Alle academische vakken zijn descriptieve regels. Descriptieve vakken beschrijven de
werkelijkheid. Ze geven algemene regels van hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Bij
tandheelkunde leer je over tanden en kiezen. Het is een descriptieve algemene regel, het is
een algemene regel omdat kennis in een algemene regel geeft over de werkelijkheid en het
is descriptief omdat het beschrijft hoe die werkelijkheid in elkaar zit.
Normatieve/prescriptieve regels die schrijven gedrag voor. Die geven geen antwoord op de
vraag hoe de werkelijkheid is maar hoe het ideaal hoort te zijn. Ons rechtssysteem is een
voorbeeld van een prescriptief kennissysteem. Normen en waarden samen vormen een
normatief kennissysteem.
Normatieve kennissystemen:
- Godsdienst
- Moraal (hoe moeten wij een goed mens worden/hoe moeten wij het goede leven
leiden?)
- Fatsoensregels
- Rechtsregels
Verschil: naleving van het recht wordt door de overheid afgedwongen en bij de andere 3
niet. Het recht wordt ongeacht je wil aan je opgelegd.
Als je godsdienst als systeem gaat onderscheiden, maak je de godsdienstvrijheid mogelijk.
Als je de moraal lostrekt uit het recht dan (1) maak je mogelijk dat mensen een persoonlijke
gewetensvrijheid hebben (zelf antwoord op de vroeg hoe moeten wij een goed mens
worden), en (2) je krijgt rechtszekerheid en rechtsgelijkheid. Vb. oude vrouw Hermaans
dorpje.
Hoe weet ik dat een bepaalde regel behoort tot godsdienst of moraal of fatsoen of recht?
Vermoorden is een voorbeeld van alle 4, dus veel overlap. Een regel behoort tot het recht
als het afkomstig is uit een rechtsbron.
Rechtsbronnen:
- Wetten
- Verdragen
Geschreven recht
- Jurisprudentie: aanvullingen op de wet
- Gewoonterecht (&rechtsbeginselen: zijn op allerlei plekken in de wet erkend)
Ongeschreven recht
Alle rechtsbronnen noemen wij het positieve recht.
Natuurrecht is het geloven dat er bepaalde rechtsnormen zijn die van nature gelden.
(Voorbeeld moorden op een onbewoond eilanden) Bepaalde beginselen van
rechtvaardigheid die gelden van nature, zoals de waardigheid en redelijkheid van ieder
mens.
,Waarom?
1. Dat heeft god zo gewild.
2. Grotius zei er zijn bepaalde rechtsbeginselen daarvan moet iedere mens als die
nadenkt erkennen dat het bestaat.
Positief recht dat ingaat tegen het natuurrecht is ongeldig, zeiden natuurrecht denkers.
Natuurrecht is een argument voor een jurist om extreem onrechtvaardige wetten opzij te
schuiven.
Als je te vaak als rechter op basis van natuurrecht uitspreekt dan ben je weer de oude vrouw
onder de boom. Iedere jurist kan maar zeggen dat deze wet in strijd is met het natuurrecht.
Dus advies is om alleen in extreem onrechtvaardige situaties natuurrecht te gebruiken.
Positief recht: al het recht dat staat in de rechtsbronnen/het geldende recht/het door de
rechtsbronnen geschapen recht
Rechtspositivisme: een stroming van juristen die tegen het natuurrecht zijn en alleen voor
het positief recht zijn.
Privaatrecht/burgerlijk recht/ civiel recht: het recht tussen burgers onderling
Publiekrecht: recht tussen overheid en burger
Publiekrecht en privaat recht zijn 2 specius (ondersoorten) van het genus (hoofdsoort) recht
Rechtspersonen: organisaties die door het recht als een persoon worden beschouwd.
In het privaatrecht staat de vrijheid voorop en in het publiek staat voorop de overheid is
gebonden aan het recht.
Materiele recht: rechten en plichten van burgers en overheden.
Formeel recht/proces recht: afdwingen van het recht bij de rechter.
Hoorcollege 2
Wat doet een rechtsregel?
Een rechtsregel kent aan rechtssubjecten in bepaalde omstandigheden subjectieve rechten
toe of legt hun verplichtingen op.
, Rechtssubjecten zijn entiteiten die rechten of plichten kunnen hebben.
1. Natuurlijke personen: mensen van vlees en bloed. Art. 1:1 BW
2. Rechtspersonen: organisaties die door het recht worden behandeld alsof het
personen zijn. Met een eigen vermogen.
- Privaatrechtelijke rechtspersonen: kunnen worden opgericht door burgers zelf. Art.
2:3 BW
Nv en bv: aandeelhouders
Stichting: afgescheiden vermogen dat met een bepaald doel wordt beheerd
- Kerken 2:2 BW
- Overheden: publiekrechtelijke rechtspersonen
Een rechtsobject is een entiteit waar een recht op kan rusten.
Art. 5:1 BW: eigendom
Art. 3:2 BW: een zaak is een ding.
Art. 3:2a lid 1 BW: dieren zijn geen zaken, dus je kan er geen eigenaar meer van zijn.
Lid 2: maar ze worden door het recht wel als zaak beschouwd.
Vermogen = optelsom van iemand rechten en plichten
Rechtsgevolg is een verandering in rechten en plichten
Een rechtshandeling is een handeling met beoogt rechtsgevolg.
Een rechtshandeling is als je als een rechtssubject bewust je rechten en plichten verandert
met een handeling.
Feitelijke handeling: willekeurige handelingen die niet bedoeld zijn om veranderingen in de
rechten plichten te wegen te brengen.
Privaatrechtelijke rechtshandeling
Privaatrechtelijke rechtshandelingen kom in beginsel toe aan ieder rechtssubject.
In beginsel is het zo dat privaatrechtelijke rechtshandelingen zijn gericht op zelfbinding.
Omdat burgers vrij en autonoom zijn
Let op handelingsonbekwaamheid
Publiekrechtelijke rechtshandelingen
Niet gericht op zelfbinding maar op het eenzijdig binden van anderen
Overheid is verdeeld in ambten
Trias politica
Maakt niet uit of burgers er mee in stemmen, groot verschil met privaatrechtelijke
rechtspersonen!
Een beschikking is eenzijdige rechtshandeling van de overheid gericht op 1 persoon of een
gesloten groep personen
Hoorcollege 3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller naomiwillemijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.