Een volledige samenvatting met de colleges uitgetypt, de literatuur samengevat en een overzicht van de arresten. Systematisch geschreven met duidelijk overzicht, rijtjes en stappenplannen.
WEEK 1 COLLEGE
Materieel strafrecht = sanctierecht
= rechtsbescherming en instrumentaliteit
& dogmatiek en systematiek van het strafrecht
Functies van het materieel strafrecht:
- Rechtsbescherming: van rechtsgoederen, potentiele verdachten
Gaat namelijk om de bescherming van de rechtsorde en de samenleving, niet om het
slachtoffer
- Instrumentaliteit: middel om criminaliteit te bestrijden
! moet een balans komen
Hoofddoel materieel strafrecht: voorkomen van eigenrichting & vergelding
Het materiele strafrecht regelt:
- Welke gedragingen onder welke voorwaarden strafbaar zijn
- Waaruit de sancties bestaan
- De voorwaarden voor toepassing strafrecht
Bronnen van matr strafrecht:
- Wetboek van strafrecht → boek 1-3 (algemeen, misdrijven, overtredingen)
- Bijzondere wetten → door art 91 Sr (opiumwet en auteurswet)
- Gedelegeerde en lagere wetgeving → ! alleen overtredingen NOOIT misdrijven
Strafrecht = ultimum remedium → opportuniteitsbeginsel (OM) art 167 Sv en art 9a SV (rechter)
------
Rechtvaardigingstheorieen:
3 stromingen:
1. Retributivisme (absoluut)
Vergelding staat centraal als grondslag, kijken naar het verleden
De straf wordt gerechtvaardigd door de misdaad (verdiend leed) → intrinsiek goed
, → staat los van de effecten (quia peccatum)
! moet proportioneel zijn
= KANT
↳ Positief: gerechtigheid eist bestraffing van schuldige → kategorischen imperativ
= HEGEL
↳ Negatief: alleen schuldige mag worden bestraft → afweging tussen straf en misdrijf
= BECCARIA
↳ ziet contrat social (burgers onderling) = maximaal geluk nastreven dus crim
voorkomen
2. Utilitarisme (relatief)
Nut staat centraal als grondslag, kijken naar de toekomst = prospectieve orientatie
De straf wordt gerechtvaardigd door de effecten (ne peccetur)
→ straf dient als instrument voor toekomstig doel (niet een ‘recht’)
Doelen: generale/speciale preventie, rehabilitatie, incapacitate, beveiliging
3. Verenigingstheorie
= vergelding is de grondslag voor de straf maar de bijzondere doelen van dader meegenomen
Beide theorieën te extreem dus middenweg
2 verschillende varianten:
1. Utiliteit als algemene rechtvaardiging aangevuld met neg. retributivisme
2. Vergelding als algemene rechtvaardiging afgezwakt met utilitarisme (dominant in NL)
= POMPE
! wel proportionaliteit vereiste
Zwarte Ruiter arrest
-------
Structuur van begrip strafbaar feit
3 dimensies van een strafbaar feit:
1. Historisch: wat is er gebeurd? Moet nog bewezen worden
De feitelijke werkelijkheid van de gedraging
2. Wettelijk: ten laste gelegde moet gekwalificeerd worden door de wet
, Gedraging zoals weergegeven in de wet
3. Juridisch: de voorwaarden voor strafbaarheid
Dogmatische invulling vd gedraging (gedr, wett.bep, wederr & schuld)
Voorwaarden voor strafbaarheid: art 350 Sv
- Gedraging: handelen of nalaten Bewijs TLL
- Commissiedelict → handelen
Misdrijf: vereist opzet of culpa (schuld)
→ MOET in wet in formele zin staan
Schuld:
- Zuivere schuld (culpa (onbewust))
- Bewuste culpa (optimisme)
- Roekeloosheid (welbewust)
Opzet:
- Voorwaardelijke opzet (gevolgen voor lief)
- Opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn (indirect)
- Willens en wetens (gedraging en gevolgen in lijn met de wil)
! Indien in de delictsomschrijving → moet bewezen worden
Overtreding: materieel feit gepleegd is voldoende
, ------
Deelnormen van legaliteitsbeginsel art 1 Sv en Sr
1. Lex certa: wet moet zo duidelijk mogelijk verwoord zijn, minimale bestanddelen benoemen
Open normen staan in strijd hiermee want de delictsomschrijving moet voor zich spreken
→ vormt dus een inspanningsverplichting voor de wetgever
2. Strikte interpretatie: gebondenheid vd rechter aan de wettekst
- Grammaticaal: uit de tekst blijkende betekenis, dus letterlijk
- Wetshistorisch: bedoeling van de wetgever tijdens in leven brengen wet
- Wetssystematisch: systeem vd regeling waar de bepaling deel van is, is bepalend
- Teleologisch: ratio → hoe het opgevat wordt in het hedendaags
- Functioneel: maatschappelijke functie
! probleem als extensief geinterpreteerd wordt, buiten de wet om → legaliteitsbeginsel in gevaar
3. Verbod van analogie: bestaand wettelijke voorschrift wordt als grondregel genomen voor
een geval wat hier volgens de wet niet strikt onder valt
4. Lex scripta: alleen geschreven wet
gewoonte is geen directe bron voor sr, gewoonte kan dus niet aangehaald worden ivm
willekeur
5. Verbod van terugwerkende kracht: art 1 lid 1 Sr, eerst wet dan strafbaar
Noodzakelijk voor rechtszekerheid en generaal-preventieve werking
6. Nulla poena regel: rechter is gebonden aan de wet, kan dus niet de wet te boven gaan
7. Noodzaak om wet te kennen: art 88 Gw, wet treedt in werking na bekendmaking
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller estherlanting1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.51. You're not tied to anything after your purchase.