Werkcollege 4 SZR - Werkloosheid, ontstaan van het recht - 2015-2016
In deze opname hoor ik de docent niet altijd goed en docent verwijst vaak naar het bord dus uitwerkingen kunnen vaag overkomen.
De Werkloosheidswet is in hoofdstukken opgedeeld en hoofdstuk 2 gaat over de verstrekking van de
uitkering van de WW. Paragraaf 1 gaat over het bestaan van het recht op een uitkering. De
ontstaansvoorwaarden: art. 5 wanneer iemand recht op een uitkering heeft. Er moet sprake zijn van
werknemerschap. Wanneer is iemand werknemer? Art. 3 WW: dit is de hoofdregel met art. 4 en 5 (de
uitzonderingen) zullen we ons niet bezighouden. De volgende stap is dat iemand werkloos moet zijn.
Wanneer is er sprake van werkloosheid? Arbeidsuren (art. 1aWW) en beschikbaarheid moet aan zijn
voldaan. Als iemand werkloos is, dan is de volgende stap of iemand voldoet aan de referte-eis. Dan moet
je kijken naar de 36 weken voorafgaand aan de eerste werkloosheidsdag of iemand 26 weken heeft
gewerkt. Hoe je de 36 weken moet bepalen staat in art. 17a WW. Als je aan de weken eis voldoet is de
volgende stap of er sprake is van een uitsluitingsgrond, die staat in art. 19. Een uitsluitingsgrond zorgt er
eerst voor dat er geen recht is op uitkering op dat moment en dat betekent ook dat de eerste
werkloosheidsdag daardoor opschuift. De bepaling van de eerste werkloosheidsdag is in 16a geregeld.
Deze volgorde aanhouden bij het beantwoorden van de vraag.
Vraag 1
Is hij werknemer? De werknemer is degene die een dienstbetrekking heeft en Peter heeft geen
dienstbetrekking meer. Dat is geregeld in art. 8, hoedanigheid van werknemer behoud voor zolang je geen
andere werkzaamheden verricht. Als je er van uitgaat dat hij niet heeft gewerkt in Azië dan heeft hij de
hoedanigheid van werknemer nog altijd behouden. Als hij wel in Azië had gewerkt dan had dat tot gevolg
gehad dat, art. 3 lid 2 WW, beperking van het werknemersbegrip. Dan moet het gaan om een
dienstbetrekking die in NL wordt vervuld, dus als hij in Azië zou werken dan verliest hij zijn
werknemerschap. Want het gaat om een dienstbetrekking buiten NL. Zie ook art. 8 lid 3 WW, het
herkrijgen van de hoedanigheid van werknemer. Conclusie: hij is werknemer.
Heeft Peter op 1 juli arbeidsuren verloren (ja) en is hij beschikbaar (nee)? Een soortgelijke casus was er
bij de CRvB; iemand had aangegeven dat hij zou reizen en terug zou komen als er werk zou zijn maar
daar ging de Centrale Raad niet in mee, als je gaat reizen dan ben je niet beschikbaar. Op 1 juli voldoet hij
niet aan de ontstaansvoorwaarde voor een recht op uitkering.
Vraag 2
Dus per 1 oktober stelt Peter zich beschikbaar voor werk. Heeft hij dan wel recht op een uitkering? Hij is
nog steeds werknemer. Hij is inmiddels ook beschikbaar dus hij is dan werkloos. Voldoet hij dan aan de
wekeneis? Art. 17 WW, hij is beschikbaar op 1 oktober. Dat betekent ook dat de eerste werkloosheidsdag
op 1 oktober is. Dat is je vertrekpunt voor het bepalen van de 36 weken. Dan heeft hij dus hooguit 23
weken gewerkt en daarmee voldoet hij op 1 oktober niet aan de wekeneis. En daarmee ook niet aan de
ontstaansvoorwaarden voor het recht op uitkering.
Vraag 3
Ja. Het recht op uitkering ontstaat. Dus je kijkt eerst of het recht ontstaat en daarna kijk je of het recht op
uitkering geldend kan worden gemaakt. In die fase kijk je of hij heeft voldaan aan zijn verplichtingen, dan
kan het zijn dat zijn uitkering niet tot betaling komt.
Vraag 4
Art. 42 en 43. De minimumduur van de uitkering is 3 maanden, de maximumduur is 24 maanden. As je
recht hebt op uitkering, dan is de minimumduur 3 maanden maar als je voldoet aan de jareneis of de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller advocaat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.