HAVO 4 oefentoets H.1 WELVAART EN SCHAARSTE 50 MIN.
Opgave 1
Bierbrouwer Hanekam produceert bier voor de Nederlandse markt. De brouwer maakt daarmee
gemiddeld € 50.000 per maand winst. Hanekam heeft onderzoek gedaan naar de Duitse biermarkt.
Als Hanekam de Duitse markt opgaat, verwacht de bierbrouwer de eerste zes maanden in totaal
helemaal geen winst meer te maken. Na een half jaar op de Duitse markt verwacht Hanekam echter
een winst van in totaal tussen de € 40.000 en € 80.000 per maand.
Gevraagd
(2 pt) ●● 1 Bereken de maximale opofferingskosten van de productie van bier voor alleen de
Nederlandse markt in euro’s voor het komende jaar.
(1 pt) ●● 2 Bereken de opofferingskosten van de productie van bier voor zowel de Nederlandse als de
Duitse markt in euro’s voor het komende jaar.
(1 pt) ●● 3 Leg uit welke keuze Hanekam voor het komende jaar zal maken als de brouwer zich alleen
baseert op de (maximale) opofferingskosten voor het komende jaar: alleen produceren voor
de Nederlandse markt, of ook voor de Duitse markt.
Volgens Hovig doet Hanekam er verstandig aan de Duitse markt op te gaan. De winst blijft immers
doorlopen na het komende jaar. René heeft een andere mening, namelijk dat Hanekam beter niet de
Duitse markt op kan gaan.
(1 pt) ●● 4 Geef een mogelijke verklaring voor de mening van René.
Alejandro is medewerker bij Hanekam. Zijn loon is nu 2,5% hoger dan vorig jaar. In dezelfde tijd zijn
de prijzen van consumentenproducten met gemiddeld 1,2% toegenomen.
(2 pt) ●● 5 Bereken met hoeveel procent de koopkracht van Alejandro’s inkomen is toegenomen of
afgenomen. Rond af op twee decimalen. Geef ook aan of er sprake is van een toename of
van een afname.
Dylano, een collega van Alejandro, heeft precies zijn koopkracht behouden. Vorig jaar verdiende hij €
34.600.
(2 pt) ●● 6 Bereken het huidige inkomen van Dylano.
, HAVO 4 oefentoets H.1 WELVAART EN SCHAARSTE 50 MIN.
Opgave 2
Geld is een …(1)… aanvaard ruilmiddel. Omdat de materiaalwaarde van het geld in omloop lager is
dan de nominale waarde is er sprake van …(2)… De maatschappelijke geldhoeveelheid in Nederland
bestaat uit munten, bankbiljetten en …(3)… in handen van het publiek. Veel landen uit de Europese
Unie gebruiken de euro. Prijzen zijn in die landen uitgedrukt in euro’s zodat de waarde van
producten internationaal beter vergeleken kan worden; hier is de functie van de euro als …(4)… aan
de orde.
Gevraagd
(3 pt) ● 7 Wat moet in plaats van de cijfers worden ingevuld om een economisch correcte tekst te
krijgen? (Zie de volgende pagina voor de alternatieven.)
bij (1) algemeen/door de overheid/internationaal
bij (2) indirecte ruil/intrinsiek geld/fiduciair geld
bij (3) chartaal geld/giraal geld
bij (4) rekenmiddel/ruilmiddel/spaarmiddel
Blijft geld wel rollen?
In 1960 bedroeg de totale geldhoeveelheid in Nederland € 5,1255 miljard. In de jaren zeventig van de
vorige eeuw gingen overheid en bedrijfsleven er massaal toe over de salarissen giraal te betalen. De
Nederlandsche Bank (DNB) juichte dat toe: het betalingsverkeer zou goedkoper en veiliger worden.
DNB vond dat belangrijk, omdat het betalingsverkeer een steeds grotere omvang kreeg: in 2000 was
de totale geldhoeveelheid in Nederland 29 keer zo groot als in 1960. In onderstaande grafiek zie je
ontwikkeling van de verhouding tussen giraal en chartaal geld tussen 1950 en 2015.
(2 pt) ●●● 8 Bereken de girale geldhoeveelheid in 2000.
(1 pt) ●● 9 Geef een verklaring van de groei van het aandeel van het girale geld in de totale
geldhoeveelheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cxx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.73. You're not tied to anything after your purchase.