Nederland is een echt handelsland. Voor ons land is de internationale handel tussen
bedrijven uit Nederland en andere landen van groot belang. De export van goederen en
diensten levert Nederland veel geld op. Zo verkopen we veel agrarische goederen en diensten
aan het buitenland. Daar staat tegenover dat we een groot deel van ons nationaal inkomen
uitgeven aan de import van goederen en diensten uit het buitenland. Het bedrag dat
Nederland in totaal ontvangt door de uitvoer, de uitvoerwaarde, is groter dan de invoerwaarde.
Hierdoor hebben we een overschot op de betalingsbalans.
Nederland is lid van de Europese Unie (EU). De belangrijkste afspraak binnen de EU gaat over
de interne markt. Daar is vrijhandel waardoor er geen belasting bij in- en uitvoer van
producten betaald hoeft te worden. Naar landen buiten de EU neemt de Europese Unie wel
protectiemaatregelen, zoals importheffingen op ingevoerde producten.
Een groep landen binnen de EU heeft de euro als munteenheid. Dat geeft voordelen bij de
onderlinge handel. In de handel met landen buiten de eurozone heeft de wisselkoers van
vreemde valuta invloed op de kosten van in- en uitvoer.
De belangrijkste taak van de Europese Centrale Bank (ECB) is het bewaken van de waarde
van de euro door inflatie tegen te gaan.
Opdrachten
1 Als een Nederlands transportbedrijf een partij Duitse auto’s naar België vervoert, dan is
dat voor Nederland export van diensten.
2 a 740.000.000 × € 4,75 = € 3.515.000.000
b 0,28 × 425.000.000 × € 2,40 = € 285.600.000
of: 0,28 × 425 miljoen × € 2,40 = € 285,6 miljoen
3 a Alle inkomens van de inwoners van een land bij elkaar opgeteld.
b € 630 miljard ÷ € 832 miljard × 100% = 75,7%
4 x Je betaalt een hotel in Spanje voor je verblijf.
□ Sanne bestelt een broek bij Wehkamp.
□ Ajouad koopt bij een Duitse garage een VW Polo.
x Een kwekerij betaalt loon aan de Poolse werknemers.
5 De handel werd moelijker. Omdat het VK geen lid meer is van de EU, is er ook geen
vrijhandel meer tussen Nederland en het VK. Er is controle aan de grenzen en beide
landen zouden protectiemaatregelen kunnen nemen.
7 Deze maatregel is een voorbeeld van een protectiemaatregel.
Door de invoerrechten op onder andere zalm en ketchup worden deze producten duurder
voor consumenten in de EU.
8 De waarde van de euro bewaken / tegengaan van inflatie.
9 Op 1 juli, want dan betaal je minder euro’s voor een zelfde bedrag aan dollars.
(Met een berekening: 1 januari: $ 900 ÷ 1,10 = € 818,18
1 juli: $ 900 ÷ 1,20 = € 750 )
1 a Duitsland
b Bijvoorbeeld:
- Duitsland en Nederland zijn beide lid van de EU, waardoor er onderling vrijhandel is.
- Nederland grenst aan Duitsland, dus we kunnen snel leveren.
- Duitsland is een welvarend land. Duitsers verdienen genoeg om veel bij ons te
kopen.
c (€ 23,6 + € 10,8 + € 8,7 + € 7,7 + € 3,6 + € 3 + € 2,8) miljard = € 60,2 miljard
€ 60,2 miljard ÷ € 94,5 miljard × 100% = 63,7%
d Bij lange wachttijden kunnen landbouwproducten bederven, waardoor ze niet meer
verkocht kunnen worden.
2 De export levert werkgelegenheid op en dus inkomsten voor werknemers. Met meer
inkomen kunnen huishoudens meer besteden.
3 a 2,4 miljoen ÷ 8,9 miljoen × 100% = 27%
b Bijvoorbeeld: Een vrachtwagenchauffeur, een ICT’er, een financieel adviseur.
c Indirecte banen zijn banen bij bedrijven die goederen of diensten leveren aan
exporterende bedrijven. Bijvoorbeeld werknemers van een schoonmaakbedrijf die bij
een exportbedrijf schoonmaken.
4 a Bij wederuitvoer vinden er (bijna) geen bewerkingen aan het product plaats, dus is er
weinig toegevoegde waarde. Bij goederen die we zelf maken, zijn er juist veel
bewerkingen aan het product, soms ook door verschillende bedrijven. De toegevoegde
waarde is dan veel groter.
b
Toegevoegde waarde Nederlandse export
Soort export Exportwaarde Toegevoegde waarde Exportverdiensten
per euro export
Goederen in NL € 241 miljard € 0,51 € 122,91 miljard
gemaakt
Dienstenexport € 166 miljard € 0,63 € 104,58 miljard
Wederuitvoer € 246 miljard € 0,14 € 34,44 miljard
Totaal € 653 miljard € 261,93 miljard
5 Bijvoorbeeld:
In Ethiopië heb je
- lagere loonkosten
- goedkopere landbouwgrond
- geen verwarmde kassen nodig
6 a € 490 miljard ÷ € 880 miljard × 100% = 55,7%
b Aan de hoge exportquote van 73,9% en de hoge importquote van 55,7%.
c Een land met een open economie is erg afhankelijk van de handel met andere landen.
Als het wereldwijd slecht gaat met de economie, gaan andere landen minder
importeren. Nederland heeft daar veel nadeel van omdat onze exportinkomsten dan
dalen.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller N97. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.87. You're not tied to anything after your purchase.