100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Aardrijkskunde H4 4 vwo Buitenland $7.04   Add to cart

Summary

Samenvatting Aardrijkskunde H4 4 vwo Buitenland

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Volledige samenvatting H4 4vwo gebaseerd op het lesboek Buitenland. Paragraaf 1 - 6 samengevat.

Preview 2 out of 6  pages

  • November 22, 2022
  • 6
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
4.1 Rivieren

Rijn en Maas
Een stroomgebied heeft een verzamelgebied van de rivier, waarbinnen alle neerslag en
grondwater via zijrivieren uiteindelijk in de hoofdrivier stroomt.
De waterscheiding is de grens tussen de stroomgebieden, die gevormd wordt door
gebergten of andere verhogingen in het landschap. Het gebied van de hoofdrivier met al zijn
zijtakken noem je het stroomstelsel. Een stroomstelsel bestaat uit de bovenloop, de
middenloop en de benedenloop, die samen het lengteprofiel vormen.
De herkomst van het water bepaalt de rivier:
- Een gletsjerrivier wordt gevoed met smeltwater van sneeuw en ijs.
- Een regenrivier, zoals de Maas, krijgt zijn water van de neerslag.
- Een gemengde rivier, zoals de Rijn, wordt gevoed met smeltwater en regenwater.
De watertoevoer van de Rijn varieert gedurende een jaar, dit noem je het regiem.
De tijd die het water van een regenbui nodig heeft om uiteindelijk in de Rijn te komen, heet
de vertragingstijd. Hoe snel dit gebeurt hangt af van het onderliggende gesteente, de
bodem en de vegetatie.
Het hoogteverschil tussen twee plaatsen van de rivier, noem je het verval.
Het verhang is het hoogteverschil per kilometer.
Het debiet is de totale hoeveelheid water die de rivier afvoert op een bepaalde plek per
tijdseenheid (sec).

De waterafvoer verandert
Door de klimaatverandering verandert het neerslagregiem (schommelingen in de neerslag
gedurende het jaar) op twee manieren:
1. Er valt meer neerslag
2. De neerslag valt onregelmatiger
Hoosbuien zorgen voor wateroverlast en een hoger debiet in de rivieren. De bebouwing
langs de rivieren in het stroomgebied is sterk toegenomen. Door de verstening van het
oppervlak neemt de vertragingstijd af en krijgen de rivieren in korte tijd een groter debiet,
waardoor er soms sprake is van een piekafvoer.
Rivieren stromen tussen de dijken en zand en klei worden in de bedding en de uiterwaarden
gesedimenteerd → gevolg deze komen steeds hoger te liggen en daardoor neemt het
waterbergend vermogen van de rivier af.
Om veilig binnendijk te blijven wonen → dijken verhogen → kan niet eindeloos
dijkverzwaring toepassen.
De afname van het waterbergend vermogen buitendijks, de verstening, de ontbossing, de
verandering in het neerslagregiem en de bodemdaling hebben gevolgen voor de
waterafvoer. Het overstromingsgevaar wordt groter.
Het water dreigt
Ondanks de stevige dijken en Delatwerken blijft ons kust- en rivierengebied een bron van
zorg. Dat komt door twee elkaar versterkende processen, waarbij een ongelukkige
samenloop van het getij en het weer de situatie kan verergeren.
De twee processen zijn het versterkt broeikaseffect en de bodemdaling.
Afsmelten ijskappen en gletsjers → zeespiegel stijgt.
Bodemdaling gevolg van een natuurlijk menselijk proces.
Bodemdaling door het bemalen van het land → zeespiegel stijgt relatief.
Bij doodtij staat het water extra laag, maar bij springtij juist extra hoog.

, 4.2 De kust
Waddeneilanden verplaatsen zich naar het oosten door natuurlijke processen.

De opbouw van de Nederlandse kust
Nederlandse kust bestaat uit drie zones:
1. Waddenzeekust met Groningen en Friesland beschermt door zeedijken samen met
de Waddenzee en Waddeneilanden. Bij eb ligt de Waddenzee voor een groot deel
droog.
2. De Noord- en Zuid-Hollandse kust bestaan uit strandwallen met een duinenrij →
duinenkust, soms kilometers breed en soms smal of ontbreken.
3. Zeeuwse kust wat oorspronkelijk een estuarium was= trechtervormige monding van
een rivier in zee bestaat uit mengsel van zoet- en zout water met getijwerking.
Verandert door de deltawerken d.m.v. primaire keringen (=direct aan zee liggende dammen
en waterkeringen).
Kustgebied wordt onderscheiden in een zachte kust (=stranden, duinen, wadden, enz →
zand en slib) en een harde kust (= zeedijken, boulevards of hybride keringen(= combinatie
van zeewering en duinen)).

Natuurlijke processen langs de kust
Kust van zand is opgebouwd door: de wind, getijden, zeestroming en golfwerking.
Soms opbouw (aangroei hoeveelheid zand) en soms afbraak (zand weggeslagen na een
storm). Zand is afkomstig van de rivieren. Het Nederlandse kustgebied is dynamisch doordat
het zand voortdurend door de wind, getijden, zeestromingen en golfwerking in beweging is
(zandkorrels vinden nooit rust). Afbraak kust op de ene plaats en opbouw op een andere
plek.
Al het zand is door de ijstijd (-en) door de rivieren naar de drooggevallen Noordzee
vervoerd. Na beëindigen van de laatste ijstijd (10.00 jaar geleden) steeg de zeespiegel weer
en liep de Noordzee vol met water. Golven en zeestromingen brachten zand richting de kust
→ hierdoor ontstonden strandwallen met daarachter een waddengebied. Op de
drooggevallen strandwallen werden duinen opgeblazen.
Zeestroming door de getijdenstromingen → vloed (richting noord) is sterker dan eb (richting
zuid), omdat de Golfstroom vloed versterkt samen met de golven (door de wind) wordt het
zand op de kust geworpen.

Menselijke processen langs de kust
<1000 jaar geleden terpen in Friesland en Groningen.
1000> jaar geleden zeedijken aangelegd waar geen duinen zijn.
1930 Zuiderzeewerken → Afsluitdijk → IJsselmeer en Flevopolders
hondsbossche Zeewering → zeedijk in Noord-Holland waar de duinen ontbraken
Westkapelse Zeedijk in Zeeland (1549)
Deltawerken na 1953 → opgehoogde zeedijken, dammen en stormvloedkeringen
Stormvloedkering Nieuw Waterweg.
Westerschelde in Zeeland is open gebleven vanwege toegang tot Antwerpse haven.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Femkevandenburg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.04. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.04
  • (0)
  Add to cart