100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Economie 2 (B3G022) $5.46   Add to cart

Summary

Samenvatting Economie 2 (B3G022)

 24 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting Economie 2e semester

Preview 3 out of 22  pages

  • November 23, 2022
  • 22
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Economie
Examen eco  bespreek 3 economische topics van de stemtest linken met de cursus
vb migratie ofzo

Hoofdstuk 5 : nationaal inkomen en werkgelegenheid
Evenwichtsinkomen : YE  TV = TA C = Caut + Cm * Y

De investeringsmultiplicator
Stel ik geef € 20 000 aan mijn zoon en daarmee koopt hij een zwembad

Deel S 1/5 : 4 000 10 000
 20 000 Deel C 4/5 : 16 000 10 000


Nu de persoon naar wie mijn zoon 16 000 heeft gegeven, gaat dezelfde redenering hebben en doen
=> Dus de uitgaven van de ene zijn de inkomsten van een andere
Totale effect op de economie  ∆ y =m∗∆ I
Hoe hoger S – Quote => kleiner dat effect ( want hoe meer je spaart, hoe minder je uitgeeft)
Hoe hoger C – Quote => hoger dat effect ( want je multiplicator is groter ) stel
1
 m=
1−cm
m.a.w wat is er niet goed voor multiplicator?
- Sparen
- Belastingen
- Import
Waarom?
Dit is geld dat lekt, men kan het niet meer herinvesteren he is dus weg uit onze economie? M.a.w.
=> als ik investeer, is er een effect op onze economie

De accelerator
= het effect van ∆ y op ∆ I , want als je meer verdient :
 zul je meer uitgeven en zullen er dus uitbreidingen moeten gebeuren van productiefactoren om aan die vraag te
kunnen beantwoorden
Samenvatting beiden


C

accelerator
Uitbreiding productief




multiplicator


1

,De visie van 2 filosofen op de hoogte van nationaal inkomen en de
tewerkstelling Aanbodoverschot
A
Adam Smith
 vrije markt
E
Als A-overschot => prijs laten zakken tot ze wel kopen. PE
Volgens A.S was dat hetzelfde met werkloosheid
--> er was meer aanbod van werk dan vraag naar werknemers
de oplossing volgens hem? V
lonen laten dalen Q
QE
Keynes ( jaren 30 )
Bij crisis moet er koopkracht zijn (moet kunnen kopen) zodanig:


dat ze uitgeven zorgt voor jobcreatie zorgt voor inkomen


Welke manieren zijn er om koopkracht te creëren ( volgens Keynes)
1ste) Overheid MOET investeren in gebouwen, wegen, havens, …
 want dit creëert werk
2de) Werkloosheidsuitkering
als ze geld hebben, dan is er koopkracht en kunnen ze investeren en zijn we weer vertrokken
PAS OP !!!!
 Je moet de mensen vertrouwen geven, want alleen dan gaan ze investeren. Anders gaan ze gaan sparen en
dan staan we even ver
=> “animal spirits”
Er zijn 2 criteria om te gaan investeren:
 Becijferen
 Buikgevoel (= vertrouwen)
Golden sixties jaren 50/60
De economie ging zeer goed, er waren veel consumptie mogelijkheden
 dus bedrijven werden ambitieus en gingen gaan investeren
Maar het ging te goed er was namelijk : “overbesteding”  TV > TA
m.a.w. er was een Full Employment
=> dus de Q’tjes kunnen niet stijgen want er is een FE , dus moesten ze de prijs laten stijgen ( = inflatie)
Er was een grote recessie
= economische groei daalt en is lager dan het gemiddeld er is een achteruitgang




2

, De arbeidsmarkt

Arbeidsmarkt België



niet actieve
bevolking
kids < 15 enbevolking op 3.2
ouderen arbeidsbek- beroepsbevolking
3.7 wame leeftijd of de actieve
(15 - 64) bevolking
7.3 5.3




De niet actieve bevolking zijn:
- Studenten
- Zieken werkloos, werkzoekende
3.2
- Huismoeders
- Gehandicapten werken
4.8
Bedoeling is om de huismoeders te activeren


Aanbod van arbeidskrachten
Er is een “krapte” aanwezig
A


E V>A
PE A : actieve bevolking = werkenden en werklozen
Lonen laten stijgen V : bedrijven

vraagoverschot V
Q
QE



arbeidsmarktparadox: ‘tegenstelling’
Er zijn zowel vacatures en werklozen en toch is er een V-overschot
Hoe komt dit?
- Kwalificaties
- Niet aantrekkelijk tegenover verloning
- Missen motivatie job
Oplossing
Opleiding bieden, …
3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margaux_christiaen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.46. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81113 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.46  1x  sold
  • (0)
  Add to cart