Een volledige samenvatting met de colleges uitgetypt, de literatuur samengevat en een overzicht van de arresten. Systematisch geschreven met duidelijk overzicht, rijtjes en stappenplannen.
Rechtshandeling (3:33) → rechtsgevolg
- Eenzijdig: testament opmaken
- Meerzijdig: ovk (6:213 lid 1) → aanbod en aanvaarding (6:217 lid 1)
------
Uitgangspunten:
- Autonomie vd mens om te zelfontplooien:
(contractenrecht)
- Positieve contractsvrijheid: vrijheid tot rechtsbetrekkingen aangaan
Staat doet hier veel moeite voor
- Negatieve contractsvrijheid: vrijheid van zelf kiezen wie en wat gebondenheid
Je kan dus niet in een contract gedwongen worden
(aansprakelijkheidsrecht)
- Handelingsvrijheid: individuen krijgen dit om te ontplooien
- Handelings bescherming: vrijheid van de een beperkt vrijheid van de ander
Dit moet in balans zijn (soms accepte)
Je weet niet altijd wiens belangen je schaadt
- Belangenbescherming via verb recht:
- Partijautonomie: partijen kunnen ervoor kiezen staatsmacht te gebruiken voor eigen
doeleinden (afdwingbaar maken bijv)
Biedt de mogelijkheid tot rechtsherstel en handhaving met behulp van de staatsmacht
- Aanvullende c.q. regelende karakter van verbintenissenrecht:
Individuen besluiten zelf over de vormgeving
- Geen geboden of verboden
- Handelingsvrijheid staat bij aansprakelijkheidsrecht voorop maar stelt wel grenzen
! contractenrecht faciliteert
! aansprakelijkheidsrecht is alleen indien ongewenst interactie
, - Werking vd maatsch verantwoordelijkheid & aanvaardbaarheid:
- Staatsmacht wordt niet ingezet voor onaanvaardbare afspraken
- Obv maatschappelijke zorgvuldigheid wordt gedrag en beleid genormeerd bij aanspr
r
- Bevorderen v rechtvaardige samenleving:
- Verb r: zwakkere partijen krijgen extra bescherming
- Aanspr r: ziet op rechtvaardige verdeling v schade & bevordert gewenst gedrag
Vrijwillige gebondenheid bij contractenrecht
= vrijheid dmv dwang → paradox? Nee → balanceeract tussen positieve en negatieve
contractsvrijheid
= je kan alleen jezelf binden, en alleen als jij dat wil
3 beginselen van contractenrecht:
1. Contractsvrijheid: vrijheid om contract te sluiten met wie/waarover/wanneer je wil
(uitbreiding van partijautonomie)
2. Vormvrijheid (consensualisme): enige vereiste is wilsovereenstemming art 3:37 lid 1 BW
3. Verbindende kracht ovk (pacta sunt servanda): art 3:296 lid 1 BW
------
3 uitbreidingen vd contractuele gebondenheid
1. Wilsvertrouwensleer 3:33 jo 3:35: ondanks ontbreken van de wil, toch gebonden indien
gerechtvaardigd vertrouwen vd wederpartij
- “Redelijkerwijze” uit 3:35 = te goeder trouw zijn ex art 3:11
- “Behoorde te kennen” uit 3:11 = onderzoeksplicht
- Geestelijke stoornis = 3:34 en derdenbescherming = 3:36
STAPPENPLAN:
1. Geen wilsovereenstemming: geen aanbod&aanvaardingen die aansluiten tussen 2
Indien geestelijke stoornis: geen wil → 3:34
TENZIJ: gerechtvaardigd vertrouwen 3:35
2. Bescherming wederpartij bij gerechtvaardigd vertrouwen
= moet redelijkerwijs
! goede trouw idzv 3:11 = mocht de schijnbare wil ook echt zo aangenomen worden
, → onderzoeksplicht: plaats v handeling/vaardigheden, hoe voordeliger voor
de wederpartij hoe minder groot de kans op gerechtv vertrouwen
Indien gerechtvaardigd vertrouwen: rechtshandeling tot stand gekomen
3. Uitzonderingsgevallen: correctie door redelijkheid en billijkheid
6:248 lid 2 en 6:2 lid 2 = r&b
! alleen indien naar de maatstaven van r&b een beroep op 3:35 onaanvaardbaar zou
zijn (gebeurt zelden)
= westhoff/spronsen arrest: bij eenzijdige ontslagname, criteria:
a. Geestelijke stoornis?
b. Zou werknemer geen nadeel ondervinden indien ovk onveranderd zou zijn
2. Precontractuele aansprakelijkheid: soms gebonden/aansprakelijk voordat ovk gesloten is
door goede trouw
! normaal gesproken pas gebonden als er wilsovereenstemming is
Er was toenemende gebondenheid en verminderde vrijheid:
Baris/Riezenkamp: partijen komen in een rechtsverhouding door in onderhandeling te treden (tgt)
Ze moeten dus ook hun gedrag mede laten bepalen door de gerechtvaardigde belangen van de ander
! dus voor het contract al
Plas/Valburg: het afbreken van de onderhandelingen kan onder gegeven omstandigheden in strijd
zijn met de goede trouw aangezien pp mochten vertrouwen op de uitkomst van een contract (r.o. 3.4)
→ kan leiden tot verplichting tot vergoeding vd gederfde winst (heftigste stadium)
Omslag: CBB/JPO:
JPO wil van gemeente grond kopen, en verkopen aan CBB → CBB koopt direct bij gemeente
en verbreekt onderhandelingen want JPO vertraagt → JPO eist schadevergoeding en CBB ook
Wanneer is het voortijdig afbreken van onderhandelingen onrechtmatig?
HR (r.o. 3.6): bij schadevergoedingsplicht bij afgebroken onderhandelingen geldt dat de partijen vrij
zijn dit te doen tenzij ogv gerechtvaardigd vertrouwen vd wederpartij dit onaanvaardbaar zou zijn
!! die vrijheid is er wel → gaat dus tegen Plas/Valburg in
DUS: toch soms al contractrechtelijk gebonden voordat je dat wil = spanning met negatieve vrijheid
DOCH: gerechtvaardigd vertrouwen dient eisen vh rechtsverkeer = door positieve vrijheid
, OOK: door CBB/JPO heeft iedereen de vrijheid weg te lopen = bescherming negatieve vrijheid
3. Vertegenwoordiging: iemand anders kan jou binden (zonder dat je dat wil)
= Indien je iemand rechtshandelingen voor je wil laten verrichten kan dat door de vrijheid
Achterman: persoon voor wie er wordt gehandeld
Tussenpersoon: vertegenwoordiger
Derde: wederpartij
Vormen van vertegenwoordiging:
- Directe: rechtshandeling tussen achterman en wederpartij dmv tussenpersoon
Krachtens volmacht
= 3:60, 3:61 en 3:66
= volmachtverlening
Vereisten: 3:66
a. Tussenpersoon moet bevoegd zijn
b. In naam van volmachtgever handelen
Bescherming tegen opgewekte schijn: 3:61 lid 2 → 3:35 jo 36
Vereisten:
- Wederpartij heeft aangenomen en mocht aannemen (gerechtvaardigd vertrouwen)
→ Onderzoeksplicht
- Mocht dit aannemen ogv verklaringen/gedragingen achterman = toedoen van de pseudo
volmachtgever (toedoen beginsel)
Versoepeld:
- Verwijt of schuld pseudo volmachtgever is niet vereist
- Gedraging ook: niet-doen of stilzwijgen
Ook sprake van schijn indien gerechtv vertrouwen ogv feiten en omstandigheden
die uit verkeersopvattingen kunnen worden afgeleid → ING/Bera
!! indien 3:61 lid 2 beroep niet slaagt → 3:70 biedt schadevergoedingsrecht
!! 3:61 lid 2 is NIET OD, kan wel samenlopen → Globe/Provincie Groningen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller estherlanting1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.39. You're not tied to anything after your purchase.