Geneeskunde leerdoelen periode 1 jaar 2
Week 1
De ontwikkeling van de psychiatrie als medisch specialisme
Oudheid en Middeleeuwen
Geestesziekten onbegrepen, “spiritueel” verklaard.
Bezeten of behekst (of visioenen)
(Aan een gebroken geest zie je niets verschil met somatisch).
Verstoten, verbrand
Opsluiting in ‘Dolhuizen’. (voorloper als de psychiatrische inrichting, leek
meer op een gevangenis).
18e eeuw: Kentering
Krankzinnige gezien als patiënt
Philippe Pinel (arts): “Bevrijding” van geesteszieken,
humane behandeling. Een dolhuis overgenomen
en heeft hier meer een inrichting van Über-
gemaakt. ich
Johann Christian Reil: (arts, anatoom, fysioloog):
kwam met de term “psychiatrie” Kwam tot de
conclusie dat geestziekten te maken had met
hersenen.
Geestesziekten - Hersenziekten
Ich
19e en 20e eeuw – “moderne psychiatrie”
Emil Kraepelin Es
Classificatie van psychische aandoeningen.
Bijhouden en structuur gegeven aan
verschillende ziektes.
Basis van classificatiesystemen als DSM IV
Sigmund Freud
Psychologische theorie. Hoe werkt alles. Conflicten in het Ich (ik), es
(driften) en uber – ich (geweten) zorgen ervoor dat je psychisch ziek wordt.
Onderbewuste 2 à 3% is een bewuste keuze van wat we doen. De rest is
voorgeprogrameerd.
*Psychiatrie zoals we die nu kennen is na de tweede wereld oorlog
ontstaan.
20e eeuw – Biopsychosociaal model
Biologische invalshoek
Brein, neurotransmitters, psychofarmaca, etc.
Psychologische invalshoek.
Psychotherapie, zoals gedragstherapie, cognitieve therapie etc.
Sociologische invalshoek
Uit de inrichting, in de maatschappij. Resocialisatie is hierin een pre.
*Deze drie invalshoeken vormen een driehoek en kan niet zonder elkaar.
Met alleen pillen lukt iets niet, je moet de andere twee invalshoeken er ook
bij betrekken.
, Het begrip ‘psychiatrische stoornis’ of ‘ziekte’
De omschrijving psychiatrische stoornissen hangt nauw samen met de
betekenis van de begrippen ‘abnormaliteit’ en ‘ziekte’. Wie ‘normaal’ is
beantwoordt aan een bepaalde norm van een specifieke sociale groep.
‘Abnormaliteit’ slaat op elke afwijking ten opzichte van de norm.
Beoordeling of bepaald gedrag ‘normaal’ is hangt af van uiteenlopende
criteria:
- kenmerken van de beoordeelde persoon ( zoals
leeftijd/geslacht/beroep/maatschappelijke
positie/sociale rol).
Bijv. : Zo wordt bepaald gedrag normaal geacht bij een kind,
maar niet bij volwassene.
- Tijd en plaats van het gedrag
Bijv. : clown over straat lopen wordt beschouwd als ‘gek’, tenzij
het carnaval is.
- Waarden en normen van de heersende cultuur en tijdgeest
Bijv. : de discussie of homoseksualiteit een afwijking is.
Abnormaal gedrag is niet automatisch een stoornis; niet elke stoornis heeft
betrekking op een psychiatrische stoornis. Het kan gaan om:
1. Lichamelijke aandoening
communicatieproblemen ten gevolge van aangeboren
doofheid
2. Sociaal- economisch probleem
storend gedrag van daklozen
Psychiatrische stoornis is een zienswijze op grond van wetenschappelijke
kennis noodzakelijk. Het gestoorde gedrag moet een aantal kenmerken
vertonen die:
- bij andere personen als ‘storend’ zijn vastgesteld
- op grond van overeenkomstig patroon beschreven en geordend
kunnen worden binnen het
begrippenkader van de psychiatrie.
De laatste voorwaarde kan de conclusie psychiatrische stoornis niet door
één beoordelaar getrokken wordt. Dit moet hetzelfde beoordeeld worden
door collega-deskundigen. Dit criterium wordt het ‘wetenschappelijke
consensus’ genoemd.
*zie bron Vandereycken hfst 1.pdf ( Psychiatrie en maatschappij) voor
volledige uitleg psychiatrische
stoornis.
De toepassing van het ‘medische model’ in de psychiatrie
De werkwijze van de hedendaagse psychiatrie is geïnspireerd door het
medische model. Daarmee wordt niet bedoeld dat psychische stoornissen
enkel en alleen op lichamelijke gronden te verklaren en behandelen zijn.
Het medische model houdt een systematische werkwijze in om
pathologische verschijnselen te bestuderen en (zo mogelijk) te wijzigen.
De volgende stappen zijn te onderscheiden:
1. Diagnose ( verzameling van eigenschappen)
Beschrijving van karakteristieke eigenschappen, ongeacht de
mogelijke verklaring van de
stoornissen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jwolf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.