100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting LKT Nederlands $7.31
Add to cart

Summary

Samenvatting LKT Nederlands

 41 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting bevat alle uitgewerkte toetsdoelen, per domein, die je moet weten voor de Landelijke Kennisbasis Toets Nederlands.

Preview 3 out of 26  pages

  • Yes
  • November 23, 2022
  • 26
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Landelijke kennisbasistoets NL leerjaar 3

Domein 1: mondelinge taalvaardigheid

Luisterstrategieën:
1. Globaal luisteren; globaal volgen wat de spreken te vertellen heeft, gaat om het begrijpen van de
informatie
2. Intensief luisteren; probeert ook alle details van het gesprek op te nemen, volledig beeld krijgen
van wat de spreker verteld
3. Kritisch luisteren; probeert tijdens het luisteren een mening te volgen
4. Gericht luisteren; luister je als je geïnteresseerd ben in bepaalde aspecten van het verhaal

Luisterdoel:
- Intensief luisteren; iets te weten willen komen
- Globaal luisteren; een bepaald gevoel willen ondergaan
- Kritisch luisteren; zich een mening willen vormen
- Gericht luisteren; een bepaalde handeling willen uitvoeren
- Een spel mee willen spelen

Spreekstrategieën:
- Een manier van spreken die iemand hanteert om een bepaald spreekdoel te bereiken
- Stappen om te spreken:
o Oriënteren op de inhoud
o Doel en publiek bepalen
o Plannen
o Presenteren
o Reflecteren op doel en inhoud
- Spreekstrategieën:
o Een gespreksvorm hanteren -> verhaal, opsomming feiten, voorbeeld, etc.
o Presentatietechnieken hanteren
o Een bepaald taalgebruik hanteren -> eenvoudig dagelijkse taal, vakjargon

Spreekdoelen:
- Informeren; overbrengen van feitelijke informatie
- Amuseren; toehoorders vermaken, boeien, ontroeren
- Instrueren; iets uitleggen of verduidelijken
- Overtuigen; spreker overhalen een bepaald standpunt of bepaalde mening in te nemen
- Overige doelen:
o Emotioneren; bepaald gevoel losmaken of overbrengen
o Waarderen; wil zijn oordeel over iets geven
o Beschouwen; verschillende kanten van het probleem belichten

Gespreksoorten:
- Monoloog; een spreker is actief
- Dialoog; twee personen beurteling spreker en luisteraar
- Polyloog (groepsgesprek); meer dan twee personen beurteling spreker en luisteraar

Functies van taal:
1. Communicatieve of sociale taalfunctie
o De taal gebruiken als communicatiemiddel
o Interactie tussen mensen -> sociale taalfunctie:
 Zelfhandhaving; jezelf beschermen en verdedigen
 Zelfsturing; je handelen/planning ordenen met woorden

,  Sturing van anderen; gedrag van anderen beïnvloeden
 Structurering van het gesprek; gespreksverloop te beïnvloeden
2. Conceptualiserende of cognitieve functie
o De taal gebruik je als hulpmiddel om je gedachten te ordenen en greep te krijgen op de
werkelijkheid
o M.b.v. taal verwijs je naar betekenissen en concepten uit de werkelijkheid -> cognitieve
functie:
 Rapporteren; zaken beschrijven
 Redeneren; de zaken die je hebt beschreven chronologisch te ordenen, conclusie te
trekken, relatie leggen tussen middel- doel, relaties leggen tussen oorzaak-gevolg,
voorstel doen
 Projecteren; verplaatsen in gedachten en gevoelens van iemand anders
3. Expressieve taalfunctie
o De taal gebruiken als expressiemiddel; te experimenten, gevoelens te uiten, om iets te
zeggen wat anderen nog niet hebben gezegd

3 taalverwerving theorieën:
1. Behavorisme:
 Kinderen leren taal door imitatie
 Ze bootsen de taal na die ze in hun omgeving horen
2. Creatieve constuctietheorie:
 Ook wel genoemd ‘mentalisme’
 Kinderen beschikken over een aangeboren taalvermogen waarmee ze op een creatieve manier
zinnen kunnen bouwen
3. Interactionele benadering:
 Aangeboren taalvermogen, maar het taalaanbod van de omgeving en de interactie tussen
kind en de moedertaalspreker is belangrijk bij het leren van de taal.

Verschillende niveaus van taal:
Fonologisch niveau Uitspraak
Morfologisch niveau Opbouw van woorden
Syntactisch niveau Volgorde van woorden
Semantisch niveau Betekenis
Pragmatisch niveau Gebruik
Orthografisch niveau spelling

Eerstetaalverwerving -> twee perioden:
1. Prelinguale periode (0 -1 jr.)
o Periode voordat het kind zijn eerste woordjes spreekt
 Oefenen met articulatie, klankstructuur, zinsmelodie, communicatie
 Huilen, aanduiden van honger
o Vocaliseren; na 6 wk luistert een baby naar stemgeluiden en beginnen klanken te
produceren, in het begin alleen klinkers (vocalen)
o Vocaal spel; na 4 mnd begint een kind met het experimenteren van geluiden, produceren
nu medeklinkers en andere klanken die we niet in het NL kennen
o Brabbelen; na 7 mnd begint de brabbelfase, klankgroepen die al een beetje klinken als
taal
2. Lingual periode:
o Vroeglinguale periode (1 – 2,5 jr.)
 Brabbelen gaat langzaam naar betekenisvol taalgebruik
 Woorden worden nog niet correct uitgesproken -> spraakmechanisme nog niet
zover ontwikkeld
- Meestal laatste klank weg (poes -> poe)

,  Eenwoordzin; ontkennende zinnen maken, woord + ‘nee’ schudden
- 1e levensjaar
 Tweewoordzin; kinderen beginnen woorden te combineren (2 woorden)
- Kan relaties aangeven
- Regels voor de volgorde van woorden gaan een rol spelen ->
grammatica
 Meervoudzin; kinderen maken zinnen met meerdere woorden (2 of meer woorden)
- Groei v/d woordenschat
o Differentatiefase (2,5 – 5 jr.)
 Taalontwikkeling wordt gedifferentieerder en ontwikkelt op alle niveaus van taal
 Kleuterleeftijd
 Ruimtelijk inzicht, tijdsbesef, gedetailleerd waarnemen
 Belevingswereld verbreed -> grote woordenschat
o Voltooiingfase (5 -9 jr.)
 Alle processen uit vorige fases worden verder uitgewerkt
 Eind van deze fase beheerst het kind de taal als een volwassene, in hoeverre dit kan

Tweedetaalverwerving:
- Simultane tweetaligheid; iemand die twee talen min of meer tegelijk leert
o Twee talen leren voor hun 3e levensjaar
- Successieve tweetaligheid; kinderen leren een tweede taal nadat ze een eerste taal hebben
geleerd
o Voor hun 3e levensjaar
- Interferentiefouten; het leren van de tweede taal wordt beïnvloedt door het leren van de eerste
taal, dit zijn fouten die voortkomen uit de verschillen tussen de talen.

Communicatieve competentie:
1. Grammaticale competentie
- Taalgebruiker beschikt over fonologisch en syntactische vaardigheden en over een adequate
woordenschat.
2. Tekstuele competentie
- Taalgebruiker is vaardig in het doorzien van de opbouw van teksten en kan teksten
structureren.
3. Strategische competentie
- Taalgebruiker kan strategieën hanteren om communicatieve doelen te bereiken
4. Functionele competentie
- Taalgebruiker kan taalgebruik aanpassen aan specifieke contexten.

Domein 2: woordenschat

Productieve woordenschat: woorden die kinderen gebruiken om met anderen te communiceren.
- Ook wel genoemd: actieve woordenschat
- Verschilt per kind -> er zijn streeflijsten met woorden die kinderen moeten kennen

Receptieve woordenschat: woorden die kinderen begrijpen of waarvan ze de betekenis herkennen.
- Ook wel genoemd: passieve woordenschat

Woordleerstrategieën: werkwijzen die bewust worden ingezet om achter de betekenis van een woorden
te komen.
1. Analyseren van het woord
- Het woord analyseren in bekende woorden -> vuilnisophaaldienst (vuilnis en ophaaldienst)
2. Gebruikmaken van de (verbale en non-verbale) context
- Het woord afleiden uit de tekst (context)
3. Gebruikmaken van een bron in de eerste of de tweede taal

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller britney68. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55628 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.31
  • (0)
Add to cart
Added