proef gesteld door een aantal
ontwikkelingen.
1. De opkomst van digitale platforms zoals Alibaba, Uber, Airbnb en Facebook. Deze
bedrijven zijn miljarden dollars waard maar bezitten bijna niets aan
productiemiddelen of personeel. Een veel aangehaalde quote is dat “alibaba de
grootste winkel ter wereld is (zonder eigen voorraden), Uber het grootste taxibedrijf
ter wereld is (zonder eigen auto’s), Airbnb de grootste hotelketen (zonder eigen
kamers) en Facebook het grootste mediaconcern (zonder eigen content)”.
2. Het verplaatsen van cruciale productiemiddelen naar gespecialiseerde
productiebedrijven (ook wel outsourcing genoemd).
3. Een toenemend aantal mensen dat ervoor kiest te werken als zelfstandige in plaats
van in loondienst te gaan.
Voor alle definities geld dat er in een organisatie sprake is van zes fundamenten:
1. Participanten: Participanten zijn de mensen waaruit een organisatie bestaat. Bijna
alle organisaties zijn voor een groot gedeelte afhankelijk van mensen. Deze mensen
moeten worden aangestuurd en hun taken moeten worden georganiseerd. Dit
organiseren van ‘de menselijke productiefactor’ is een belangrijk thema voor de
organisatiekunde.
2. Doelen: Er zijn veel doelen die men binnen een organisatie probeert te bereiken. Dit
kan winst zijn maar ook kwaliteit, klanttevredenheid, zero CO2-emissie,
armoedebestrijding of ‘social impact’. We spreken vaak over organisatiedoelen als
overkoepelend doel maar in de praktijk streven niet alle leden van een organisatie
dezelfde doelen na. Het motiveren van medewerkers om organisatiedoelstellingen te
behalen is één van de belangrijke thema’s binnen de organisatiekunde.
, Samenvatting BB gemaakt door Veerle de Koning
3. Technologie: Mensen binnen organisaties werken met technologie (methoden,
machines, hardware, software, computers) om producten te produceren of een
dienst te verlenen. Deze technologie kan variëren van zeer eenvoudig tot zeer
geavanceerd. De binnen een organisatie gebruikte technologie heeft vergaande
invloed op het arbeidsproces en de formele structuur van de organisatie.
4. Formele structuur: De formele structuur bestaat uit de hiërarchische relaties en
taakverdeling tussen managers en werknemers. Deze relaties zijn vaak vastgelegd in
functieomschrijvingen. Daarnaast worden veelvuldig herhaalde activiteiten
(bijvoorbeeld: het produceren van een product of het verlenen van een dienst)
meestal gestandaardiseerd en vastgelegd in formele procesbeschrijvingen. Deze
processen en functieomschrijvingen noemen we formeel omdat ze een directe relatie
hebben met de doelen die de organisatie wil bereiken.
5. Informele structuur: De informele structuur bestaat uit de interacties tussen mensen
en de relaties die op een natuurlijke wijze ontstaan binnen een organisatie. Deze
structuren zijn niet formeel vastgelegd en hebben dan ook lang niet altijd een directe
relatie met de doelen van de organisatie. Toch vormen deze informele structuren een
wezenlijk deel van de organisatie, omdat ze beter inzicht geven in hoe communicatie
dagelijks verloopt en waar de formele taken, verantwoordelijkheden en
bevoegdheden daadwerkelijk liggen. Veel hedendaagse
managementwetenschappers zien informele interacties tussen mensen zelfs als de
belangrijkste bouwstenen van een organisatie.
6. De omgeving: De omgeving refereert aan alle zaken buiten de organisatie die de
organisatie beïnvloeden of die door de organisatie worden beïnvloed. Organisaties
opereren niet in een vacuüm. Ze worden beïnvloed door economische
ontwikkelingen, overheidsbeleid, klanten, de publieke opinie, et cetera. Tegelijkertijd
hebben zij ook invloed op klanten, omwonenden en soms zelfs op het
overheidsbeleid (via lobby’s).
Verschijningsvormen van organisaties
We kunnen organisaties vanuit verschillende invalshoeken bekijken en rangschikken.
Organisaties kennen we in velerlei soorten en maten. In deze paragraaf bespreken we drie
manieren waarop organisaties zich van elkaar onderscheiden.
1. Winst als primair doel of juist niet
2. De grootte van de organisatie
3. De rechtvorm van de organisatie.
Winst als primair doel of juist niet?
Het eenvoudigste onderscheid tussen organisaties is die tussen organisaties zonder
winstoogmerk (non-profit of not-for-profit) en organisaties met winstoogmerk (for profit).
Deze laatste groep duiden we ook wel aan met de term onderneming.
Organisaties zonder winstoogmerk streven naar levering van goederen en diensten voor het
algemeen nut. Voorbeelden hiervan zijn organisaties als de nationale overheid, gemeenten,
scholen, verenigingen en goede doelen zoals het Wereld Natuurfonds of Greenpeace.
Non-profitorganisaties mogen een boekjaar niet afsluiten met winst. Not-for-
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Veerledk2003. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.61. You're not tied to anything after your purchase.